§1.4 Nederland: Hoog-Nederland


§1.4 Nederland: Hoog-Nederland
1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon


§1.4 Nederland: Hoog-Nederland

Slide 1 - Diapositive

Bovenloop
Benedenloop
Middenloop

Slide 2 - Question de remorquage

Leerdoelen
- Je weet waarom de grond in Noord-Nederland onvruchtbaar is en hoe het geschikt is gemaakt voor akkerbouw.

- Je begrijpt hoe het reliëf in Noord-Nederland is ontstaan en dat daarbij zwerfstenen zijn achtergebleven. 

- Je kunt op een topografische kaart Noord-Nederland aanwijzen.

Slide 3 - Diapositive

De meeste vakantie- en attractieparken vind je in Hoog-Nederland. Dat is natuurlijk niet zo gek, want het landschap is daar erg afwisselend met heuvels, beken, bossen en heide. Je kunt er prima mountainbiken, fietsen en wandelen. In deze paragraaf leer je hoe Hoog-Nederland ontstaan is en wat de mensen met het landschap hebben gedaan.

Slide 4 - Diapositive

Een doucheputje dat wegzakt
  • De bovenste lagen van de Nederlandse ondergrond zijn gevormd door grote rivieren. 

  • Nederland ligt in de benedenloop van de stroomgebieden (het gebied dat afwatert op een rivier en haar zijrivieren) van de Rijn en de Maas.

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Nederland zonder dijken
Hoogte kaart Nederland

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Stuwwallen en zwerfstenen
  • 200.000 jaar geleden -> koude periode -> IJskap vanuit Scandinavië richting Nederland -> IJstongen -> al het neergelegde sediment opzij geduwd. Dit ijs kwam tot de HUN-lijn (midden Nederland; Haarlem, Utrecht, Nijmegen).

  • Na het smelten van het landijs zijn de heuvels overgebleven -> die worden stuwwallen genoemd.
  • Door het smeltwater ontstonden er smeltwaterdalen.
  • In het noorden van Nederland zwerfstenen -> daar neergelegd door het ijs uit Scandinavië. 
Haarlem, Utrecht, Nijmegen.

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

Pingo = Groeiende ijsberg die samen vriest met het grondwater.
Smeltwaterdal = dal is ontstaan door het smelten van het landijs
Keileem = Door de zwaarte van het ijs is de bodem samengedrukt.
Zwerfstenen = Stenen die door het landijs naar NL zijn gekomen vanuit Scandinavië.
Stuwwallen = Heuvels die door het schuivende landijs ontstaan zijn.

Slide 18 - Diapositive

De arme zandgronden
  • De eerste mensen in Nederland woonden in Hoog-Nederland.
    Daar was het veiliger en gemakkelijker om te leven. Het ligt boven de zeespiegel, dus je hebt geen last van overstromingen. Om aan voedsel te komen gingen de mensen op jacht en in de bossen groeiden bessen en vruchten. Later gingen de jagers zich ook met de akkerbouw bezighouden. Daarbij kwamen zij twee problemen tegen:
Hoog-Nederland was bedekt met bos, dat gekapt moest worden.
In Hoog-Nederland bestaat de bodem uit zandgrond.

Slide 19 - Diapositive

De arme zandgronden
  • Archeologische vondsten tonen aan dat Hoog-Nederland al duizenden jaren wordt bewoond -> boven de zeespiegel -> veiliger -> eten zoeken was er gemakkelijk.

  • Probleem toen ze boeren werden:
- Zandgrond is niet vruchtbaar (mest nodig om iets op te kunnen verbouwen -> veel schapen die mest achterlieten) > tegenwoordig wordt kunstmest gebruikt.

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Vidéo

wat voor een grondsoort heeft Hoog-Nederland
A
klei
B
steen
C
zand
D
moeras

Slide 23 - Quiz

Welke letter geeft hoog Nederland aan?
A
A
B
B

Slide 24 - Quiz

Welke provincie ligt volledig in Hoog-Nederland?
A
Limburg
B
Zuid-Holland
C
Zeeland
D
Flevoland

Slide 25 - Quiz

In Hoog Nederland vind je vooral
A
klei
B
veen
C
zand
D
loss

Slide 26 - Quiz

Wat is geen voorbeeld van een stuwwal?
A
Veluwe
B
Heuvel bij Nijmegen
C
Utrechtse heuvelrug
D
Heuvels Zuid-Limburg

Slide 27 - Quiz

Stuwwallen vind je ook in Breda
A
Juist
B
Onjuist

Slide 28 - Quiz

Het stuwwallenlandschap behoort bij
A
hoog Nederland
B
laag Nederland

Slide 29 - Quiz

Wat is een stuwwal?
A
Een laag fijn stof door de wind neergelegd.
B
Een heuvelrug die door het landijs is gevormd.
C
Een andere naam voor dekzand.
D
Een diep dal dat door het landijs is uitgeschuurd.

Slide 30 - Quiz

Een stuwwal is een heuvel gevormd door?
A
De mens
B
Water
C
Gletsjers
D
Wind

Slide 31 - Quiz

Wat groeit er op de hoge, droge zand?

Slide 32 - Question ouverte

Smeltwaterdalen zijn gevormd door ...
A
smeltend ijs
B
wind
C
grote rivieren
D
mensen

Slide 33 - Quiz

De smeltwaterdalen in de buurt van de stuwwallen zijn ontstaan...
A
voor de ijstijd
B
tijdens de ijstijd
C
na de ijstijd

Slide 34 - Quiz

Smeltwaterdalen zijn ontstaan door...
A
verwering
B
erosie
C
sedimentatie

Slide 35 - Quiz

Wat is hoog-Nederland?
A
Het deel van Nederland dat LAGER dan de zeespiegel ligt.
B
Het deel van Nederland dat HOGER dan de zeespiegel ligt.

Slide 36 - Quiz

Hoog Nederland is van nature vooral...?
A
Onvruchtbaar, er is een tekort aan neerslag
B
Vruchtbaar, boeren konden hier makkelijk alles verbouwen
C
Vol met landbouw, veel glastuinbouw
D
Onvruchtbaar, er was veel mest nodig

Slide 37 - Quiz

Geef een score tussen 0 en 100 voor deze stelling:
Ik heb de stof van paragraaf 1.4. begrepen
0100

Slide 38 - Sondage