Thema 3, week 2 Les 7 - samengestelde zin

Maak er één zin van!
Ik heb dorst.
Ik heb honger.
1 / 35
suivant
Slide 1: Question ouverte
TaalBasisschoolGroep 7,8

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

Maak er één zin van!
Ik heb dorst.
Ik heb honger.

Slide 1 - Question ouverte

Lesdoel
Ik kan samengestelde zinnen ontleden in hoofdzinnen en bijzinnen.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Welke 2 zinnen kun je van deze zin maken?

Slide 4 - Question ouverte

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive


Wat is de samengestelde zin?
A
Totdat de uitslag bekend is, kijken we televisie..
B
Gisteren ging ik naar de kermis in het centrum.
C
Ik het fietsenhok staan veel kapotte fietsen.
D
Hebben alle kinderen het verkeersexamen gehaald?

Slide 7 - Quiz


Wat is de samengestelde zin?
A
Vanuit mijn slaapkamerraam zie ik de maan.
B
Op de tafel staan twee borden met soep.
C
Zij willen het spel graag winnen.
D
De veerpont vaart niet, omdat het stormt.

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Diapositive

Met welke vier voegwoorden verbind je twee hoofdzinnen?

Slide 10 - Question ouverte

Slide 11 - Diapositive

War zijn de twee persoonsvormen van de hoofdzinnen?
De man fluit, want hij is vrolijk.

Slide 12 - Question ouverte

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Hoe is deze zin samengesteld?
A
hoofdzin + hoofdzin
B
hoofdzin + bijzin
C
bijzin + hoofdzin

Slide 15 - Quiz

Wat is de persoonsvorm van de hoofdzin?

Slide 16 - Question ouverte

Wat is de persoonsvorm van de bijzin?

Slide 17 - Question ouverte

Hoe is deze zin samengesteld?
A
hoofdzin + hoofdzin
B
hoofdzin + bijzin
C
bijzin + hoofdzin

Slide 18 - Quiz

Wat is de persoonsvorm van de bijzin?

Slide 19 - Question ouverte

Hoe is deze zin samengesteld?
A
hoofdzin + hoofdzin
B
hoofdzin + bijzin
C
bijzin + hoofdzin

Slide 20 - Quiz

Met welke vier voegwoorden verbind je twee hoofdzinnen?

Slide 21 - Question ouverte

Ik rende keihard naar beneden, zodat ik weinig tijd zou verliezen.
A
hoofdzin+hoofdzin
B
hoofdzin+bijzin
C
bijzin+hoofdzin

Slide 22 - Quiz

Omdat Lasse van primitief houdt, koken we altijd op houtvuur.
A
Hoofdzin + hoofdzin
B
Hoofdzin + bijzin
C
Bijzin + hoofdzin

Slide 23 - Quiz

Totdat het regenseizoen begon, gingen we er naartoe.
A
Hoofdzin + hoofdzin
B
Hoofdzin + bijzin
C
Bijzin + hoofdzin
D
Bijzin + bijzin

Slide 24 - Quiz

Ik heb buikpijn, maar ik ga toch naar school.
A
bijzin, hoofdzin
B
hoofdzin, hoofdzin
C
bijzin, bijzin
D
hoofdzin, bijzin

Slide 25 - Quiz

Hij dacht dat hij een beer hoorde, maar het was een jonge vos.
A
hoofdzin+hoofdzin
B
hoofdzin+bijzin
C
bijzin+hoofdzin

Slide 26 - Quiz

Mijn moeder hielp mij altijd met Engels, omdat ik dat erg moeilijk vond.
A
hoofdzin - bijzin
B
bijzin - hoofdzin
C
bijzin - bijzin
D
hoofdzin - hoofdzin

Slide 27 - Quiz

Omdat hij uitgegleden was, ben ik hulp gaan halen.
A
hoofdzin+hoofdzin
B
hoofdzin+bijzin
C
bijzin+hoofdzin

Slide 28 - Quiz

De volgende zin is een hoofd + hoofdzin:

Ik probeerde te lezen, maar mijn ogen vielen steeds dicht.
A
waar
B
niet waar

Slide 29 - Quiz

Vorig jaar was ik nog in Indonesië geweest, want mijn vader werkte daar.
A
Hoofdzin + hoofdzin
B
Hoofdzin + bijzin
C
Bijzin + hoofdzin
D
Bijzin + bijzin

Slide 30 - Quiz

Elif zwaait uit het raam, want ze ziet Jorinde lopen.
A
Hoofdzin + hoofdzin
B
Hoofdzin + bijzin
C
Bijzin + hoofdzin

Slide 31 - Quiz

Sleep de zinnen naar het goede vak!
HOOFDZIN
BIJZIN
Jan heeft erge haast,
omdat hij de bus wil halen

Slide 32 - Question de remorquage

Sleep de zinnen naar het goede vak!
HOOFDZIN
BIJZIN
Doordat het regende
kwam ik te laat op school.

Slide 33 - Question de remorquage

Zeg van elk zinsdeel of het een hoofdzin of een bijzin is. Je mag A en B meerdere keren gebruiken.
Omdat ik jarig ben,
moet ik vanmiddag boodschappen doen.
Ik wil een parfum,
hoewel dat wel erg duur is.
hoofdzin
bijzin

Slide 34 - Question de remorquage

TAAL
 Thema 3, week 2, Les 7

OPGAVE 2
OPGAVE 3
10 X PLUSSEN

Slide 35 - Diapositive