1hv - 4.3 Lezen - theorie / tekst 3

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Welkom bij Nederlands

Leg klaar:

• schrift voor je antwoorden en pen om aantekeningen te maken
• open TAlent digitaal had 4.3 lezen alvast of leg werkboek B klaar. - blz. 28
•  tekst 3 -- 

Leerdoelen hfd 4 par. 3 lezen

• leesstrategie studerend lezen toepassen 
  
• teksdoelen herkennen: informeren en vermaken
  
• een schematische samenvatting maken
  
• het leespubliek vaststellen
  
• het uitleggend tekstverband herkennen

Leesstrategie "verkennend lezen" pas je toe om een eerste indruk te krijgen. Wat doe je?

Nauwkeurig lezen doe je als je een tekst leest om hem te BEGRIJPEN. Wat doe je dan?

Hoe lees je als je aan het leren bent, bijv. voor een geschiedenistoets?

Studerend lezen doe je als je informatie wilt onthouden

Waarom lees je bij studerend lezen ook nauwkeurig ?

Ga naar Talent digitaal - hoofdstuk 4 - paragraaf 3

Maak opdracht 2 - 

Je hebt drie minuten. 

Ga niet uit deze les.

Leerdoelen hfd 4 par. 3 lezen

tekstdoelen herkennen: 

informeren en vermaken

leesdoelen - tekstdoelen

Wat wil jij als lezer bereiken als je een tekst leest = leesdoel

Wat wil de schrijver met de tekst  bereiken bij de lezer = tekstdoel

Welk doel heb jij als lezer wanneer je non-fictie leest?

1. je wilt geïnformeerd worden over een onderwerp
2. je wilt je vermaken

Welk doel heb jij als lezer wanneer je fictie leest?

1. je wilt geïnformeerd worden over een onderwerp
2. je wilt je vermaken

Een tekstdoel

1. is wat de schrijver met de tekst wil bereiken bij de lezer
2. is wat de lezer wil bereiken met het lezen van een tekst

Welke woorden horen bij het tekstdoel INFORMEREN

1. feiten en spannend
2. verzonnen en spannend
3. feiten en controleerbaar
4. verzonnen en controleerbaar

1. informeren
2. amuseren

1. informeren
2. amuseren

Leerdoelen hfd 4 par. 3 lezen

het leespubliek vaststellen

De signaalwoorden ook, bovendien, eveneens, tevens, zowel ...als horen bij

1. opsommend verband
2. tegenstellend verband
3. chronologisch verband
4. toelichtend verband

De signaalwoorden intussen, terwijl, voordat en zodra horen bij

1. opsommend verband
2. tegenstellend verband
3. chronologisch verband
4. toelichtend verband

De signaalwoorden echter, evenwel, enerzijds... anderzijds horen bij

1. opsommend verband
2. tegenstellend verband
3. chronologisch verband
4. toelichtend verband

Maak de zin af:
Op de sportdag kun je kiezen uit veel sporten, zoals .....

De leerlingen van B1c geven altijd goede antwoorden in de onlineles met andere woorden...

1. onderwerp
2. tekstdoel
3. soort tekst

verkennend lezen

• Onderwerp: de rol van het fysieke aspect in jeugdvoetbal;

• Soort tekst: krantenartikel dat de lezer wil informeren;

• Tekstdoel: informeren;

• Bron/schrijver: een krant, de Volkskrant; de schrijver is Maikel Suilen.

inleiding = al. ....
kern = al ....
slot? = al ....

tekstindeling

inleiding  = al. 1

kern = al. 2 t/m 11

Er is geen apart slot, want in de laatste alinea.....

Voor welk publiek? Waarom?

Leespubliek

Alle lezers van de Volkskrant

Vooral voor mensen die geïnteresseerd zijn in voetbal.

Samen tekst 3 nauwkeurig lezen

Streep tijdens het lezen aan:

• wat zijn problemen? (kleurtje 1)
• wat zijn oplossing(en)? (kleurtje 2)

Maak in je schrift 15 en 17 - woensdag af!