Vwo 2/ Havo2 - hfd 1 - herhaling gram voor hfd 1

Korte herhaling
* van alle grammatica voor je toets
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Korte herhaling
* van alle grammatica voor je toets

Slide 1 - Diapositive

 zwakke werkwoorden Duits
* stam = hele ww  min - en /-n
* zijn regelmatig 
* worden gevormd door uitgang achter de stam (esttenten)

Slide 2 - Diapositive

(heißen) Wie ............. du?

Slide 3 - Question ouverte

(fragen) Warum ........ du das immer?

Slide 4 - Question ouverte

(kommen) Herr Schröder, ............. Sie auch mit?

Slide 5 - Question ouverte

Herhaling: 
Persoonlijke voornaamwoorden


Slide 6 - Diapositive

jullie → Hört .................... das Lied auch?

Slide 7 - Question ouverte

wij → ……………. kommen aus den Niederlanden

Slide 8 - Question ouverte

Herhaling: 
haben und sein


Slide 9 - Diapositive

het werkwoord sein  
timer
1:00
Ik ben - ich ..
jij bent - du ...
hij/zij/het is
er/sie/es ....
wij zijn - wir ..
jullie zijn - ihr ..
Zij zijn / U bent
sie/Sie  ...
bin
bist
ist
sind
seid
sind

Slide 10 - Question de remorquage

hebben
haben
ik heb
ich
jij hebt
du
hij/zij/het heeft
er/sie/es
wij hebben
wir
jullie hebben
ihr
zij hebben
sie 
u heeft
Sie
Vervoeg het werkwoord ...
habe
hast
hat
haben
habt
haben
haben

Slide 11 - Question de remorquage

Meine Schwester …………. eine große Tasche gkauft → (haben)


Slide 12 - Question ouverte


Der Hund …………… sehr alt geworden. (sein)

Slide 13 - Question ouverte

Herhaling: 
Getallen/Zahlen


Slide 14 - Diapositive

Schrijf het getal voluit in het Duits:
33

Slide 15 - Question ouverte

Schrijf het getal voluit in het Duits:
75

Slide 16 - Question ouverte

Herhaling: 
het bepaald en onbepaald lidwoord 
                             +
Bezittelijke voornaamwoorden


Slide 17 - Diapositive

Bezittelijke voornaamwoorden horen ook
bij de EIN-Gruppe:
Wanneer komt er een -e achter ein + kein en alle bezittelijke voornaamwoorden.
mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
meervoud
DER
DIE
DAS
DIE
asassa

meine
mein
mein
meine

Slide 18 - Question de remorquage

Ihr
Sein
mein
Euer
Der
deine
Die

Slide 19 - Question de remorquage

Weiter lernen (woorden en zinnen)
Ga naar oefentoets en maak de rest van de woorden in je schrift.
Je kan oefentoets nogmaals online maken.. Ik doe ook de antwoorden erbij.
Viel Erfolg / Succes

Slide 20 - Diapositive