Faalangst

\
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
StudielessenMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2,3

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

\

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive



'Je hebt heel erg goed geleerd, het zit helemaal in je hoofd, maar het komt er niet uit. Je presteert onder je kunnen'. 

Slide 3 - Diapositive

 Wat is faalangst eigenlijk?

Slide 4 - Diapositive

Faalangst, wat is het?

Slide 5 - Carte mentale

Slide 6 - Vidéo

Negatieve en positieve faalangst
negatieve faalangst:
Bij negatieve faalangst denk je alleen maar na over wat er fout kan gaan. Als je last hebt van negatieve faalangst probeer je het ook niet een meer, je bereikt er dan dus ook niks mee.

positieve faalangst:
positieve faalangst stimuleert je juist heel erg. Je wil het juist graag goed doen.



Slide 7 - Diapositive

WAT GEBEURT ER BIJ FAALANGST?

Slide 8 - Diapositive

De verschillende soorten:
  • Positieve faalangst
  • Negatieve faalangst
  • Actieve faalangst
  • Passieve faalangst
  • Cognitieve faalangst
  • Sociale faalangst
  • Emotionele faalangst
  • Motorische faalangst

Slide 9 - Diapositive

Cognitieve faalangst

Deze kinderen vinden het lastig om te laten zien wat zij aan kennis hebben geleerd. Dit uit zich met name bij het maken van toetsen. `Als ik maar niet weer een onvoldoende haal`.

Sociale faalangst

Angst voor andere mensen en contact maken. Je ziet dit vaak bij het doen van een spreekbeurt, boodschappen, telefoongesprek of een vraag stellen in de klas. `Dan word ik helemaal rood!`

Slide 10 - Diapositive

Feiten en cijfers 
8% van de jongeren tussen 10 en 11 jaar hebben faalangst. 

10 tot 13 % van de jongeren tussen de 12 en 14 jaar hebben faalangst.

1 op de 10 jongeren tussen de 12 en 18 jaar hebben faalangst.

Slide 11 - Diapositive

WAT GEBEURT ER BIJ FAALANGST?

Slide 12 - Diapositive

WAT ZIJN DE GEVOLGEN 
VAN FAALANGST?

- je kunt niet meer denken
- je voelt nog meer angst!
- je kunt nog minder denken!
- er komt steeds minder bloed naar je hersenen
- je raakt in paniek
- er ontstaat een black-out!

Slide 13 - Diapositive

Actieve faalangst

Hard werkend en streeft naar een zo goed mogelijk resultaat. Hierdoor komt het kind vaak niet aan ontspanning of sport toe. Ze kan geen afstand van de opdracht nemen.



Passieve faalangst

Het idee dat haar inspanning geen invloed heeft op het resultaat. Hoe meer je je inspant, hoe groter de teleurstelling. Hierdoor heeft het kind het gevoel dat ze haar tijd beter in andere dingen kan steken.

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Lien

Wat kun je doen tegen faalangst?
Faalangst- of 
examenvreestraining

Slide 16 - Diapositive

Zijn er nog vragen?

Slide 17 - Diapositive

Bedankt voor jullie aandacht

Slide 18 - Diapositive

WAT GEBEURT ER BIJ FAALANGST?

Slide 19 - Diapositive