Nieuwsbegrip A Het is winter

begrijpend lezen
1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
Begrijpend lezenBasisschoolGroep 5,6

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

begrijpend lezen

Slide 1 - Diapositive

Doelen van deze les:
-Ik kan voorspellen waar een tekst over gaat.
- Ik ken de betekenis van de woorden van deze week.
-Ik kan meepraten over het nieuwsonderwerp van deze week.

Slide 2 - Diapositive

Doel: Verkennen van de tekst.
Bekijk de foto. Waar denk je dat de tekst over gaat?

Slide 3 - Diapositive


Wat weet jij al over het winterweer in Nederland:

Slide 4 - Carte mentale

Kan jij de juiste betekenis aan de woorden koppelen?
de overlast
de vertraging
het vriespunt
losbarsten
stremmen
iets tegenhouden, iets blokkeren
iets wat heel vervelend is
krachtig beginnen
de keer dat iets later gebeurt dan gepland was
de temperatuur waarbij water ijs wordt

Slide 5 - Question de remorquage

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Lien

We gaan aan de slag met de tekst.

Slide 8 - Diapositive

Doel: Ik kan voorspellen waar de tekst over gaat door de inleiding te lezen.
Opdracht: Ik lees de inleiding.

Slide 9 - Diapositive


Over welk nieuws gaat deze tekst?
A
De winter.
B
Het winterweer in Nederland.
C
De winter in Europa.
D
De jaarlijkse sneeuwval in Nederland.

Slide 10 - Quiz


Voor wat voor soort overlast zorgt winters weer denk je?

Slide 11 - Question ouverte


Welke vraag heb je? Of welke vraag kan je stellen na het lezen van de inleiding?

Slide 12 - Question ouverte

Doel: we lezen de tekst. Opdracht: lees de eerste alinea.

Slide 13 - Diapositive


Welke eigenschappen heeft stuifsneeuw?

Slide 14 - Question ouverte


Vraag: In regel 12 staat het woord die. Waar verwijst dit woord naar?
A
de stuifsneeuw.
B
de vlokken.
C
het vocht.
D
het water.

Slide 15 - Quiz


Schrijf een vraag op die je bij dit stukje hebt. 

Slide 16 - Question ouverte

Opdracht: Lees de alinea. 

Slide 17 - Diapositive


Wat is een koude golf? 

Slide 18 - Question ouverte


Schrijf een vraag op die je bij dit stukje hebt. 

Slide 19 - Question ouverte

Opdracht: Lees de alinea. 

Slide 20 - Diapositive


Wat is Elfstedenkoorts?

Slide 21 - Question ouverte


Vraag: In regel 23-24 staat De eerste keer was in 1909 en de laatste keer was in 1997.
Zodra het begint te vriezen, dromen veel mensen van een nieuwe Elfstedentocht.
Wat betekent zodra?
A
als
B
omdat
C
toen
D
zoals

Slide 22 - Quiz

Opdracht: Lees de alinea. 

Slide 23 - Diapositive


Vooral in het verkeer zorgde het winterweer voor
overlast. Waar had die overlast mee te maken? Noem
drie dingen uit de tekst..

Slide 24 - Question ouverte


Vraag: Wat is stremmen?
A
iets duidelijk maken, is verduidelijken.
B
iets ergens anders neerzetten, iets verplaatsten
C
ets sneller doen, iets versnellen
D
iets tegenhouden, iets blokkeren

Slide 25 - Quiz


Vraag: In regel 34-35 staat Maar sommige basisscholen waren maandag toch nog dicht
vanwege de sneeuw. Wat betekent vanwege?
A
door
B
tegen
C
tijdens
D
voor

Slide 26 - Quiz


Vraag: Welk kopje past ook bij het stukje tekst onder Koudegolf? Kies het beste antwoord.
A
Nederland
B
Temperatuur
C
weer
D
ijsdagen.

Slide 27 - Quiz

Slide 28 - Diapositive


Welke nieuwe dingen over (onderwerp van de week) heb je in de tekst gelezen? Schrijf er twee op.

Slide 29 - Question ouverte

Uitleg

Slide 30 - Diapositive

Samen bespreken van opdracht 2-5

Slide 31 - Diapositive

Wil je nog meer lezen over de sneeuw?

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive

Schrijfopdracht voor deze week:

Slide 34 - Diapositive

Het winterse weer zorgt voor pret, maar ook voor overlast. Wat geldt vooral voor
jezelf?
Schrijf hierover een tekst en gebruik daarin de woorden van deze week.
Ik kijk uit naar jullie winterverhalen.
Succes
ps. en vergeet ook de online opdrachten niet in Nieuwsbegrip.

Slide 35 - Diapositive


Heb je het doel van deze les behaald?
😒🙁😐🙂😃

Slide 36 - Sondage