4.2 wat is arm en rijk?

§4.2 Wat is arm en rijk?
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

§4.2 Wat is arm en rijk?

Slide 1 - Diapositive

LESPROGRAMMA

  • Wat weet jij inmiddels?                                                                           
  • Uitleg § 4.2                                                    
  • Aan de slag.....

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen

  1.  Je weet wat de begrippen welvaart en welzijn betekenen.
  2. Je begrijpt waarom welvaart en welzijn belangrijk zijn om te bepalen of inwoners arm of rijk zijn.
  3. Je kunt de wereld in drie groepen landen verdelen als je kijkt naar de welvaart.

Slide 3 - Diapositive

Begrippen
Welzijn
alfabetiseringsgraad
koopkracht
Welvaart
armoedegrens
bruto nationaal product/ hoofd

Slide 4 - Diapositive

Wanneer leeft iemand onder de armoedegrens?

Slide 5 - Question ouverte

Wanneer spreken we over scharreleconomie?

Slide 6 - Carte mentale

Scharreleconomie
In arme landen hebben mensen zonder baan geen inkomen. Ze krijgen geen uitkering.
Ze verdienen dan geld door verschillende dingen te doen en verhandelen op straat.

Armoedegrens: hoeveel geld iemand nodig heeft voor eten, wonen en kleren. In arme landen is die grens 1,25 dollar/ 1 € per dag. Het leven is daar goedkoper dan in rijke landen.

Slide 7 - Diapositive

LESPROGRAMMA

  • Wat weet jij inmiddels?                                                                      
  • Uitleg § 4.1                                                    
  • Aan de slag.....

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

Slide 14 - Vidéo

Noem een land met een hoge alfabetiseringsgraad

Slide 15 - Question ouverte

Noem een land met een lage alfabetiseringsgraad

Slide 16 - Question ouverte

Er zijn 23.500.000 mensen in een land. Het BNP van het land is 363 miljard. Wat is het BNP/hoofd

Slide 17 - Question ouverte

Als je de welvaart onderzoekt, kijk je naar...
A
Bnp/hoofd
B
levensomstandigheden
C
alfabetisering
D
gezondheidszorg

Slide 18 - Quiz

Koopkracht hoort bij...
A
Welzijn
B
Welvaart

Slide 19 - Quiz

Als je naar de levensverwachting, alfabetiseringsgraad en de koopkracht kijkt, meet je ...
A
welvaart
B
welzijn

Slide 20 - Quiz

Als je naar het inkomen van mensen/landen kijkt,
dan heb je het over .........
A
Welvaart
B
Welzijn

Slide 21 - Quiz

Welke van deze begrippen gaat over geld?
A
Welzijn
B
Welvaart

Slide 22 - Quiz

LESPROGRAMMA

  • Wat weet jij inmiddels?                                                                           
  • Uitleg § 4.2                                                    
  • Aan de slag.....

Opdrachten Wb. 94/ 1, 2,5,6 

Slide 23 - Diapositive

Aan de slag
H4.2 
Sta je hoger dan een 7? 
Dan mag je opdracht 1 en 2 overslaan.

Slide 24 - Diapositive

Leerdoelen

  1.  Je weet wat de begrippen welvaart en welzijn betekenen.
  2. Je begrijpt waarom welvaart en welzijn belangrijk zijn om te bepalen of inwoners arm of rijk zijn.
  3. Je kunt de wereld in drie groepen landen verdelen als je kijkt naar de welvaart.

Slide 25 - Diapositive

Vandaag
  1. Maken H4.2 
    Als je hoger dan een 7 staat mag je opdracht 1 en 2 overslaan. (25 minuten)
  2. Goed gewerkt? 
    Blooket!
    https://dashboard.blooket.com/set/64649d047b68341a7706ff71

Slide 26 - Diapositive

Evaluatie
  • Ik snap niet waar het over gaat (vuist)
  • Ik heb meer uitleg nodig (1 vinger)
  • Ik heb een aantal vragen (2 vingers)
  • Ik twijfel nog één beetje hoe het werkt (3 vingers)
  • Ik weet het, ik wil er graag mee aan de slag (4 vingers)
  • ík kan het iedereen uitleggen (5 vingers)

Slide 27 - Diapositive

Wat ging er goed en waardoor kwam dat?
Wat ging er minder goed en hoe kwam dat?
Noem een positief punt over hoe je aan deze les hebt gewerkt?
Wat heb je gedaan om de leerdoelen te behalen?
Wat zou je een andere keer anders doen en waarom?
Wie of wat heeft jou goed geholpen om de leerdoelen te behalen?

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Vidéo

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive