Havo3: le verbe -IR (chapitre 2)
1 / 33
La durée de la leçon est: 30 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
j'en assez
la trottinette
het middel
het slachtoffer
l'endroit
déranger
de plek
le moyen
la victime
de step
storen
ik heb er genoeg van
Slide 4 - Question de remorquage
Traduis: l'habitant est curieux
Slide 5 - Question ouverte
Dans l'espace il y a des étoiles
=
=
A
In de plek zijn er sterren
B
In de ruimte zijn er sterren
C
In de ruimte zijn er geen sterren
D
In de ruimte waren er sterren
Slide 6 - Quiz
Le voyage finira demain
A
D e reis eindigt morgen
B
De reis zal vandaag eindigen
C
De reis zal morgen eindigen
D
De reis zal vandaag eindigen
Slide 7 - Quiz
Traduis: Boodschappen doen is vervelend
Slide 8 - Question ouverte
Traduis: zij gaat naar het restaurant
Slide 9 - Question ouverte
Slide 10 - Diapositive
In het Frans zijn er 3 groepen regelmatige ww. Welke?
Slide 11 - Question ouverte
Wat was ook alweer de (algemene) regel om een regelmatig ww te vervoegen?
Slide 12 - Question ouverte
Vervoeg het werkwoord "parler" in de le présent
Slide 13 - Question ouverte
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Lien
Slide 16 - Lien
Slide 17 - Diapositive
Traduis: zij hebben gegeten
Slide 18 - Question ouverte
Traduis: wij hebben verkocht (vendre)
