Gouden eeuw quiz

Welke eeuw was de Gouden Eeuw?
A
15e eeuw
B
16e eeuw
C
17e eeuw
D
18e eeuw
1 / 16
suivant
Slide 1: Quiz
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs.

Éléments de cette leçon

Welke eeuw was de Gouden Eeuw?
A
15e eeuw
B
16e eeuw
C
17e eeuw
D
18e eeuw

Slide 1 - Quiz

Wat wordt er met het begrip 'Republiek' bedoeld?

A
De naam van Nederland in de 16e t/m de 18e eeuw.
B
Een staat zonder vorst zoals een koning of een keizer.
C
Ergens tegen in opstand komen.
D
Als burgers wetten maken en niet een vorst.

Slide 2 - Quiz

Wie hadden de meeste macht in de Nederlandse Republiek?
A
De koning en zijn hofhouding
B
De regenten uit rijke families
C
De hardwerkende mannen en vrouwen

Slide 3 - Quiz

Wat wordt er bedoelt met 'de beurs'?
A
Het gebouw waar kooplieden hun geld konden inwisselen om te handelen.
B
Het gebouw waar zeevaarders konden rusten voor een nieuwe tocht.
C
Het gebouw waar alle handelsspullen opgeslagen werden.
D
Het gebouw waar kooplieden samen komen om handel te drijven.

Slide 4 - Quiz

Producten opslaan om later te verhandelen noem je:
A
Handelskapitalisme
B
Stapelmarkt
C
VOC-principe
D
de Beurs

Slide 5 - Quiz

Wat is specialisatie?
A
Als je een speciale werknemer bent
B
Als je nog maar één product gaat maken
C
Als je nog maar één product gaat kopen
D
Als je nog maar één werknemer hebt

Slide 6 - Quiz

Een schip dat vanuit Amsterdam naar de landen rond de Oostzee vaart, is geladen met:
A
kaas, textiel en vis
B
wijn en olie
C
specerijen
D
graan en hout

Slide 7 - Quiz


Een schip dat vanuit de landen rond de Oostzee naar Amsterdam vaart, is geladen met:
A
kaas, textiel en vis
B
wijn en olie
C
specerijen
D
graan en hout

Slide 8 - Quiz


VOC staat voor
A
Vereniging Oost-Indische Compagnie
B
Verenigde Oost-Indie Compagnie
C
Verenigde Oost-Indische Compagnie
D
Verenigde Oost-Indische Campagne

Slide 9 - Quiz

Wanneer werd de VOC opgericht?
A
1621
B
1602
C
1601
D
1618

Slide 10 - Quiz


De VOC bracht naar Europa:
A
Slaven
B
Aardappels
C
Specerijen
D
Maïs

Slide 11 - Quiz

Welke conclusie kun je trekken na het zien van dit plaatje?
A
VOC voerde niet alleen handel en maar ook oorlog
B
VOC maakte kanonnen
C
VOC hield van mode
D
VOC had weinig wapens

Slide 12 - Quiz

In welk opzicht was de VOC uniek in de wereld?
A
Eerste bedrijf met winst uit handel
B
Eerste bedrijf met aandelen
C
Eerste bedrijf in de handel met specerijen
D
Eerste bedrijf in de handel met slaven

Slide 13 - Quiz

Wat is juist?
A
oostzeehandel: graan en hout VOC: specerijen en luxeproducten
B
oostzeehandel: specerijen en graan VOC: specerijen en luxeproducten
C
oostzeehandel: graan en luxeproducten VOC: hout en luxeproducten
D
oostzeehandel: graan en hout VOC: hout en luxeproducten

Slide 14 - Quiz

De WIC verhandelde vooral
A
Slaven
B
Aardappels
C
Kruiden
D
Maïs

Slide 15 - Quiz

Waar hield de WIC zich niet mee bezig?
A
Slavenhandel
B
Veroveringen
C
Driehoekshandel
D
Specerijenhandel

Slide 16 - Quiz