voedsel en ademhaling bij planten

1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Fotosynthese
Fotosynthese vindt plaats:
* In planten
* In de bladgroenkorrel
* In de groene delen van de plant
* Als er licht is

Water + Koolstofdioxide + Zonlicht --> Zuurstof + Glucose

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe komen planten aan hun voedsel
Planten komen aan hun voedsel door 

Hierbij maken zij glucose.
Van glucose maken zij daarvan de andere voedingsstoffen

Daarom noemen we planten PRODUCENTEN (ze produceren hun eigen voedsel)



FOTOSYNTHESE!

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Fotosynthese
Nodig voor fotosynthese:
* Koolstofdioxide
* water
* Licht


Water + Koolstofdioxide + Zonlicht --> Zuurstof + Glucose

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Fotosynthese
Er ontstaat bij fotosynthese:
* glucose (= druivensuiker)
* zuurstof



Water + Koolstofdioxide + Zonlicht --> Zuurstof + Glucose

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bladgroenkorrels

Geven groene kleur aan bladeren.
Hier vindt de fotosynthese plaats.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Fotosynthese

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

CO2 is koolstofdioxide
Koolstofdioxide wordt gebruikt bij de fotosynthese.
2
C6H12O6 is glucose
Glucose ontstaat bij de fotosynthese.
5
O2 is zuurstof.
Zuurstof ontstaat bij de fotosynthse.
6
H2O is water.
Water wordt gebruikt bij de fotosynthese.
1
Alleen onder invloed van zonlicht vindt er fotosynthese plaats.
4
Fotosynthese vindt alleen plaats in de bladgroenkorrels van een plant.
3
Klik de nummers aan voor extra informatie

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Voor fotosynthese is water nodig.
voor fotosynthese heeft een plant water, koolstofdioxide en licht nodig
A
juist
B
onjuist

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is ook nodig voor fotosynthese?
voor fotosynthese heeft een plant water, koolstofdioxide en licht nodig
A
lucht
B
warmte
C
licht
D
glucose

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom kan er alleen in een plant fotosynthese plaatsvinden
Fotosynthese kan alleen in de bladgroenkorrel plaatsvinden. Bladgroenkorrels komen alleen in het blad voor

Slide 12 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het doel van de fotosynthese?
Met fotosynthese kan de plant zijn eigen voedsel maken. Dit doet hij door van koolstofioxide en water (en licht) stoffen te maken: glucose en zuurstof

Slide 13 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Voor fotosynthese zijn er 2 stoffen nodig: water en ......
voor fotosynthese heeft een plant water, koolstofdioxide en licht nodig

Slide 14 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

's nachts vindt er in planten fotosynthese plaats
Fotosynthese kan alleen in de bladgroenkorrel plaatsvinden, als het licht is. 's Nachts is het donker..
(behalve als je een lamp aanzet, dan is er licht en dus fotosynthese, maar dat wordt hier niet gevraagd)
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij fotosynthese ontstaat er
A
koolstofdioxide
B
glucose
C
zuurstof
D
water

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Fotosynthese

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Fotosynthese
Zonlicht
Koolstofdioxide
Glucose
Zuurstof
Water

Slide 18 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke stof ontstaat of welke stoffen ontstaan bij de fotosynthese?
A
Bij de fotosynthese ontstaat alleen glucose.
B
Bij de fotosynthese ontstaan glucose en koolstofdioxide.
C
Bij de fotosynthese ontstaan glucose en zuurstof.
D
Bij de fotosynthese ontstaan water, koolstofdioxide en glucose.

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Geef de volledige formule van de fotosynthese
Koolstofdioxide + water + licht geeft glucose + zuurstof

Slide 20 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom is fotosynthese zo belangrijk voor andere organismen?
A
Door de fotosynthese wordt zuurstof verbruikt.
B
Door de fotosynthese komt er nieuwe energie vrij.
C
Door de fotosynthese komt er telkens nieuw voedsel op aarde.

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Floortje koopt een bos rozen en zet deze meteen in een vaas voor het raam. Kan er in de bladeren aan de rozentak fotosynthese plaatsvinden? En als Floortje die nacht gaat slapen?
Fotosynthese kan alleen in de bladgroenkorrel plaatsvinden.
Als het licht is. In de nacht is het niet licht dus geen fotosynthese
Overdag is er wel licht dus wel fotosynthese
A
geen van beide
B
alleen overdag
C
alleen in de nacht
D
zowel overdag als 's nachts

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Glucose opslaan
Alle glucose die een plant niet gebruikt kan hij omzetten in zetmeel.
Dit bewaart hij voor later als hij de energie nodig heeft.

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij fotosynthese ontstaat glucose 
Planten kunnen glucose omzetten in andere organische stoffen:
  1. Koolhydraten, 
  2. Eiwitten 
  3. Vetten

Dit wordt assimilatie genoemd. 
Alle organismen assimileren. 
Oftewel: alle organismen maken van stoffen weer andere stoffen
(de term assimileren hoef je niet te kennen)

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar gebruikt hij die suiker dan voor?
De plant kan de glucose weer gebruiken en omzetten in andere dingen:

1: Eiwitten, zijn voor groei van de plant en opslag. Eiwitten worden gemaakt met behulp van mineralen uit de grond.

2: Vetten, opslagvoedsel voor de zaadjes.

3: Zetmeel, opslagvoedsel voor plant zelf.

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 26 - Diapositive

Er wordt overdag vaak meer glucose gemaakt dan een plant gebruikt. De glucose die over is kan op verschillende manieren worden opgeslagen, zoals in de vorm van suiker in de vruchten van een plant, in de vorm van zetmeel. De omzetting van glucose in grotere moleculen zoals zetmeel, noemen we de voortgezette assimilatie. 
Wat kan een plant van glucose maken?
A
Mineralen, eiwitten, vetten
B
mineralen koolhydraten, eiwitten
C
eiwitten, vetten, koolhydraten
D
water

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat heeft een plant nodig om van glucose eiwit te maken?

Slide 28 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Gaswisseling plant
Huidmondjes regelen inlaat en uitlaat van gassen = gaswisseling. 

Overdag: teveel zuurstof,  zuurstof gaat via de huidmondjes naar de omgeving.
's Nachts: te weinig zuurstof, dus opgeslagen zuurstof gebruiken, of opname via de huidmondjes

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

gaswisseling bij planten

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions




Huidmondje

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huidmondje

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Plant in droog milieu:


  • Weinig huidmondjes
  • Behaard blad
  • Dikke waslaag
  • Klein bladoppervlak

Plant in vochtig milieu:


  • Veel huidmondjes
  • Glad bladoppervlak
  • Dunne bladeren
  • Grote bladeren

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De gaswisseling tussen planten en hun omgeving gaat via...
A
Houtvaten
B
Bastvaten
C
Bladgroenkorrels
D
Huidmondjes

Slide 34 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Vindt er in een plant gaswisseling plaats? Zo ja, noem dan welke gassen er worden uitgewisseld.

Slide 35 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Stoffen opnemen en kwijtraken via het huidmondje 
Koolstofdioxide kan het blad 
in en uit via het huidmondje

Water gaat het blad uit via het huidmondje
Het komt het blad in via de houtvaten

Zuurstof gaat het blad uit via het huidmondje

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions