SO ww spelling klas 1 - diagnostische toets

Oefenen werkwoordspelling
  • Je krijgt steeds een aantal vragen van een bepaalde werkwoordsvorm.
  • Voordat je deze vragen maakt, zit een slide waarop de categorie staat.
  • Alle vragen daarna gaan daarover tot de volgende slide met een nieuwe werkwoordsvorm.
  • Typ alleen het werkwoord, typ je uitleg of kies een letter bij een meerkeuzevraag.
  • Daarna krijg je regelmatig een slide waarin wordt gevraagd om uit te leggen hoe je aan je antwoord kwam. Leg dan uit aan de docent hoe jij weet dat je het werkwoord zo schrijft. Gebruik hierbij je kennis van de theorie over werkwoordspelling.
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

Oefenen werkwoordspelling
  • Je krijgt steeds een aantal vragen van een bepaalde werkwoordsvorm.
  • Voordat je deze vragen maakt, zit een slide waarop de categorie staat.
  • Alle vragen daarna gaan daarover tot de volgende slide met een nieuwe werkwoordsvorm.
  • Typ alleen het werkwoord, typ je uitleg of kies een letter bij een meerkeuzevraag.
  • Daarna krijg je regelmatig een slide waarin wordt gevraagd om uit te leggen hoe je aan je antwoord kwam. Leg dan uit aan de docent hoe jij weet dat je het werkwoord zo schrijft. Gebruik hierbij je kennis van de theorie over werkwoordspelling.

Slide 1 - Diapositive

Persoonsvorm
tegenwoordige tijd

Slide 2 - Diapositive

Ik ... (vinden) het nieuwste boek van Carry Slee helemaal geweldig!

Slide 3 - Question ouverte

... (Schrijven) je op wat de leraar vertelt?

Slide 4 - Question ouverte

Persoonsvorm
verleden tijd

Slide 5 - Diapositive

Gisteren ... (regenen) het de hele dag.

Slide 6 - Question ouverte

Mijn broertje ... (surfen) de hele avond op internet.

Slide 7 - Question ouverte

Mijn neef en zijn vriendin ... (verhuizen) afgelopen zomer samen naar Den Haag.

Slide 8 - Question ouverte

Op de markt ... (kopen) mijn zus lekkere broodjes.

Slide 9 - Question ouverte

Afgelopen periode ... (lezen) de brugklassers het boek 'Like me!'

Slide 10 - Question ouverte

Onvoltooid deelwoord

Slide 11 - Diapositive

... (huilen) zagen de leerlingen hun toetsen in vlammen opgaan.

Slide 12 - Question ouverte

Al ... (kletsen) lopen de vriendinnen naar de les.

Slide 13 - Question ouverte

Voltooid deelwoord

Slide 14 - Diapositive

Vandaag ben ik samen met mijn buurmeisje naar huis ... (fietsen).

Slide 15 - Question ouverte

Cas had zin in cake en heeft wel drie plakken voor zichzelf ... (afsnijden).

Slide 16 - Question ouverte

Het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
  • In de volgende opdrachten wordt een zin gegeven.
  • Maak van het belangrijkste werkwoord in de zin een bijvoeglijk naamwoord. 
  • Bijvoorbeeld: we hebben een spel gespeeld. --> het gespeelde spel.
  • Jullie hoeven dan alleen 'gespeelde' te typen.

Slide 17 - Diapositive

Veel leerlingen zijn hun boek vergeten.
de ... boeken.

Slide 18 - Question ouverte

Twee mensen uit de klas hebben hun toets gemist. de ... toets

Slide 19 - Question ouverte


  • Je bent klaar!
  • Klik op kruisje. Dan zie je het overzicht van alle vragen.
  • Lees het nog eens na en klik daarna op 'lever in'.

Slide 20 - Diapositive