§ 2.3 Massa en volume

Pak je boek erbij
timer
20:00
1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Pak je boek erbij
timer
20:00

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoofdstuk 2 Stoffen

Alles om je heen bestaat uit stoffen.


Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gaan we vandaag doen?

Uitleg § 2.3 
Aan de slag met § 2.3 en § 2.4 

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Practica - In je boek 
Bladzijde 67 en verder 
proef 4 volume en massa bepalen
proef 5 met de onderdompelmethode werken
proef 6 de dichtheid bepalen

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

mengsel
zuivere stof
zuivere boslucht
zeewater
gedestilleerd water
coca-cola
zuurstof
kristalsuiker
gemalen koffie
melk

Slide 5 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Zuivere stof of mengsel?
Zuivere stof
Mengsel

Slide 6 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is geen stofeigenschap?
A
smaak
B
kleur
C
massa
D
dichtheid

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Je werkt met de brander. Met welke knop kan je de vlamkleur veranderen?

Slide 8 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke kleur krijgt de vlam van deze brander als je onderdeel C dichtdraait?

Slide 9 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

§ 2.3 MASSA EN VOLUME

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
  • Je kunt de massa van een hoeveelheid stof bepalen.
  • Je kunt het verschil tussen massa en gewicht uitleggen.
  • Je kunt het volume van een hoeveelheid vloeistof bepalen.
  • Je kunt de eenheden liter (=dm3) en m3 gebruiken.
  • Je kunt het volume van een rechthoekig voorwerp, een cilinder en een voorwerp met een onregelmatige vorm berekenen.

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag
Mk en lr § 2.3 en § 2.4 

Omrekenen lastig? Oefenen met de vaardigheidstrainer!
Kijk ook achterin je boek

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

timer
2:30
Waar denken jullie aan bij
massa en volume

Slide 13 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

MASSA
  • massa zegt iets over hoe zwaar iets is
  • de eenheid van massa is kilogram of gram
  • massa meet je met een weegschaal of balans

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De eenheid van
massa kan zijn...
A
Liter
B
centimeter
C
gram
D
zwaar

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Massa bepaal je met een ...
A
liniaal
B
geodriehoek
C
weegschaal
D
maatcilinder

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk symbool hoort
bij de grootheid massa ?
A
M
B
V
C
m
D
G

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

VOLUME
  • volume zegt iets hoeveel ruimte een voorwerp inneemt 
  • volume wordt ook wel eens inhoud genoemd 
  • de eenheid van volume is liter of kubieke meter
  • volume kun je berekenen:  lengte x breedte x hoogte
  • of bepalen met de onderdompelmethode

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het symbool van
de grootheid volume is ...
A
V
B
L
C
v
D
cm3

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke eenheid
hoort bij volume?
A
kilogram
B
Liter
C
gram
D
dB

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een ander
woord voor volume?
A
oppervlakte
B
maat
C
inhoud
D
grootte

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Omrekenschema massa 

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Omrekenschema volume 

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel gram is 1 kg?
A
100
B
10
C
1000
D
10000

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel kg is 500 milligram
A
0,5
B
0,0005
C
5
D
50

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

volume rechthoekige voorwerpen
Bij rechthoekige voorwerpen, bereken je het 
volume met:   lengte x breedte x hoogte. 
Afgekort schrijf je V = l x b x h
V = l x  b x h =     5 x 4 x 3 =   60 m3

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Volume van een vloeistof aflezen
(stand aflezen op ooghoogte)

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe heet het meetinstrument om het volume van de vloeistof af te lezen?

Slide 28 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

volume onregelmatige vormen
Het volume van onregelmatige voorwerpen kan je NIET bepalen met V=  l x b x h

We gebruiken dan de onderdompelmethode
Bekijk het filmpje hierna. 

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 30 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Onderdompelmethode

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Onderdompelmethode
V eind = 24 mL

Vbegin = 15 ml

Vsteen = 24 - 15 = 9 mL = 9 cm3

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een rechthoekig voorwerp heeft de volgende afmetingen: l = 1 dm, b = 5 cm en h = 3 cm. Bereken het volume.
A
15 cm3
B
15 cm
C
150 cm3
D
9 cm3

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de stand van de
maatcilinder:
A
32 ml
B
33 ml
C
32 kubieke centimeter

Slide 34 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel dm3 zit er in 1 liter?
A
1
B
10
C
0,1

Slide 35 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Volume berekenen van een cilinder

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een cilinder heeft een hoogte van 2 m en een diameter van 8,2 cm. Bereken het volume.

Slide 37 - Question ouverte

V = pi x r2 x h
h = 2m = 200 cm

V = pi x (8,2)2 x 200
V = 42248, 14 cm3