6.5 Het Nederlandse waddengebied

6.5 Het Nederlandse Waddengebied

1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-6

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

6.5 Het Nederlandse Waddengebied

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Openingsfoto
Wat zie je?
Waar komt dit voor?

Slide 2 - Diapositive

Beschrijving van de openingsfoto

Schiermonnikoog
Waar denk je aan
bij het waddengebied?

Slide 3 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Wie is al eens in het Waddengebied geweest?

Slide 4 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Ken jij de namen van de 5 waddeneilanden? 
Vlieland
Texel
Schiermonnikoog
Ameland
Terschelling

Slide 5 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Waddeneilanden
Texel
Vlieland
Terschelling
Ameland
Schiermonnikoog

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Natuur op de wadden

  • Biodiversiteit
  • Voedselkringloop
  • Ecosysteem

Variatie aan levensvormen in de natuur
De kringloop van organismen (planten en dieren) die eten en op hun beurt gegeten worden
De wisselwerkingen tussen alle levende wezens en hun levenloze omgeving (water, bodem, lucht).

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Getijdenstromen
  • Vloed: het zeewater komt vanuit het westen en verplaatst zich oostwaarts langs de waddeneilanden.

  • Eb: de stroom gaat de andere kant op, van oost naar west. De waddenzee stroomt dan weer leeg en droog.
Waar komt de vloedstroom in het waddengebied vandaan?
Hoeveel uur tijdverschil is er tussen vloed in Texel en vloed in Vlissingen?
Het gem. getijverschil is in Vlissingen 3.80 m en in Den Helder 1.40m. Bedenk waardoor dat verschil wordt veroorzaakt. 

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zeegat
  • Toegang tot de open zee vanuit een rivier, zeearm of binnenzee.

  • Door de schurende werking van de getijstromen 30-40 m diep.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Geul
  • Zijtak van een zeegat in de Waddenzee die altijd onder water staat.

  • Zijn 5 tot 10 m diep. Alleen de zwaardere slibdeeltjes bezinken door hogere stroomsnelheid.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wantij
  • Ondiepe plek in Waddenzee waar de vloedstromen uit twee zeegaten bij elkaar komen.          Ten zuiden van een eiland. 

  • Goede plek om te wadlopen door bezinken van meeste slib. 

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De Wadden - Noordzeekant
Langs de hele Noordzeekust van de eilanden:
- brede zandstranden> daarachter duinen> ‘nat’ strand > overstroomt bij vloed> ‘droog’ strand > overstroomt alleen bij extra hoog water

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ontstaan duinen
Op de hogere, drogere delen van het strand lage duintjes:
stap 1: door de wind waait zand op
stap 2: het blijft liggen achter een obstakel
stap 3: strandduintjes groeien aaneen tot duinenrij
stap 4: aan zeekant gebeurt hetzelfde weer bij voldoende aanvoer van zand

Breed duingebied met:
- jonge duinen:+ hoger+ dichter bij zee
- oude duinen: + lager  + verder van zee

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wadden - wadkant

Aan de waddenkant van het eiland ligt een kwelder.
kwelder = begroeid stuk land dat direct grenst aan zee en alleen bij hoge vloed (storm, springtij) overstroomt.

De zee laat steeds een laagje slib achter.steeds hogere ligging ten opzichte van zee.

Een slenk voert het water af naar zee.

Vroeger: inpoldering Nu: beschermd natuurgebied

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De plek waar je gaat wadlopen heet:
A
Getij
B
Springtij
C
Zeegat
D
Wantij

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Getijstromen hebben veel invloed op het gebied. Wat is een getijstroom?
A
Koude zeestromen van Antarctica
B
De dagelijkse beweging van eb en vloed
C
Stromingen van de rivieren
D
Water dat zich in de bodem bevindt

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 20 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions