A3: le verbe -IR (chapitre 2 deel 2)

BONJOUR
A3!
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

BONJOUR
A3!

Slide 1 - Diapositive

Le programme
-uitleg + oefeningen:  Grammaire H 


le but: iedereen kan op de laptop de werkwoorden vervoegen -ir

Slide 2 - Diapositive

In het Frans zijn er 3 uitgangen van regelmatige ww. Welke?

Slide 3 - Question ouverte

A3 chapitre 2: Grammaire et écrire
Le verbe -IR
        +
     voca


Slide 4 - Diapositive

Wat was ook alweer de (algemene) regel om een ww te vervoegen?

Slide 5 - Question ouverte

le verbe -ir
Hoe te vervoegen?



Regarde H (page 82)



Slide 6 - Diapositive

le verbe -ir
Hoe te vervoegen?

Voor deze groep geldt ook:

STAM + UITGANG

Slide 7 - Diapositive

le verbe -ir
Dus:

FINIR => stam = FIN

en gaat dan als volgt:

Slide 8 - Diapositive

Regelmatige ww op -ir 
FINIR (= eindigen) - Présent (=tegenw. tijd)
je finis
tu finis
il/elle/on finit
nous finissons
vous finissez
ils/elles finissent

Slide 9 - Diapositive

Regelmatige ww op -ir 
Andere werkwoorden op -IR:
- choisir (= kiezen)
- grandir (= opgroeien)
- remplir (= invullen)
- réussir (= slagen)
- réfléchir (=nadenken)
-rougir (rood worden)

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Lien

Slide 12 - Lien

Slide 13 - Lien

Et le passé composé

Wat is de regel van de passé composé?

Slide 14 - Diapositive

Et le passé compé

Wat is de regel van de passé composé?

=> hulp ww + voltooid deelwoord

Slide 15 - Diapositive

Regelmatige ww op -ir 
 Passé composé (verleden tijd): vorm van avoir + volt. dw

CHOISIR (= kiezen) 
Ik heb gekozen = j'ai choisi
REMPLIR (= vullen)
Jij hebt ingevuld = tu as rempli

Slide 16 - Diapositive

Dus:
regarder => ik heb gekeken wordt?

vendre => ik heb verkocht wordt?

finir => ik heb beïndigd wordt?

Slide 17 - Diapositive

Dus:
regarder => ik heb gekeken wordt?                   J'ai regardé

vendre => ik heb verkocht wordt?                      J'ai vendu

finir => ik heb beïndigd wordt?                            J'ai fini

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Lien




Pour lundi:
Faire: ex 29a-c-d-
30c- 30e (82)
Apprendre: voca F + la règle -IR

Slide 20 - Diapositive