Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Staal blok 7/ week 4/ les 2
Staal week 4/ les 3
1 / 18
suivant
Slide 1:
Diapositive
Spelling
Basisschool
Groep 7
Cette leçon contient
18 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
20 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Staal week 4/ les 3
Slide 1 - Diapositive
Lesdoel
Herhalen van categorieën, woordsoorten en zinsdelen.
Slide 2 - Diapositive
Weet je nog?
Bezittelijk voornaamwoord:
Het bezittelijk voornaamwoord geeft aan van wie iets is of bij wie iemand hoort.
Bijvoorbeeld:
Jij hebt een fiets. Het is
jouw
fiets.
U heeft nieuwe schoenen. Het zijn
uw
schoenen.
Slide 3 - Diapositive
Wat zijn de bezittelijk voornaamwoorden in de volgende zinnen?
1. Wanneer spreidt een pauw zijn veren?
2. Pinguïns kunnen niet met hun vleugels vliegen.
3. Weet u waar uw duif naartoe gevlogen is?
4. Het eendje is uit zijn ei gekropen.
Slide 4 - Diapositive
bezittelijke voornaamwoorden:
1. zijn
2. hun
3. uw
4. zijn
Slide 5 - Diapositive
Dictee
- Heb je een blaadje voor je?
- Heb je een pen (die het doet) of een potlood (met punt)?
Slide 6 - Diapositive
eerste woord
tweede woord
derde woord
zin 1
zin 2
zin 3
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
- de vleesconsumptie
samenstelling:
vlees -
1 hakwoord
c
onsump
tie
-
18 colawoord
17 politiewoord
- de
ver
spill
ing
9 voorvoegsel
2 zingwoord
- het
i
deaal
13 kilowoord
Slide 9 - Diapositive
1. Bestreed hij dit?
Verleden tijd bestrijden.
Slide 10 - Diapositive
2. Door die nare film en haar verhalen over de bio-industrie ben ik vegetariër geworden.
- b
i
o
-
industrie samenstelling met
koppelteken (30)
13 kilowoord
-vegetari
ë
r
28 tremawoord
Slide 11 - Diapositive
3.Wij hebben veel Nederlandse champignons naar het buitenland geëxporteerd.
- champignons
leenwoord
-
ge
ë
x
port
eer
d
9 voorvoegsel
28 tremawoord
20 taxiwoord
5 eer-woord
8 langermaakwoord
Slide 12 - Diapositive
Weet je nog?
Lijdend voorwerp
Het lijdend voorwerp ondergaat de handeling.
Je vindt het lijdend voorwerp door te vragen:
wie of wat + persoonsvorm + onderwerp (+ andere werkwoorden)
Bijvoorbeeld
Ze zingt een lied. - Wat zingt ze? -
een lied
(lijdend vw)
Slide 13 - Diapositive
In dit filmpje wordt het nog eens uitgelegd....
Slide 14 - Diapositive
Wat is de persoonsvorm?
Wat is het onderwerp?
Wij drinken thuis elke ochtend vers sinaasappelsap.
Slide 15 - Question ouverte
Wat is het lijdend voorwerp in de zin?
Wij drinken thuis elke ochtend vers sinaasappelsap.
Slide 16 - Question ouverte
En dan nog even dit.
Zelfstandige naamwoorden....
Slide 17 - Diapositive
Einde
Ik wens jullie alvast een hele fijne meivakantie en hoop jullie allemaal weer te zien
in de klas!
Slide 18 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Spelling 7.4.3.
Avril 2022
- Leçon avec
30 diapositives
Spelling
Basisschool
Groep 7
Groep 7 thema 6, week 3, herhaling voor de toets
Mai 2021
- Leçon avec
35 diapositives
Taal
Primary Education
nederlands
Novembre 2021
- Leçon avec
10 diapositives
Baso natuurwetenschappen
Basisschool
Groep 8
Gebruik van persoonlijk voornaamwoord lijdend voorwerp
Avril 2023
- Leçon avec
14 diapositives
Les 14 hv3
Novembre 2020
- Leçon avec
36 diapositives
Frans
Enseignement Secondaire
Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
Octobre 2023
- Leçon avec
15 diapositives
Lijdend voorwerp en meewerkend voorwerp
Janvier 2023
- Leçon avec
19 diapositives
Nederlands
Lager onderwijs
Het wederkerend en wederkerig voornaamwoord
Avril 2022
- Leçon avec
29 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs