T5 B6 en 7 HV

B6 en 7 Houding, beweging en blessures
  • Zitten volgens de plattegrond
  • Spullen op tafel
       Boek, werkboek, schrift
  • Tas van tafel
  • Lees blz. 21 t/m 30
timer
5:00
Kennen/Kunnen
  • Ik kan uitleggen door welke 2 aanpassingen de wervelkolom als schokbreker werkt
  • Ik kan een tekening maken van een juiste zit/werkhouding 
  • Ik een uitleggen hoe iemand op een juiste manier kan tillen.
  • Ik kan minimaal 4 voorbeelden van soorten blessures benoemen.
  • Ik kan bij deze voorbeelden uitleggen wat er aan de hand is en hoe deze ontstaan
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

B6 en 7 Houding, beweging en blessures
  • Zitten volgens de plattegrond
  • Spullen op tafel
       Boek, werkboek, schrift
  • Tas van tafel
  • Lees blz. 21 t/m 30
timer
5:00
Kennen/Kunnen
  • Ik kan uitleggen door welke 2 aanpassingen de wervelkolom als schokbreker werkt
  • Ik kan een tekening maken van een juiste zit/werkhouding 
  • Ik een uitleggen hoe iemand op een juiste manier kan tillen.
  • Ik kan minimaal 4 voorbeelden van soorten blessures benoemen.
  • Ik kan bij deze voorbeelden uitleggen wat er aan de hand is en hoe deze ontstaan

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen?
  • Herhalen
  • Een juiste houding
  • Soorten blessures
  • Tijd voor hw
  • Afsluiten

Slide 2 - Diapositive

Hoe noem je de plek waar een spier aan het skelet vast zit
A
pees
B
aanhechtingsplaats
C
spier
D
vastmaakplaats

Slide 3 - Quiz

Hoe noem je twee spieren die tegengesteld samentrekken. (schrijf het in meervoud!)

Slide 4 - Question ouverte

Bij welke gewricht is er de meeste beweging mogelijk?
A
Kogelgewricht
B
Rolgewricht
C
Scharniergewricht
D
Draaigewricht

Slide 5 - Quiz

Wat gebeurt er als een spier samentrekt?
A
hij wordt langer en dikker
B
hij wordt langer en dunner
C
hij wordt korter en dikker
D
hij wordt korter en dunner

Slide 6 - Quiz

Ben jij tevreden over jouw (lichaams)houding? Waarom wel of niet?

Slide 7 - Question ouverte

Lichaamshouding
  • Ontstaat op jonge leeftijd
  • Op volwassen leeftijd, niet/moeilijk te veranderen
  • Wat is een goede houding?
Soorten houding

Slide 8 - Diapositive

De wervelkolom
  • Een juiste houding vangt klappen op (schokbreker)
De wervelkolom doet dit op 2 manieren:
  • Dubbele-S-vorm
  • Tussenwervelschijven

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Welke blessures ken je?

Slide 11 - Carte mentale

Opdracht Blessures
  1. Lees bladzijde 24 t/m 28 in het boek
  2. Beantwoord alleen of met de persoon naast je de vragen.
  3. Schrijf de vragen en antwoorden in je schrift
  4. Klaar? Ga vast aan het huiswerk werken
Vragen
  1. Noem 4 manieren waarop spierpijn kan ontstaan
  2. Is spierpijn gevaarlijk? Wanneer wel/niet?
  3. Noem 7 andere soorten blessures
  4. Wat is het verschil tussen een verzwikking en een ontwrichting?
  5. Noem 3 voorbeelden van situaties waardoor RSI klachten kunnen ontstaan
  6. Noem 3 dingen die de kans op blessures kunnen verkleinen
timer
15:00

Slide 12 - Diapositive

  1. Noem 4 manieren waarop spierpijn kan ontstaan
  • Ongetraind gaan sporten
  • Te sterke afkoeling van de spieren
  • Beschadiging van de spieren
  • Spierscheuring

Slide 13 - Diapositive

2. Is spierpijn gevaarlijk? Wanneer wel/niet?
In de meeste gevallen is spierpijn ongevaarlijk. Het geeft juist aan dat spieren zich herstellen.
Bij ernstige spierscheuring, is spierpijn wel gevaarlijk. Er is dan meestal een operatie nodig.

Slide 14 - Diapositive

3. Noem 7 andere soorten blessures
  1. Botbreuk
  2. Voetbalknie
  3. Kneuzing
  4. Verzwikking
  5. Ontwrichting
  6. Tenniselleboog 
  7. RSI

Slide 15 - Diapositive

4. Wat is het verschil tussen een verzwikking en een ontwrichting?
Verzwikking is een kneuzing van een gewricht, het gewrichtskapsel is in sommige gevallen gescheurd.

Ontwrichting is een extremere vorm waarbij de twee botten van het gewricht loskomen van elkaar

Slide 16 - Diapositive

5. Noem 3 voorbeelden van situaties waardoor RSI klachten kunnen ontstaan
Situaties waarin mensen steeds dezelfde handeling doen veroorzaken RSI. Bijvoorbeeld:
  • Achter een pc zitten en voortdurend de muis gebruiken
  • Langdurig verven met een kwast
  • Steeds dezelfde oefening uitvoeren
  • Veel dezelfde slag gebruiken bij tennis

Slide 17 - Diapositive

  1.  Noem 3 dingen die de kans op blessures kunnen verkleinen.



  • Een warming-up voor het sporten
  • Rekoefeningen
  • Een cooling-down na het sporten
  • Niet te snel te veel willen > sporten op jouw niveau

Slide 18 - Diapositive

Ga aan de slag met:
  • Lezen blz. 21 t/m 30
  • Maken Opdr. 22, 23, 24, 26 t/m 31 blz. 22

Klaar met het bovenstaande?
  • Verder werken/lezen
  • Samenvatten
  • Ander huiswerk
  • Boek lezen
Zs = Werken in stilte
  • Geen vinger opsteken
  • Aan het werk
  • Stil en stoor niemand
  • Blijf op je plek
timer
6:00

Slide 19 - Diapositive

Ga aan de slag met:
  • Lezen blz. 21 t/m 30
  • Maken Opdr. 22, 23, 24, 26 t/m 31 blz. 22

Klaar met het bovenstaande?
  • Verder werken/lezen
  • Samenvatten
  • Ander huiswerk
  • Boek lezen
Zf = Werken met fluisteren
  • Geen vinger opsteken
  • De docent komt langs
  • Aan het werk
  • Fluister alleen met de persoon naast je
  • Blijf op je plek

Slide 20 - Diapositive