H4 - GS - Tijdvak 5 - week 1, les 2 De Rennaisance

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

5.1 Renaissance

Periode 1

Week 1

Les 2&3

Introductie

4 HAVO 

Onze afspraken

1. Je mag altijd een vraag stellen.

2. één iemand is aan het woord.

2. Ga zitten met mensen waarmee je kan werken, je zit hier om te leren.

3. Geen eten en/of drinken in de klas of op tafel, alleen water.

4. Telefoons / airpods / petten in de tas en indien zichtbaar bij mij in de bak.

5. Je hebt je spullen op orde. Boek, schrift, huiswerk. 

Programma

1. Testen: Voorkennis (10 min)

2. Theorie (20 minuten)

3.Zelf werken: Opdracht (50 min) +  0pdrachten van gisteren checken

4. Leerdoel-test (5 min)

Noem de vier historische ontwikkelingen die plaatsvonden in tijdvak 5 (uit het hoofd)

Renaissance

Expansie 

Reformatie

Nederlandse Opstand

Renaissance

1. LessonUP 

2.Geschiedeniswerkplaats 

3. Leerdoelen 

  Kenmerkende aspecten 5.1 

19                                                                       van de                              en het begin van een nieuwe wetenschappelijke belangstelling. 

(week 1)

20 De hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de

(week 2) 

Het veranderende mens- en wereldbeeld

De mens gaat op een andere manier naar zichzelf en de wereld kijken. 

renaissance

De wedergeboorte van de klassieke oudheid

klassieke oudheid

De tijd van de Grieken en Romeinen (tijdvak 2 - 3000 v.Chr. tot 400 n.Chr.) 

De renaissance heeft te maken met KA's: welke 2?

1. Het veranderende mens- en wereldbeeld van de renaissance en het begin van een nieuwe wetenschappelijke belangstelling.
2. De hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de klassieke Oudheid
3. De wedergeboorte van de klassieke culturen door Oumo Universale
4. De veranderende wereld van kunst en beeldhouwkunst door wetenschappers en kunstenaars

             Leerdoelen week 1 - Les 2 (KA 19) 

2. Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen het Middeleeuws mens- en wereldbeeld en het veranderde mens- en wereldbeeld uit de Renaissance. 

3. Je kunt aan de hand van drie oorzaken uitleggen waarom de Renaissance begint in Italië.  

leerdoel 4.: Je kunt de gevolgen van de Renaissance met betrekking tot de beeldhouwkunst, architectuur, schilderkunst, wetenschap en literatuur benoemen. 

(500- C. 1450) Middeleeuwen: Momento Mori - Gedenk te sterven 

(1450-1600) Renaissance: Carpe diem - pluk de dag

VS

Doel 2

Florence: bakermat van de renaissance 

De bankiersfamilie de Medici verdient geld met bankwezen

    Waarom in Italië? 

(3 oorzaken) (doel 3)

• Rijkdom onder handelsfamilies in Noord-Italiaanse handelssteden door handelsroutes via Italië (al sinds kruistochten - 1000 n.Chr.) 

• In het Italië van de late Middeleeuwen zijn veel restanten (beelden en bouwwerken) te vinden van het ooit-zo-roemrijke- Romeinse Rijk. 
• De val van Constantinopel (1453)

leerdoel 4. 

Je kunt de gevolgen van de Renaissance met betrekking tot de beeldhouwkunst, architectuur, schilderkunst, wetenschap en literatuur benoemen. 

       Gevolgen Renaissance

 (doel 4)

1. - De (schilder-) kunst en beeldhouwkunst: meer realisme,  perspectief en minder religieuze thematiek (oudheid) (Bijv. Michelangelo)

2. Architectuur: 

-  Elementen uit klassieke oudheid (zuilen, timpaan, koepels) 

3.  wetenschappelijke belangstelling:  

- De zon is centrum en de aarde draait om  de zon. (Heliocentrisch) 

- Ook aandacht voor anatomie en de natuur. 

4. Literatuur:  Humanisten bestudeerde klassieke geschriften. Gingen middeleeuwse Bijbelse verhalen na om te kijken of deze correct waren geschreven.  

Classroom

1. Lees de tekst van paragraaf 5.1. 

2. maak de opdrachten van week 1 die in classroom staan.

3. Helemaal klaar? Maak een korte samenvatting van paragraaf 5.1 en post deze in classroom.

Vragen ter controle

De afbeelding hoort bij de Vroegmoderne tijd.

1. Juist
2. Niet juist

Wie of wat is de Medici?

1. Belangrijke kunstverzamelaar familie
2. Bekend kunstwerk Florence
3. Medicijnen
4. Kunstenaar

Wat betekent Memento Mori?

1. Pluk de dag
2. Universeel mens
3. Wedergeboorte oudheid
4. Gedenk te sterven

Welk begrip past het beste bij het KA: hernieuwde orientatei op de klassieke oudheid

1. protestantisme
2. wereldbeeld
3. renaissance
4. expansie

De vroegmoderne tijd is de periode

1. 1500-1700
2. 1500-1800
3. 1600-1800
4. 1500-1900

Deze toets gaat over het tijdvak van ontdekkers en hervormers.
Wat zijn hervormers

1. Mensen die een land anders hebben ingedeeld.
2. Mensen die het leger hebben hervormd.
3. Mensen die het geloof hebben veranderd.
4. De Nederlandse opstandelingen.

Erfgoed betekent...

1. Waardevolle overblijfselen uit het verleden
2. Overblijfselen uit de prehistorie
3. Dure spullen uit de koloniale periode
4. Eten uit de kolonie

Wat betekent 'Renaissance'

1. wedergeboorte van de Middeleeuwen
2. wedergeboorte van de tijd van de Egyptenaren
3. wedergeboorte van de Klassieke Oudheid
4. wedergeboorte van de wetenschap

De renaissance begon in Italiaanse steden als Venetië, Milaan, Rome en Florence (in de 15e eeuw). Geef drie redenen waarom de renaissance juist daar begon.

- Beschrijf het Middeleeuws mens & wereldbeeld
- Beschrijf het Mens & wereldbeeld van de Renaissance

- Beschrijf het Middeleeuws mens & wereldbeeld
- Beschrijf het Mens & wereldbeeld van de Renaissance

Wat betekent 'Renaissance'

1. wedergeboorte van de Middeleeuwen
2. wedergeboorte van de tijd van de Egyptenaren
3. wedergeboorte van de Klassieke Oudheid
4. wedergeboorte van de wetenschap

De renaissance begon in Italiaanse steden als Venetië, Milaan, Rome en Florence (in de 15e eeuw). Geef drie redenen waarom de renaissance juist daar begon.

- Beschrijf het Middeleeuws mens & wereldbeeld
- Beschrijf het Mens & wereldbeeld van de Renaissance

- Beschrijf het Middeleeuws mens & wereldbeeld
- Beschrijf het Mens & wereldbeeld van de Renaissance