Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Ned_2h_Week3_les1
1 / 35
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Cette leçon contient
35 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
50 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Je microfoon mag uitgezet worden.
Slide 2 - Diapositive
Zorg dat jij je aanmeldt via LessonUp
met je eigen voornaam.
Werk je
samen
(mobiel leeg etc?), log in met
twee voornamen!
Dit is voor de registratie in magister (inzet).
Slide 3 - Diapositive
Terugblik
Samen aan de slag (nakijken huiswerk)
Samen aan de slag (nieuwe stof)
Zelfstandig aan de slag
Evalueren
Vooruitblik
Blijf online om de les af te sluiten
Slide 4 - Diapositive
Vorige les: lezen, vergelijkingen/personificatie/metafoor
Materiaal mee?
Methodeboek Nieuw Nederlands, leesboek, schrift en pen
(mobiel/pc)
Werkhouding?
Leerlingen die mee konden doen: TOP!
Afwezigheid of te laat?
Denk aan: huiswerk, huiswerk, huiswerk......
Slide 5 - Diapositive
Huiswerk begrepen?
Opdracht 1, 3 en 4 afmaken
Vanaf bladzijde 54
Opdracht 3 bespreken
Spreekwoorden
(metaforen)
Je kunt naar het lijstje kijken op blz 56 (onderaan)
Slide 6 - Diapositive
Opdracht 3, vraag 2, blz 56
Het loopt met een sisser af.
Wat betekent dit spreekwoord?
Slide 7 - Question ouverte
Antwoord
Het loopt met een sisser af. – Het probleem leek heel groot, maar viel uiteindelijk mee.
Slide 8 - Diapositive
Hij heeft een gat in zijn hand.
Wat betekent dit spreekwoord?
Slide 9 - Question ouverte
Antwoord
Hij heeft een gat in zijn hand. – Hij geeft te gemakkelijk geld uit.
Slide 10 - Diapositive
Ze trekt zich de haren uit het hoofd.
Wat betekent dit spreekwoord?
Slide 11 - Question ouverte
Antwoord
Ze trekt zich de haren uit het hoofd. – Ze heeft er enorm veel spijt van.
Slide 12 - Diapositive
De laatste loodjes wegen het zwaarst.
Wat betekent dit spreekwoord?
Slide 13 - Question ouverte
Antwoord
De laatste loodjes wegen het zwaarst. – Het laatste gedeelte van iets is het moeilijkst.
Slide 14 - Diapositive
Hij gooit er met de pet naar.
Wat betekent dit spreekwoord?
Slide 15 - Question ouverte
Antwoord
Hij gooit er met de pet naar. – Hij doet zijn best niet.
Slide 16 - Diapositive
Inhoud lessen deze week
Start H1 Formuleren + Spelling
Opdracht 1 en 2 (blz 33)
Theorie (blz 32)
Opdracht 3 (blz 33) verrijken
Lezen h3
Opdracht 1,2 en 4 (blz. 72-76)
Theorie blz. 72
Opdracht 3 en 5 (blz. 72-76)
verrijken
Woordenschat letter A en B
Opdracht 3 en 5
Slide 17 - Diapositive
Doel
Je kunt jouw tekst aantrekkelijker maken door te variëren in het gebruik van verschillende woorden.
Je leert over variatie in woordgebruik.
Slide 18 - Diapositive
Tekst 1, bladzijde 32
Kijk mee met deze tekst.
Slide 19 - Diapositive
Waarom is de tekst (blz 32) niet zo prettig leesbaar?
Wat zou je kunnen veranderen?
Slide 20 - Question ouverte
Antwoord
Sommige woorden worden te vaak herhaald, zoals: gekantelde, vrachtwagen, lading en augurken.
2. Je zou de woorden kunnen vervangen door synoniemen, of gebruik kunnen maken van verwijswoorden.
Slide 21 - Diapositive
https:
Slide 22 - Lien
Theorie bladzijde 32
Kijk mee met deze tekst.
Slide 23 - Diapositive
Kijk naar tekst 1 , bladzijde 33
Welk woord wordt te vaak gebruikt?
Slide 24 - Question ouverte
Antwoord
kalkoenen
Slide 25 - Diapositive
Noteer zoveel mogelijk synoniemen
of omschrijvingen van kalkoenen.
Slide 26 - Carte mentale
Antwoord
2 vogels, dieren, beesten, gevederde dieren, grote vogels.... wezen..
Slide 27 - Diapositive
Woordenschat woordjes A en B.
Slide 28 - Diapositive
Schooltaalwoorden met de A
Aannemen (veronderstellen)
Afzonderlijk
Anticiperen
Assertief
Autonoom
Slide 29 - Diapositive
Schooltaalwoorden met de B
Baseren (op)
Beleid
Beredeneren
Betrekking (met betrekking tot of m.b.t.)
Blootstaan (aan)
Slide 30 - Diapositive
Stap 1
Bedenkt een onderwerp (sport, hobby etc)
Noteer drie woorden plus twee synoniemen.
Schrijf de tekst. Verwerk de woorden/synoniemen en gebruik minimaal drie keer een verwijswoord (hij, haar, zijn, deze, die enz).
Stap 2
Controleer de tekst van je klasgenoot.
Omcirkel de synoniemen, onderstreep de synoniemen en verwijswoorden.
Markeer de woorden die teveel herhaald worden.
Slide 31 - Diapositive
Wat ga je maken:
Formuleren + Spelling
Opdracht 2 en 3 (blz 33)
Klaar? Top! Je kunt het volgende afmaken van lezen:
Woordenschat (woordjes A en B invullen)
Ben je klaar?
Opdracht 1, 3 en 4 afmaken
Vanaf bladzijde 54
Let op: blijf online.
5 minuten voor tijd zullen we de les samen afsluiten.
Slide 32 - Diapositive
Hoe ging de invulopdracht?
Wat ging goed?
Kan er de volgende keer iets beter?
Slide 33 - Diapositive
Wat gaan we de volgende les doen?
Woordenschat
Wat moet er volgende week mee?
Methodeboek, schrift, pen, leesboek en je mobiele telefoon en
oortjes
Slide 34 - Diapositive
Slide 35 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
2HV Formuleren H1 variatie in woordgebruik
Février 2023
- Leçon avec
12 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
2HV Formuleren H1 variatie in woordgebruik
Novembre 2024
- Leçon avec
10 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
2HV Formuleren H1 variatie in woordgebruik
Novembre 2023
- Leçon avec
10 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Ned_Gym1_Week4_les2
Septembre 2020
- Leçon avec
38 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Formuleren - hoofdstuk 1 2ha
Janvier 2021
- Leçon avec
15 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Formuleren - hoofdstuk 1 2v
Novembre 2023
- Leçon avec
16 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Ned_2h_Week3_les2
Septembre 2020
- Leçon avec
43 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
woordenschat beeldspraak 2h
Septembre 2021
- Leçon avec
27 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2