4.2 De stedelijke burgerij

4. 2 De stedelijke burgerij
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

4. 2 De stedelijke burgerij

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

lezen blz. 52 -53
Opdracht Gilden:
Onze regering zorgt voor verzekeringen, kwaliteitseisen, scholen en zorg voor armen. 

Noem voor elk van deze 4 dingen uit onze tijd, een voorbeeld van hoe het gilde dit oploste.

timer
1:30

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

 1560

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

1254 stadsrecht ALkmaar

Slide 11 - Diapositive

Pest
Stadsbranden

Slide 12 - Diapositive

De angstaanjagende outfit was niet alleen maar een morbide modegril, maar bedoeld om dokters en verzorgers tegen ‘miasmen’ te beschermen. Voordat de moderne theorie van ziekteverwekkers vaste voet aan de grond kreeg, geloofden dokters dat de pest werd verspreid in giftige dampen of ‘miasmen’, die een evenwichtsverstoring in de humores of lichaamssappen van een persoon veroorzaakten. Men meende dat plekken waar de pest heerste met zoete en scherpe parfums gezuiverd konden worden en dat degene die deze aroma’s opsnoof beschermd zou zijn; in deze tijd werden kleine boeketjes van bloemen en kruiden (ruikertjes), wierook en andere welriekende stoffen dan ook veel gebruikt.

Pestmeesters vulden de snavels van hun maskers met theriak, een mengsel van meer dan 55 verschillende kruiden en andere bestanddelen, waaronder poeder van addervlees, kaneel, mirre en honing. De Lorme dacht dat de ingeademde lucht dankzij de lange snavel van het masker genoeg tijd had om te worden doordrongen van het aroma van de beschermende kruiden, waarna het gezuiverd in de neusgaten en longen van de pestmeester kon doordringen.

Slide 13 - Diapositive

Pest in Alkmaar Pesthuis

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Lien

laatste houten huis: met de kogel

Slide 17 - Diapositive

Jaarmarkt

Slide 18 - Diapositive

Burgerrecht kun je kopen
eis: jaar en 1 dag in stad wonen
Geestelijken en waren ook beschermd door het stadsrecht

Slide 19 - Diapositive

Het stadsrecht was een privilege

Slide 20 - Diapositive

De machtigste burgers hadden burgerrecht en waren vaak kooplieden

Slide 21 - Diapositive

Burgerweeshuis
Ziekenhuis

Slide 22 - Diapositive

hofjes (bejaardenvoorziening)

Slide 23 - Diapositive

schutterij

Slide 24 - Diapositive

Stedelijke rechtbank

Slide 25 - Diapositive

Schout & Schepenen
Baljuw (maar deze heeft een conflict gekregen met de graaf)

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Rond het jaar 1000 groeiden de oogsten snel. Welke oorzaak had dat?
A
De boeren hadden geleerd het land te bemesten.
B
De boeren lieten hun kinderen meehelpen op het land.
C
Er kwamen steeds meer boeren, omdat de mensen in steden ook moesten eten
D
De boeren gebruikten betere werktuigen en wisten het land effectiever te bewerken

Slide 28 - Quiz

Welke gebieden waren het sterkst verstedelijkt?
A
Duitsland, Frankrijk en Vlaanderen
B
Duitsland en Luxemburg
C
Ze waren allemaal het zelfde
D
Vlaanderen, Holland en Noord-Italië

Slide 29 - Quiz

Van wie kreeg een stad, stadsrechten?
A
Magistraat
B
Schout
C
Burgemeester
D
Heer

Slide 30 - Quiz

Waarom zou een heer stadsrechten aan een stad verlenen?
A
Het gaf de heer aanzien als hij een grote stad in zijn gebied had
B
Hij wilde graag dat de mensen in zijn gebied een beter leven kregen.
C
Hij kreeg in ruil daarvoor belastingen en militaire steun

Slide 31 - Quiz

Burgers in de steden hadden zelf het bestuur en wetgeving van de stad in handen
A
waar
B
Niet waar

Slide 32 - Quiz

Hoe kwam het dat de opkomst van steden uiteindelijk de positie van de adel verzwakte?
A
Het feodale stelsel was gebaseerd op trouw en loyaliteit, door de geldeconomie werkte dit niet meer
B
De steden werden rijker en konden zo steeds meer vrijheden kopen, zo had de heer geen invloed meer
C
Steden werden rijk en konden zichzelf verdedigen, en hadden de bescherming van de heer niet nodig
D
zowel a, b als c

Slide 33 - Quiz

Waarom wilde de heer invloed blijven uitoefenen op het bestuur van de stad?
Welke zin hoort er NIET bij?
A
Een stad met stadsmuren en een eigen leger had veel macht.
B
Hij wilde belasting kunnen blijven innen.
C
Hij wilde zijn invloed op de steden vergroten.
D
Hij wild zijn eigen vertrouwelingen benoemen.

Slide 34 - Quiz

Het gilde controleert de kwaliteit en de prijs van de producten die de gildeleden maken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 35 - Quiz