Herhaling Crisis + uitleg

• Economie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Schaarste is

1. De informatie die noodzakelijk is om voldoende goederen en diensten te produceren
2. de productie van voldoende middelen om in behoeften te voorzien
3. de spanning tussen de behoeften en de middelen om in de behoeften te voorzien
4. het offer dat mensen moeten brengen om zich goederen en diensten te verschaffen

Stelling: Als een budgetlijn niet veranderd betekent dit altijd dat de prijzen ook niet zijn veranderd.

1. Waar
2. Niet waar

Als de prijzen dalen en het budget daalt ook welke kant gaat de budgetlijn dan op?

1. Naar links
2. Naar rechts
3. Blijft gelijk
4. Kan je zo niet zeggen

Een Budgetlijn kan naar rechts verschuiven als:

1. Het budget van de consument daalt.
2. Er meer geproduceerd wordt
3. De consument meer chips koopt
4. De consument de loterij wint.

Als er inflatie(stijgend prijspeil) is wat zal er dan met de budgetlijn gebeuren?

1. Verschuift naar links
2. Verschuift naar rechts
3. Blijft gelijk

Denk aan een Product A en Product B budgetlijn. Stel de prijs van Product A verdubbelt.
Hoeveel kan je nog van maximaal van product B kopen?

1. de helft
2. ongeveer 3/4de
3. evenveel
4. Niet te zeggen zonder meer informatie

Wat is géén geldfunctie?

1. rekenmiddel
2. ruilmiddel
3. spaarmiddel
4. rentemiddel

Hoe noemen we het als je iets koopt met cash geld?

1. Directe ruil, giraal geld.
2. indirecte ruil, giraal geld.
3. Directe ruil, chartaal geld.
4. Indirecte ruil, chartaal geld.

Wat is chartaal geld?

1. Munten
2. Biljetten
3. Munten en biljetten
4. Giraal geld

Door inflatie stijgt de koopkracht van geld

1. Juist
2. Onjuist

De opofferingskosten van een boek lezen bedragen?

1. 90
2. 85
3. 50
4. 5

Vul het juiste woord in:
Aan het ruilen zijn doorgaans
...... verbonden

1. ruilkosten
2. verkoopkosten
3. pinkosten
4. transactiekosten

Het gebruik van geld leidt tot hogere transactiekosten.

1. Juist
2. Onjuist

Neemt de arbeidsproductiviteit toe of af wanneer er sprake is van mechanisatie of automatisering

1. arbeidsproductiviteit neemt af
2. arbeidsproductiviteit neemt toe

Door specialisatie stijgt de arbeidsproductiviteit

1. Waar
2. Niet waar

Als B=17 en chips € 0,75 kost wat is
dan de formule van deze budgetlijn?

1. 17= 0,75C + 1F
2. 17= 17C + 22,5F
3. B= 1C +0,75F
4. B= 0,75C + 17F

Waarom kunnen we zeggen dat ons geld fiduciair is?

1. We hebben vooral giraal geld, een wettig betaalmiddel
2. We hebben vooral chartaal geld, een niet wettig betaalmiddel
3. We hebben vertrouwen dat het zijn waarde behoudt
4. Het is indirecte ruil

  De waarde van geld

a. nominale waarde: wat op het biljet staat

b. intrinsieke waarde : materiaalwaarde

c. interne waarde: de hoeveelheid goederen en diensten die je in je eigen land kunt kopen.

d. extern waarde: waarde in een vreemde valuta

Door inflatie daalt/stijgt de interne waarde

1. daalt
2. stijgt

Inflatie heeft geen invloed op de nominale waarde van geld

1. juist
2. onjuist

De ECB verlaagt de rente.
Wat gebeurt er met de inflatie?

1. De inflatie blijft gelijk
2. De inflatie stijgt
3. De inflatie daalt

De waarde die op het geld gedrukt staat noemen we ook wel

1. Intrinsieke waarde
2. Nominale waarde
3. Interne waarde
4. Extrinsieke waarde

De intrinsieke waarde van een bankbiljet is

1. de koopkracht van het biljet
2. de waarde die op het biljet staat
3. de waarde van het materiaal (papier plus drukkosten)
4. de waarde van het goud bij ECB als dekking

Absoluut voordeel

Een voordeel in een aantal benodigde uren per jaar

Voorbeeld:

Relatief voordeel

Relatief = procentueel

Relatief voordeel

Relatief = procentueel

Comparatief voordeel

Marcel heeft bij koken een comparatief voordeel ten opzichte van de kinderen verzorgen. 

De ene persoon kan een taak sneller of goedkoper uitvoeren dan een andere persoon. Een voordeel in het aantal benodigde uren per taak of een financieel voordeel in het maken van een product.

1. comparatief voordeel
2. absoluut voordeel
3. resoluut voordeel

België en Nederland moeten de taken verdelen op basis van hun comparatieve voordelen. Welk land zal kaas gaan maken?

1. Belgie
2. Nederland

Bereken het liquiditeitspercentage van deze geldscheppende bank.

activa		passiva
liquide middelen	850	Rekening courant tegoed	5600
debiteuren	1450

1. 6,6%
2. 15,2%
3. 25,9%
4. 41,1%

Is hier sprake van een comparatief voordeel? Waarom wel of niet?

De ING bank heeft 5 miljard aan liquide middelen en de klanten hebben 40 miljard op hun betaalrekening staan. Het liquiditeitspercentage moet minimaal 10% zijn. Hoeveel kan de ING bank nog uitlenen?

De ING bank heeft 20 miljard aan liquide middelen en de klanten hebben 150 miljard op hun betaalrekening staan. Bereken het liquiditeitspercentage.

De ING bank heeft 20 miljard aan liquide middelen en de klanten hebben 150 miljard op hun betaalrekening staan. Het liquiditeitspercentage moet minimaal 10% zijn. Hoeveel kan de ING bank nog uitlenen?