Poëzie

Poëzie
Dichtvormen
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Poëzie
Dichtvormen

Slide 1 - Diapositive

Wat zijn belangrijke kenmerken van poëzie?
A
rijm
B
regels
C
boodschap
D
bladspiegel

Slide 2 - Quiz

Laat mij nog eens in eenzaamheid bezinnen

Op het rampzalig lot van de vriendinnen,
Liefde- en leedvol als van weinigen,
Die tusschen aarde en hemelmuur zich pijnigen,
Verstooten door natuur, menschen en goden
Uit hun herinnering; zij waren dood en
Voorgoed vergaan als zij niet voortbestonden
In mij, het levendigst ter sombre stonde
Wanneer de zon in grauwe golven sterft,
Haar rood tot in de diepste verten zwerft.
Zooals het licht in purper en azuur
Gebroken wordt, daarna in nacht gebluscht,
Kwamen zij eerst uiteengescheurd tot rust,
Zochten een eind, vervreemd van de natuur,
Elkaar vijandiger dan zee en vuur.













Slide 3 - Diapositive

Dit was een voorbeeld van een...
A
ballade
B
elegie
C
satire
D
sonnet

Slide 4 - Quiz

Ik zit mij voor het vensterglas
onnoemlijk te vervelen.
Ik wou dat ik twee hondjes was,
dan kon ik samen spelen.

Slide 5 - Diapositive

Dit is een voorbeeld van een
A
satire
B
limerick
C
epigram
D
sonnet

Slide 6 - Quiz

In de schaduw van de avond kwamen dan twee
die vertelden dat zijn vader op sterven lag; hij volgde
hen gedwee. Het licht was vreemd; een tere
groene schijn was in de hemel en stilte regeerde
boven twee die aangenaam verdoofd waren,
hun mededeling ver van hen gedragen en gelost -
en een in wie het stormde als in een versomberd bos.

Slide 7 - Diapositive

Dit is een voorbeeld van een
A
sonnet
B
epigram
C
hekeldicht
D
elegie

Slide 8 - Quiz

Heer Halewijn zong een liedekijn;
Al die dat hoorde wou bij hem zijn.
En dat vernam een koningskind,
Die was zoo schoon en zoo bemind.
Zij ging voor haren vader staen;
‘Och vader, mag ik naer Halewijn gaen?’
‘Och neen, gij dochter, neen gij niet!
Die derwaert gaen en keeren niet.’
Zij ging voor hare moeder staen:
‘Och moeder, mag ik naer Halewijn gaen?’
‘Och neen, gij dochter, neen gij niet!
Die derwaert gaen en keeren niet.’
Zij ging voor hare zuster staen:
‘Och zuster, mag ik naer Halewijn gaen?’
‘Och neen, gij zuster, neen gij niet!
Die derwaert gaen en keeren niet.’
Zij ging voor haren broeder staen:
‘Och broeder, mag ik naer Halewijn gaan?’
’t Is mij aleens waer dat gij gaet,
Als gij uw eer maer wel bewaert,
En gij uw kroon naer rechten draegt.’
Toen is zij op haer kamer gegaen
En deed haer beste kleeren aen.
Wat deed zij aen haeren lijve?
Een hemdeken fijnder als zijde.

Slide 9 - Diapositive

Dit is een voorbeeld van
A
sonnet
B
klaaglied
C
elegie
D
ballade

Slide 10 - Quiz

Er was eens een kaasboer in Gouda
Die zat om de tafel zijn vrouw na
Maar zij riep heel vief:
“Alles is relatief:
Als ik iets harder loop zit ik jou na!”

Slide 11 - Diapositive

Dit is een voorbeeld van een
A
limerick
B
puntdicht
C
satire
D
epigram

Slide 12 - Quiz

Ende eerst van den heren voert,

Ridders of knechts, die lien of lant
Versetten om ghelt in anders hant.
Of die ter lomberde gaen
Ende laten daer hoer pande verstaen
Doer groten commer, suldi weten.
Ende die hoer coren groen eten,
Ende die hoer renten niet en moghen verbeijden,
Ende garen groten staet leijden,
Ende die alle jaers wat lants vercopen,
Ende haer schult laten hopen,







Slide 13 - Diapositive

Dit is een voorbeeld van een
A
satire
B
klaaglied
C
ballade
D
limerick

Slide 14 - Quiz

Tijd voor theorie

Slide 15 - Diapositive

"jarige job" is een voorbeeld van
A
alliteratie
B
assonantie
C
emjambement
D
slagrijm

Slide 16 - Quiz

"Het leven is niet zonder zorgen
Het leven is niet zonder pijn
Maar denk dan aan morgen
Dat die dag wel heel mooi zou kunnen zijn"
Benoem het rijmschema
A
gepaard
B
omarmend
C
slag
D
gekruist

Slide 17 - Quiz

"Even stil, dat is wat ik wil"
is een voorbeeld van
A
enjambement
B
alliteratie
C
assonantie
D
metrum

Slide 18 - Quiz

"Er worden vele hartsgeheimen
Tot mijn onuitsprekelijk plezier
Op vele websites en papier
geschreven in gedichten en in rijmen."
Benoem het rijmschema
A
gepaard
B
gekruist
C
omarmend
D
slag

Slide 19 - Quiz

"Coca Cola" is een voorbeeld van
A
slagrijm
B
assonantie
C
alliteratie
D
enjambement

Slide 20 - Quiz

"Een mooie vrouw is langs me heen gegaan;
Heel even bleef zij staan;
Toen is zij weer haar gang gegaan."
Benoem het rijmschema
A
slag
B
gepaard
C
gekruist
D
omarmend

Slide 21 - Quiz

"de rozen staan naast bomen" is een voorbeeld van
A
satire
B
enjambement
C
alliteratie
D
assonantie

Slide 22 - Quiz

"Als een jong lied dat klinkt luid door lege hallen,
Zo is doorheen de Winter, de Lente getreden tot ons allen,
Die waren in een eeuw
Gehuld, van witte sneeuw."
Benoem het rijmschema
A
gekruist
B
gepaard
C
omarmend
D
slag

Slide 23 - Quiz

Tijd voor theorie

Slide 24 - Diapositive

Jambe of trochee:

Goede dichters denken aan het metrum.

A
jambe
B
trochee

Slide 25 - Quiz

Jambe of trochee:

Jantje zag eens pruimen hangen
A
jambe
B
trochee

Slide 26 - Quiz

Jambe of trochee:

Een nieuwe lente en een nieuw geluid
A
jambe
B
trochee

Slide 27 - Quiz

Jambe of trochee:

Sint heeft heel lang lopen denken wat hij Marian zou schenken.
A
jambe
B
trochee

Slide 28 - Quiz

Jambe of trochee:

Had hij Holland dan gedragen
A
jambe
B
trochee

Slide 29 - Quiz

Jambe of trochee:

Goede Dood wiens zuiver pijpen
Door ’t verstilde leven boort
A
jambe
B
trochee

Slide 30 - Quiz

Hoe noem je dit verschijnsel:

't een en 't ander
A
elisie
B
epigram
C
alliteratie
D
eufemisme

Slide 31 - Quiz

Jambe of trochee:

Constantijnt je, ’t zaligh kijntje
A
jambe
B
trochee

Slide 32 - Quiz

Welk verschijnsel zien we hier

"agget mar kort houdt"
A
alliteratie
B
assonantie
C
enjambement
D
elisie

Slide 33 - Quiz

Welk verschijnsel zien we hier

"mooie meivakantie gewenst!"
A
alliteratie
B
assonantie

Slide 34 - Quiz

Slide 35 - Diapositive