TA6 6.4.17 hoofdzinnen/bijzinnen

Onderscheid tussen  hoofdzinnen en bijzinnen weten.
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
TaalBasisschoolGroep 7,8

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

Onderscheid tussen  hoofdzinnen en bijzinnen weten.

Slide 1 - Diapositive

Samengestelde zin
Een zin met twee persoonsvormen heet een samengestelde zin.

Een samengestelde zin kan bestaan uit:
- hoofdzin/hoofdzin
- een bijzin/hoofdzin
- hoofdzin/bijzin
- hoofdzin/bijzin/hoofdzin

Slide 2 - Diapositive

Bij welke 5 voegwoorden krijg je altijd 2 hoofdzinnen?

Slide 3 - Question ouverte

Baudet zag sterretjes, want hij kreeg een klap op zijn hoofd met een paraplu.
A
hoofdzin - bijzin
B
bijzin - hoofdzin
C
bijzin - bijzin
D
hoofdzin - hoofdzin

Slide 4 - Quiz

Het is niet erg als je te laat komt, mits je een goede reden hebt.

Slide 5 - Question ouverte

Alles wat waarde heeft, is weerloos.
(naar Lucebert)
A
hoofdzin - bijzin
B
bijzin - hoofdzin
C
bijzin - bijzin
D
hoofdzin - hoofdzin

Slide 6 - Quiz

Het regent de hele dag en ik baal daarvan.
A
hoofdzin - bijzin
B
bijzin - hoofdzin
C
bijzin - bijzin
D
hoofdzin - hoofdzin

Slide 7 - Quiz

Bij welke 5 voegwoorden krijg je altijd 2 hoofdzinnen?

Slide 8 - Question ouverte

Terwijl mijn kat zich wast,
was ik mijn kleren.
Wat is het voegwoord?

Slide 9 - Question ouverte

Terwijl mijn kat zich wast,
was ik mijn kleren.
A
hoofdzin - bijzin
B
bijzin - hoofdzin
C
bijzin - bijzin
D
hoofdzin - hoofdzin

Slide 10 - Quiz

Welke nevenschikkende voegwoorden ken je?

Slide 11 - Question ouverte

'Nadat' is een ..... voegwoord.
A
nevenschikkend
B
onderschikkend
C
inschikkend
D
beschikkend

Slide 12 - Quiz

Nadat je je tanden gepoetst
hebt, kun je beter niet meer snoepen.
A
hoofdzin - bijzin
B
bijzin - hoofdzin
C
bijzin - bijzin
D
hoofdzin - hoofdzin

Slide 13 - Quiz

Sleep de hoofdzinnen en bijzinnen naar de juiste plek
HOOFDZIN
BIJZIN

Slide 14 - Question de remorquage

Sleep de hoofdzinnen en bijzinnen naar de juiste plek
HOOFDZIN
BIJZIN

Slide 15 - Question de remorquage

Mijn moeder hielp mij altijd met Engels, omdat ik dat erg moeilijk vond.
A
hoofdzin - bijzin
B
bijzin - hoofdzin
C
bijzin - bijzin
D
hoofdzin - hoofdzin

Slide 16 - Quiz

Ik moet morgen naar de tandarts, want ik heb kiespijn.
A
hoofdzin - bijzin
B
bijzin - hoofdzin
C
bijzin - bijzin
D
hoofdzin - hoofdzin

Slide 17 - Quiz

De man, met de rode zonnerbril, liep snel de winkel uit.
A
bijzin - bijzin
B
hoofdzin - hoofdzin
C
bijzin - hoofdzin
D
hoofdzin - bijstelling

Slide 18 - Quiz

Jurre pakt limonade, omdat hij dorst heeft.
A
hoofdzin + hoofdzin
B
bijzin + hoofdzin
C
hoofdzin + bijzin
D
bijzin + bijzin

Slide 19 - Quiz

Omdat hij uitgegleden was, ben ik hulp gaan halen.
A
hoofdzin+hoofdzin
B
hoofdzin+bijzin
C
bijzin+hoofdzin

Slide 20 - Quiz

Omdat hij uitgegleden was, ben ik hulp gaan halen.
Noteer de persoonsvormen.

Slide 21 - Question ouverte

Wat is de hoofdzin?
Als we de wedstrijd winnen, zijn we kampioen.
A
Als we de wedstrijd winnen,
B
zijn we kampioen.
C
Die is er niet

Slide 22 - Quiz

Hoe goed begrijp je het?
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Sondage