crisis les 5
1 / 15
La durée de la leçon est: 30 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Als je in twee taken minder goed bent dan een ander maar in één van de taken ben je minder slecht
A
...dan heb je een comparatief voordeel
B
...dan heb je een absoluut voordeel
C
...dan je geen absoluut- en geen comparatief voordeel
D
...dan kan je beide taken beter door de ander laten doen
Slide 5 - Quiz
Wim en Bart hebben een overzicht gemaakt van
de taken in huis en hoeveel uren iedere taak kost
per week als Wim of Bart beide taken doet: zie bron.
Welke stelling is juist of onjuist?
I. Bij een optimale taakverdeling kunnen er 2 uur bespaard worden.
II. Er is sprake van een comparatief voordeel.
de taken in huis en hoeveel uren iedere taak kost
per week als Wim of Bart beide taken doet: zie bron.
Welke stelling is juist of onjuist?
I. Bij een optimale taakverdeling kunnen er 2 uur bespaard worden.
II. Er is sprake van een comparatief voordeel.
A
Beide zijn juist
B
I is juist
II is onjuist
C
I is onjuist
II is juist
D
Beide zijn onjuist
Slide 6 - Quiz
In welke taak heeft Jo
een comparatief
voordeel?
een comparatief
voordeel?
was
koken
Miep
1,5
2
Jo
2
3
A
was, want 2>3
B
koken, want 3>2
C
was, want 2/ 1,5= +33%
D
koken, want 3/2= +50%
Slide 7 - Quiz
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Vidéo
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
De ING bank heeft 20 miljard aan liquide middelen en de klanten hebben 150 miljard op hun betaalrekening staan. Het liquiditeitspercentage moet minimaal 10% zijn. Hoeveel kan de ING bank nog uitlenen?
