Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Paragraaf 11.4
Slide 1 - Diapositive
Een rode bloedcel in je beenader gaat naar de nieren en neemt de kortste weg. Waar komt de rode bloedcel dan NIET langs?
A
Nierslagader
B
Aorta
C
Rechterboezem
D
Nierader
Slide 2 - Quiz
Wat is de systolische bloeddruk
A
onderdruk
B
bovendruk
C
gemiddelde bloeddruk
D
bloeddruk tijdens hartpauze
Slide 3 - Quiz
Bloeddruk laag
Bloeddruk hoog
Heeft kleppen
Heeft een dikke wand
Slide 4 - Question de remorquage
Van verschillende bloedvaten worden gegevens verzameld en in diagrammen weergegeven
Met welke letter wordt het diagram weergegeven waarin de diameter van de bloedvaten staat?
A
Diagram P
B
Diagram Q
C
Diagram R
D
Diagram S
Slide 5 - Quiz
Examen biologie HAVO, 2016-2 vraag 22. Vlooien bijten hun slachtoffers om bloed op te zuigen uit de haarvaten. In welke eigenschap verschillen haarvaten van aders en slagders, waardoor haarvaten voor vlooien geschikter zijn om bloed uit op te zuigen?
A
de bloeddruk in haarvaten is lager dan in aders en slagaders.
B
de stroomsnelheid van het bloed in haarvaten is lager dan in aders en slagaders
C
de wand van haarvaten is dunner dan die van aders en slagaders
D
de zuurstofconcentratie in haarvaten is hoger dan die in aders en slagaders.
Slide 6 - Quiz
Leerdoelen 11.3
Slide 7 - Diapositive
Deze periode (TW2)
Slide 8 - Diapositive
Deze periode (SE2)
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Leerdoelen 11.4
Slide 11 - Diapositive
Samenstelling bloed
BiNaS 84H
Slide 12 - Diapositive
Bloedplasma
- 55% van het bloed
- vloeistof (water)
- opgeloste stoffen
BiNaS 84H
Slide 13 - Diapositive
Samenstelling bloed
- bloedplasma
- rode bloedcellen
- witte bloedcellen
- bloedplaatjes (geen cellen!)
BiNaS 84HI
Slide 14 - Diapositive
Witte bloedcellen
(leukocyten)
Hebben wel een celkern.
Hebben geen vaste vorm.
2 type witten bloedcellen:
*Witte bloedcellen die
ziekteverwekkers insluiten.
*En witte bloedcellen die
antistoffen produceren.
- functie bij afweer
- geen vaste vorm
- wel een celkern
- verschillende soorten
Witte bloedcellen
Slide 15 - Diapositive
Rode bloedcellen
Rode bloedcellen
- zuurstoftransport
- rol bij CO2 transport
- bevat hemoglobine
- geen celkern
- aanmaak in rode beenmerg
Slide 16 - Diapositive
Rode bloedcellen
Bloedarmoede: te kort aan rode bloedcellen
EPO: hormoon dat aanzet tot aanmaken rode bloedcellen
Slide 17 - Diapositive
Rode bloedcel
Slide 18 - Diapositive
Bloedplaatjes
- geen cellen, maar afgesplitste delen
- rol bij bloedstolling
Slide 19 - Diapositive
Een rode bloedcel in je beenader gaat naar de nieren en neemt de kortste weg. Waar komt de rode bloedcel dan NIET langs?
A
Linkerboezem
B
Longslagader
C
Halsslagader
D
Holle ader
Slide 20 - Quiz
1
4
2
3
Bloedplaatje
Witte bloedcel
Rode bloedcel
Bloedplasma
Slide 21 - Question de remorquage
Deze bloedcel heeft een celkern
A
Rode bloedcel
B
Bloedplaatje
C
Witte bloedcel
D
Bloedcellen hebben nooit een celkern
Slide 22 - Quiz
Rode bloedcel
Witte bloedcel
Bloedplaatjes
Slide 23 - Question de remorquage
Bloedplasma
Bloedplaatje
Witte bloedcel
Rode bloedcel
Slide 24 - Question de remorquage
Witte bloedcel
Bloedplaatje
Rode bloedcel
Vervoert zuurstof
Maak ziekteverwekkers onschadelijk
Maakt bloedstolling mogelijk
Slide 25 - Question de remorquage
holle ader
rechterboezem
aorta
longslagader
longhaarvaten
organen
linkerboezem
longader
linkerkamer
Slide 26 - Question de remorquage
glucose in dunne darm
glucose in nier
dunne darm cel
poort-
ader
lever
haar-
vaten
lever-
ader
onderste
holle
ader
rechter-
boezem
rechter-
kamer
long
slag-
ader
long
haar-
vaten
long-
ader
linker-
boezem
linker-
kamer
aorta
nier
slagader
nier
haar-
vaten
Slide 27 - Question de remorquage
Leerdoelen 11.4
Slide 28 - Diapositive
Lezen paragraaf 11.5 (5 min!)
Maken 11.4: opdracht 46-49, 51, 52, 55-57, 60-62, 64 + extra BiNaS vragen