Writing A2

Today's programme


1. About your exam


* Writing
 

2. Writing tips and information






1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Today's programme


1. About your exam


* Writing
 

2. Writing tips and information






Slide 1 - Diapositive

About the exam 
Writing exam
  • 'Generic' exam (A2 level)
  • Duration: 1  hour
  • 3-4 writing products, for example: 2 personal messages (e-mails), a form to fill out and an informal letter
  • Online exam
  • You are allowed to use a dictionary (Dutch - English)
  • Schoolyear

Slide 2 - Diapositive

About the exam (in Dutch)

Wat verwachten we op A2 niveau?

1. voldoende woordenschat om vertrouwde dingen te omschrijven zoals over familie, hobby's, werk, reizen en actuele gebeurtenissen

2. eenvoudige constructies, juiste vorm van tegenwoordige tijd (VT mogen nog foutjes in gemaakt worden)

3. eenvoudige zinnen in zoveel mogelijk de juiste (Engelse) woordvolgorde

4. lopende tekst die over het algemeen begrijpelijk is. Gebruik van hoofdletters, punten en vraagtekens. Spellingfouten mag zolang fonetisch duidelijk is wat bedoeld wordt.

5. een samenhangend geheel bij voorkeur door gebruik van voegwoorden zoals: en, maar, omdat  (and, but, because)

Slide 3 - Diapositive

About the exam (in Dutch)

Beoordeling


1. Inhoudskenmerken

- zorg dat je alle opdrachten maakt -> 1 niet gemaakt, examen wordt niet beoordeeld

- zorg dat je alle punten binnen een opdracht verwerkt, 1 gemist punt kan zorgen voor puntaftrek

2. Woordenschat

3. Grammatica

4. Coherentie

5. Spelling en interpunctie

Slide 4 - Diapositive

Tips and information (general)

Algemene tips en informatie


1. Lees de opdracht eerst helemaal door

2. Zet een kruisje bij wat je verwerkt hebt

3. Gebruik juiste aanhef en afsluiting

4. Maak eerst een kladversie

5. Gebruik een woordenboek (maar niet teveel)

6. Zoek naar de juiste vertaling, pak niet altijd meteen de eerste optie

7. Zorg voor een nette lay out, juiste interpunctie en corrigeer niet te veel

Slide 5 - Diapositive

Tips and information - informal e-mail

Algemene tips en informatie


1. Gebruik juiste aanhef en afsluiting: Dear ...... / Kind regards,/Best regards,

2. Informeel taalgebruik, geen moeilijke woorden (maar geen sms-taal: thnx, gr8)

3. Afkortingen mogen: I'm, we don't, you haven't got

4. Een zin met I beginnen MAG (schrijf I altijd met een hoofdletter!)

5. Let op juist gebruik van de tijden (bv tegenwoordige tijd stam+s bij he/she/it)

Slide 6 - Diapositive

Refresh your memory

Let's practice with:

- vocabulary/synonyms

- word order

- conjunctions (signaalwoorden/voegwoorden)



Slide 7 - Diapositive

Vocabulary/synonyms

pitfall - using the same word repeatedly


France is a nice country, with nice people, Paris is so nice, it was nice to be there.



Try to find alternatives. Use your dictionary.

Slide 8 - Diapositive

Other ways of saying
'nice'

Slide 9 - Carte mentale

Other words for saying
"big"

Slide 10 - Carte mentale

Word order

Basic word order (in short)






Slide 11 - Diapositive

What is the correct order?
A
On holiday I went to Sweden in the summer.
B
In Sweden I went in the summer on holiday.
C
I went on holiday to Sweden in the summer.
D
I went in the summer on holiday to Sweden.

Slide 12 - Quiz

What is the correct order?
A
To the station he walks on Sunday morning.
B
He walks to the station on Sunday morning.
C
On Sunday he walks to the station in the morning.
D
He walks on Sunday morning to the station.

Slide 13 - Quiz

Conjunctions

Conjunctions (or linking words or discourse markers)

Help to give your structure; connect words and phrases


Examples:

1. and, but, or, so, yet -> connect sentences

2. because, since, therefore, due to (vanwege) -> explanation, reason

3. first, next, finally, anyway -> conclusion, to sum up


And many more.....




Slide 14 - Diapositive

Wat geven de voegwoorden because, as, since, for aan:
A
opsomming
B
keuze
C
reden
D
gevolg

Slide 15 - Quiz

The bus was late ..........were we.
A
because
B
therefore
C
so
D
then

Slide 16 - Quiz

Choose the right conjuction:
'James sang perfectly, ______ he didn't win'
A
since
B
so
C
though
D
however

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Diapositive

Opbouw brief
Dear Mr Bean,

How are you? I am fine because it's / it is (its) almost holiday and I am looking forward to it.
We are going to England this summer to see the Big Ben. Where are you going?

Best regards,
Dora


Slide 19 - Diapositive


Wat is het doel van een formele brief?
A
To share personal stories
B
To make plans
C
To request information or make a complaint

Slide 20 - Quiz

Wat zou je in de openings alinea kunnen zetten bij een formele brief?
A
Ask personal questions.
B
Talk about your hobbies.
C
Introduce yourself and the purpose of the letter.
D
Share a funny story.

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Capitals: hoofdletters, wat klopt er niet in de zin? (10 seconds)
On a saturday in May I left Holland.
A
saturday
B
May
C
I
D
Holland

Slide 26 - Quiz

Capitals: hoofdletters, wat klopt er niet:
Every Friday i watch Boulevard with Ali.
A
Friday
B
i
C
Boulevard
D
Ali

Slide 27 - Quiz

The last one:
Kies de zin waarin het hoofdlettergebruik niet correct is:
A
I never listen to Spotify
B
I listen to Adele on a compact disc
C
I like Dua Lipa's song Cold Heart
D
She sings it together with Elton john

Slide 28 - Quiz

Slide 29 - Diapositive