5H AK p7 Klimaatgebieden

1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Noem zoveel mogelijk
klimaten die je kent,
bijv As, Aw, Af, BS ...

Slide 6 - Carte mentale

Welke hoofdletter uit het klimaatsysteem van Köppen is anders dan de anderen?
A
A
B
B
C
E
D
D

Slide 7 - Quiz

Het hooggebergteklimaat geef je aan met de letter(s)
A
EF
B
EH
C
ET
D
H

Slide 8 - Quiz

Waarom moet je opletten of een plaats op het zuidelijk halfrond valt?
A
op het zuidelijk halfrond valt de winter in januari
B
op het zuidelijk halfrond valt de winter in juli
C
op het zuidelijk halfrond valt de droge tijd in januari
D
nergens voor, dat maakt niet uit

Slide 9 - Quiz

Het B-klimaat zijn de...
A
tropische klimaten
B
landklimaten
C
droge klimaten
D
zeeklimaten

Slide 10 - Quiz

A-klimaat
B-klimaat
C-klimaat
D-klimaat
E-klimaat
altijd. gem. > 18 C
jaar<500 mm neerslag
altijd. gem. < 10 C
winter gem. > -3 C
winter gem. < -3 C
onder droogtegrens
onder boomgrens
winter haven ijsvrij
winter haven ijs
boven palmgrens
Wat hoort bij welk klimaat?

Slide 11 - Question de remorquage

Een kenmerk van het tropisch regenwoudklimaat is
A
Het hele jaar door groene bomen
B
Etages van bomen
C
Altijd boven de 25 graden
D
Meer dan 2000 mm neerslag

Slide 12 - Quiz

De boomgrens ligt op
A
10 graden
B
11 graden
C
7 graden
D
3 graden

Slide 13 - Quiz

Het woestijnklimaat wordt aangegeven met de letters
A
Af
B
As
C
BW
D
BS

Slide 14 - Quiz

Bij het landklimaat is de wintertemperatuur minimaal
A
-1 Celsius
B
-3 Celsius
C
-5 Celsius
D
-10 Celsius

Slide 15 - Quiz

gemiddeld minimaal 18 graden in de winter is de ...
A
boomgrens
B
kokosnootgrens
C
minimale verdampingstemp. van een droogteklimaat
D
palmgrens

Slide 16 - Quiz

De kleine letter f staat voor:
A
een droge zomer
B
een droge winter
C
het hele jaar door droog
D
het hele jaar door regen

Slide 17 - Quiz

Het verschil tussen savanne, tropisch regenwoud en steppeklimaat
savanne
tropisch regenwoud
steppe
gras, geen bomen
meer open landschap
dicht begroeid, etages
droge tijd (s of w) door verschuiven ITCZ
geen droge tijd (f),
vrijwel altijd neerslag
droogteklimaat
300-500 mm p. jr.

Slide 18 - Question de remorquage

Welke combinatie is niet mogelijk?
A
BW
B
AF
C
Cs
D
EH

Slide 19 - Quiz

Welk klimaat is dit
volgens Köopen?
(De Bilt ligt in Nederland)
A
As, tropisch, droge zomer
B
Cs, gematigd zeeklimaat, droge zomer
C
Cf, gematigd zeeklimaat, geen droge tijd (f = fehlt)
D
Cw, gematigd zeeklimaat, droge winter

Slide 20 - Quiz

Welk klimaat is dit
volgens Köppen?
(Tamranrasset ligt in Algerije
Noord-Afrika)
A
As, tropisch, droge zomer
B
Cs, gematigd zeeklimaat, droge zomer
C
BS, steppeklimaat, 300-500 mm per jaar
D
BW, woestijnklimaat, <500mm neerslag p.jr.

Slide 21 - Quiz

Welk klimaat is dit
volgens Köppen?
(Brazzaville ligt in Congo,
net iets ten zuiden van de evenaar)
A
As, tropisch, droge zomer
B
Aw, tropisch, droge winter
C
Cf, gematigd zeeklimaat, geen droge tijd (f = fehlt)
D
Cw, gematigd zeeklimaat, droge winter

Slide 22 - Quiz

Welk klimaat is dit
volgens Köppen?
(Dikson is een havenplaats
in het noorden van Rusland)
A
Ds, landklimaat droge winter
B
Dw, landklimaat, droge zomer
C
ET, toendraklimaat
D
EF, vorstklimaat

Slide 23 - Quiz

Sleep de juiste klimaatletter naar het juiste klimaat
Cs
BS
BW
Af
Aw
Aw
Aw
Aw

Slide 24 - Question de remorquage

Wat is het verschil tussen een kleine tweede letter en en grote tweede letter?
A
kleine letters gaan over landschappen met plantengroei, grote over een droge tijd
B
alle tweede letters zijn klein
C
grote letters gaan over landschappen met plantengroei, kleine over een droge tijd
D
kleine letters gaan over de natte tijd, grote over landschappen

Slide 25 - Quiz

Deze les was ...
A
wel nuttig en wel leuk
B
niet nuttig, wel leuk
C
niet nuttig en niet leuk
D
wel nuttig, niet leuk

Slide 26 - Quiz