Writing A2 short

• Engels
• MBO
• Studiejaar 2

Today's programme

* Writing
 

* Writing tips and information

Writing exam

• 'Generic' exam (A2 level)
• Duration: 1  hour
• 3-4 writing products, for example: 2 personal messages (e-mails), a form to fill out and an informal letter
• Online exam
• You are allowed to use a dictionary (Dutch - English)
• Schoolyear

About the exam (in Dutch)

Wat verwachten we op A2 niveau?

1. voldoende woordenschat om vertrouwde dingen te omschrijven zoals over familie, hobby's, werk, reizen en actuele gebeurtenissen

2. eenvoudige constructies, juiste vorm van tegenwoordige tijd (VT mogen nog foutjes in gemaakt worden)

3. eenvoudige zinnen in zoveel mogelijk de juiste (Engelse) woordvolgorde

4. lopende tekst die over het algemeen begrijpelijk is. Gebruik van hoofdletters, punten en vraagtekens. Spellingfouten mag zolang fonetisch duidelijk is wat bedoeld wordt.

5. een samenhangend geheel bij voorkeur door gebruik van voegwoorden zoals: en, maar, omdat  (and, but, because)

About the exam (in Dutch)

Beoordeling

Inhoudskenmerken

- zorg dat je alle opdrachten maakt -> 1 niet gemaakt, examen wordt niet beoordeeld

- zorg dat je alle punten binnen een opdracht verwerkt, 1 gemist punt kan zorgen voor puntaftrek

Tips and information (general)

Algemene tips en informatie

1. Lees de opdracht eerst helemaal door

2. Zet een kruisje bij wat je verwerkt hebt

3. Gebruik juiste aanhef en afsluiting

4. Maak eerst een kladversie

5. Gebruik een woordenboek (maar niet teveel)

6. Zoek naar de juiste vertaling, pak niet altijd meteen de eerste optie

7. Zorg voor een nette lay out, juiste interpunctie en corrigeer niet te veel

Tips and information - informal e-mail

Algemene tips en informatie

1. Gebruik juiste aanhef en afsluiting: Dear ...... / Kind regards,/Best regards,

2. Informeel taalgebruik, geen moeilijke woorden (maar geen sms-taal: thnx, gr8)

3. Afkortingen mogen: I'm, we don't, you haven't got

4. Een zin met I beginnen MAG (schrijf I altijd met een hoofdletter!)

5. Let op juist gebruik van de tijden (bv tegenwoordige tijd stam+s bij he/she/it)

6. Gebruik juiste aanhef en afsluiting

7. Zorg voor een nette lay out en juiste interpunctie 

Refresh your memory

Let's practice with:

- vocabulary/synonyms

- word order

- conjunctions (signaalwoorden/voegwoorden)

Vocabulary/synonyms

pitfall - using the same word repeatedly

France is a nice country, with nice people, Paris is so nice, it was nice to be there.

Try to find alternatives. Use your dictionary.

Other ways of saying
'nice'

Other words for saying
"big"

Word order

Basic word order (in short)

Wie Doet Wat Waar en Wanneer

What is the correct order?

1. On holiday I went to Sweden in the summer.
2. In Sweden I went in the summer on holiday.
3. I went on holiday to Sweden in the summer.
4. I went in the summer on holiday to Sweden.

What is the correct order?

1. To the station he walks on Sunday morning.
2. He walks to the station on Sunday morning.
3. On Sunday he walks to the station in the morning.
4. He walks on Sunday morning to the station.

Conjunctions

Conjunctions (or linking words or discourse markers)

Help to give your structure; connect words and phrases

Examples:

1. and, but, or, so, yet -> connect sentences

2. because, since, therefore, due to (vanwege) -> explanation, reason

3. first, next, finally, anyway -> conclusion, to sum up

And many more.....

Wat geven de voegwoorden because, as, since, for aan:

1. opsomming
2. keuze
3. reden
4. gevolg

The bus was late ..........were we.

1. because
2. therefore
3. so
4. then

Choose the right conjuction:
'James sang perfectly, ______ he didn't win'

1. since
2. so
3. though
4. however

Capitals: hoofdletters, wat klopt er niet:
Every Friday i watch I Can See Your Voice with Mo.

1. Friday
2. i
3. I Can See Your Voice
4. Mo

The last one (20 seconds):
Kies de zin waarin het hoofdlettergebruik niet correct is:

1. I never listen to Spotify
2. I listen to Adele on a compact disc
3. I like Dua Lipa's last song Cold Heart
4. She sings it together with Elton john

Capitals: hoofdletters, wat klopt er niet in de zin? (10 seconds)
On a saturday in May I left the Netherlands

1. saturday
2. May
3. I
4. the Netherlands