Steen 1506 Specerijen uit het Verre Oosten

Specerijen uit het Verre Oosten
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
Begrijpend lezenBasisschoolGroep 5

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Specerijen uit het Verre Oosten

Slide 1 - Diapositive

Wat zijn specerijen? (dag 1)

Slide 2 - Question ouverte

Waar ligt het Verre Oosten? (dag 1)

Slide 3 - Question ouverte

Wat gaan we leren? (dag 1)
Leesdoel: je oefent met verwijswoorden

Leerdoel: je leert over de specerijen uit het Verre Oosten

Slide 4 - Diapositive

Wat is een verwijswoord? (dag 1)
Wie kent er een verwijswoord?
Wie kan een verwijswoord gebruiken in een zin?
Is er een hulpje wat we kunnen gebruiken?

Slide 5 - Diapositive

Tekst skimmen (30 sec)
* Met een maatje even uitwisselen waar de tekst over gaat...
Tekst nog eens skimmen (30 sec)
*Met een maatje overleggen: wat heb je nog meer gelezen en waarom deze tekst?
(dag 1)

Slide 6 - Diapositive

Luister goed (dag 1)
Je juf of meester leest voor

* Heb je moeilijke woorden  - zet er een vraagteken bij
* Heb je belangrijke woorden - zet er een uitroepteken bij

Slide 7 - Diapositive

Korte herhaling (dag 2)
* waar hebben we het over gehad?

Slide 8 - Diapositive

Verwijswoorden zoeken (dag 2)
Kleur de volgende woorden in je tekst (in de inleiding). Doe dit met een licht kleurtje. De woorden tussen haakjes zijn de woorden die erna komen in de zin.
Ze (geven)
Het (zijn)
Ze (terug)
Hun (schip)

Slide 9 - Diapositive

Waar verwijst de eerste 'ze' naar?
(dag 2)
A
smaakje
B
kruiden
C
peper en kaneel
D
lekker

Slide 10 - Quiz

Waar verwijst 'het' naar?
(dag 2)
A
voorbeelden
B
specerijen
C
couscous en peperkoek
D
planten

Slide 11 - Quiz

Waar verwijst de tweede 'ze' naar?
(dag 2)
A
handelaren
B
negen maanden
C
Verre Oosten
D
specerijen

Slide 12 - Quiz

Waar verwijst 'hun' naar?
(dag 2)
A
schip
B
ruim
C
heerlijke specerijen
D
handelaren

Slide 13 - Quiz

Zoeken in het stukje tekst over peper (dag 2)
Er zitten verwijswoorden in dit stukje tekst. Zoek er minimaal twee met je buurman of buurvrouw en onderstreep ze.

Slide 14 - Diapositive

Gevonden? (dag 2)
De verwijswoorden zijn:

Het (gedroogde)
Ze (zwart)
Ze (zo)

Slide 15 - Diapositive

Waar verwijst 'het' naar?
(dag 2)
A
gedroogde besjes
B
peperkorrels
C
rood
D
besjes

Slide 16 - Quiz

Waar verwijst de eerste 'ze' naar?
(dag 2)
A
rood
B
geplukt
C
specerijen
D
besjes

Slide 17 - Quiz

Waar verwijst de tweede 'ze' naar?
(dag 2)
A
kruiden
B
specerijen
C
peper
D
duur

Slide 18 - Quiz

Denkvragen (dag 3)
* leerkracht modelt de eerste denkvraag (zie volgende dia)

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Denkvragen (dag 3)
* De tweede denkvraag (mijn ideeën) doe je samen met de leerkracht

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Denkvragen (week 2 dag 1)
* Denkvragen afmaken

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Week 2 dag 2 en 3
* Verwerking denkvragen..
* Visualiseren: zoek op internet naar informatie van de groei van een specerij. En maak daar mbv potlood/kleurpotloden een tekening over.

Slide 26 - Diapositive