A&V bijeenkomst 14 okt

• maatschappijeer
• HBO
• Studiejaar 2

Programma 14 oktober

Opdrachten: 

Terugkomen op 7 okt ( vervreemding) 

Verder met robotisering (2x)

Verder met Welfare Triangle

Opdracht 3 van je dossier

Theorie:

Herhalen VZS
 Typologie Esping Andersen

Opdracht over vervreemding

Huiswerk voor 6 afwezigen. 

Lilith: leerlingen ipv docenten omdat..

Meltem: Leermogelijkheden & Ontplooiingkansen: de docent kan vervreemden als zij/hij zelf niks wil leren of zich niet verder wil ontwikkelen?

Opdracht 1 robotisering

Vragen bespreken in drietallen

Daarna klassikaal antwoorden per groepje en wat viel op?

Beinvloed deze verandering eigenlijk het MBO?

Vragen bij artikel robotisering

1. Welk maatschappelijk gevolg van robotisering noemt de hoogleraar ?
2. Hoe verbind je dat aan die fasen van technologische ontwikkeling (229)
3. Welk financiele gevolgen voor die lage lonen-functies?
4. Welke politieke gevolgen (zie vraag 1)?
5. Wat kan een overheid doen?

Opdracht 2 robotisering

Didactiseren, pas na theorie over VZS en welfare triangle!

Pauzetje

Wat speelde mee in het eerste ontstaan van de VZS (voor oorlog!)

Wat speelde mee in de verdere ontwikkeling van de VZS na WOII?

Huiswerkopdracht over de Welfare Triangle

Presentatie gezien?

Moeilijk/ vragen?

Wie opdracht gemaakt?

Voordelen (+) en nadelen (-) van de markt als aanbieder?

Voordelen (+) en nadelen (-) van de overheid als aanbieder?

Voordelen (+) en nadelen (-) van de particulier initiatief als aanbieder?

Genoeg toegepast, nu een inzichtsvraag:

Stel: jij wilt graag dat je kinderen naar een opvang gaan waar ieder gevaccineerd is, maar je woont in een dunbevolkte uithoek van Nederland. 

Waar kan je tegen aan lopen? 

Deense socioloog Esping Andersen

Overeenkomsten...

Onder druk van 

de toenemende welvaart, de emancipatie van de arbeidersklasse en de opkomst

van een nieuwe middenklasse 

is de sociale bescherming in de naoorlogse periode sterk

gegroeid. 

..maar ook verschillen...

Dat neemt niet weg dat er nu nog aanzienlijke verschillen tussen landen bestaan

in de vormgeving van de verzorgingsarrangementen. 

..die verschillen zie je terug in de:

..en zijn ontstaan o.b.v. het samenspel van?

Politiek, economie, demografie, lobby, institutionele structuur...

Wat staat hier? 

Wat wordt hier verklaard?

Waarom willen we dit weten? 

....o.b.v. het samenspel van: 

- economische en demografische ontwikkelingen (groei, verdeling van welvaart, werkloosheid, aantal ouderen),

- de macht van bepaalde politieke klassen (arbeidersbeweging, werkgevers, boeren, confessionelen, nieuwe middenklassen, ouderen),

....o.b.v. het samenspel van: 

- de politieke allianties die op cruciale momenten wel of niet gesloten konden worden (bijvoorbeeld de Rooms-rode coalities die in Nederland in de jaren vijftig het stelsel van volksverzekeringen tot stand brachten),

- de institutionele voorgeschiedenis (de uitbouw van de verzorgingsarrangementen borduurde

voort op de aanwezige institutionele structuur). 

Dat waren de oorzaken van de verschillen in de soorten 3 welfare regimes, nu de maatschappelijke gevolgen:

......maatschappelijke gevolgen verschillen in termen van:

- decommodificatie. 

=de mate waarin individuen, of gezinnen, een sociaal aanvaardbare levensstandaard kunnen realiseren onafhankelijk van hun deelname aan de markt. 

De hoogte, duur en toegankelijkheid van sociale voorzieningen zijn daarbij belangrijke variabelen.

Commodificatie is het proces waarbij steeds meer aspecten van het menselijk handelen en de resultaten daarvan worden uitgedrukt in een geldwaarde in plaats van de intrinsieke of inherente waarde. Het begrip werd geïntroduceerd door Karl Marx.

......maatschappelijke gevolgen verschillen in termen van:

- stratificatie. Hierbij gaat het niet zozeer om de effecten op de inkomensverdeling, maar om de manier waarop landen via de rechtenstructuur verschillen zodat bijv. de een de bestaande hiërarchie en statusindeling in stand houdt, 

een ander tweedeling bevordert, 

een derde gericht is op universalisme.

......maatschappelijke gevolgen verschillen in termen van:

- postindustriële werkgelegenheid, daarvan varieren de omvang en aard van de groep werkenden in de industriële productie (bv. professionals, informatici) en op sociale en persoonlijke dienstverlening (bv. schoonmaak, horeca)

Opdracht 3 dossier

op BB: didactisering van VZS

Nu wel: Opdr. 2 robotisering: 

Situatischets

Op de site van jouw VO-school blijkt een groot project 'robotisering' te beginnen in de 2de klas, georganiseerd door natuurkundedocenten.

Deze leerlingen krijgen allemaal pas in de 3de klas maatschappijleer.

Situatischets -vervolg

Hun project bestaat uit een beetje beta-theorie en vooral praktijk.

Er is geen aandacht voor de menselijke kant van robotisering, bijv. wat het betekent in de maatschappij/ op de arbeidsmarkt. De projectleiders hebben jouw sectie (mijl, eco, gs, ak) niks gevraagd of verteld.

Didactiseringsopdracht 2 robotisering:

Jij wilt een bijdrage leveren aan dat maatschappelijke deel. 

De leerlingen alvast prikkelen om vanuit jullie vak/ invalshoek naar het onderwerp te kijken.

Je wilt niet wachten tot volgend jaar (in een jaar moet je dan al zoveel). Dus twee vragen hierover:

2 vragen nav de situatie

1. Organisatorisch/ strategisch: Wat doe je/ welke stappen neem je bij wie? Met welke onderbouwing kom je bij diegenen?
2. Vakdidactisch: Het is gelukt! Je krijgt een lesuur in het project om de leerlingen mee te nemen in de maatschappelijke kant van robotisering. Hoe ziet dat uur eruit?