1H: unité 2 - herhaling na kerstvakantie

1H: unité 2 - herhaling na kerstvakantie
Lesdoelen
- Je kunt een bezittelijk voornaamwoord gebruiken in het Frans
- Je kunt het werkwoord hebben vervoegen
- Je kunt tellen t/m 20


1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

1H: unité 2 - herhaling na kerstvakantie
Lesdoelen
- Je kunt een bezittelijk voornaamwoord gebruiken in het Frans
- Je kunt het werkwoord hebben vervoegen
- Je kunt tellen t/m 20


Slide 1 - Diapositive

Het bezittelijk voornaamwoord

Slide 2 - Diapositive

Sleep alleen de juiste bezittelijke voornaamwoorden naar het midden
frère
mon
sa
ton
ma
son
ta

Slide 3 - Question de remorquage

Sleep alleen de juiste bezittelijke voornaamwoorden naar het midden
maison
ma 
mon
mes
ton
ta
ses

Slide 4 - Question de remorquage

Wat is correct:
A
mon amie
B
ma amie
C
mes amie
D
ma amies

Slide 5 - Quiz

Vertaal: mijn dochter
timer
0:30

Slide 6 - Question ouverte

Lesdoel:
Ik kan een bezittelijk voornaamwoord gebruiken in het Frans
Ja, ik begrijp het volledig
Ja, maar ik moet nog wel een beetje oefenen
Niet helemaal, ik moet het nog goed bestuderen
Nee, ik maak nog steeds veel fouten bij de vragen

Slide 7 - Sondage

Le verbe: avoir

Slide 8 - Diapositive

Avoir is een ... werkwoord
A
regelmatig
B
onregelmatig

Slide 9 - Quiz

Vertaal: wij hebben
A
nous avons
B
nous sommes
C
vous avez
D
vous êtes

Slide 10 - Quiz

Vul de juiste vorm van avoir in:
Elle ________ un chien.
A
ai
B
as
C
a
D
avons

Slide 11 - Quiz

Vul de juiste vorm van avoir in:
Ils ________ une grande maison.
A
ai
B
ont
C
avez
D
avons

Slide 12 - Quiz

Vul de juiste vorm van hebben in:
Tu ... aussi un petit frère ?
timer
0:20

Slide 13 - Question ouverte

Lesdoel:
Ik kan het werkwoord hebben vervoegen in het Frans
Ja
Bijna
Uhm...
Nee

Slide 14 - Sondage

Tellen t/m 20

Slide 15 - Diapositive

1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
un
deux
trois
quatre
cinq
six
sept
huit
neuf
dix
onze
douze
treize
quatorze
quinze
seize
dix-sept
dix-huit
dix-neuf
vingt

Slide 16 - Question de remorquage

We kijken het huiswerk na


Slide 17 - Diapositive