AA -Format Nieuwsbegrip

begrijpend lezen
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
Begrijpend lezenBasisschoolGroep 7,8

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

begrijpend lezen

Slide 1 - Diapositive

Doelen van deze les:
-Ik kan voorspellen waar een tekst over gaat.
- Ik ken de betekenis van de woorden van deze week.
-Ik kan meepraten over het nieuwsonderwerp van deze week.

Slide 2 - Diapositive

Wat weet jij al over:

Slide 3 - Carte mentale

Kan jij de juiste betekenis aan de woorden koppelen?

Slide 4 - Question de remorquage

Doel: Verkennen van de tekst.
Lees de tussenkopjes. Waar denk je dat de tekst over gaat?

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Lien

We gaan aan de slag met de tekst van woordenschat.

Slide 8 - Diapositive

Doel: Ik kan voorspellen waar de tekst over gaat door de inleiding te lezen.
Opdracht: Ik lees de inleiding.

Slide 9 - Diapositive


Over welk nieuws gaat deze tekst?
A

Slide 10 - Quiz


Welke vraag heb je? Of welke vraag kan je stellen na het lezen van de inleiding?

Slide 11 - Question ouverte

Doel: we lezen de tekst. Opdracht: lees de eerste alinea.

Slide 12 - Diapositive


Vraag:
A
.

Slide 13 - Quiz


Schrijf een vraag op die je bij dit stukje hebt. 

Slide 14 - Question ouverte

Opdracht: Lees de alinea. 

Slide 15 - Diapositive


Vraag: 
A

Slide 16 - Quiz


Vraag: 
A

Slide 17 - Quiz


Schrijf een vraag op die je bij dit stukje hebt. 

Slide 18 - Question ouverte

Opdracht: Lees de alinea. 

Slide 19 - Diapositive


Vraag: 
A

Slide 20 - Quiz


Welke nieuwe dingen over (onderwerp van de week) heb je in de tekst gelezen? Schrijf er twee op.

Slide 21 - Question ouverte

Slide 22 - Diapositive

In google classroom kan je de verwerkingsopdrachten vinden onder het kopje Nieuwsbegrip. Maak ook de online opdrachten op de website van Nieuwsbegrip.

Slide 23 - Diapositive


Evaluatie: Ik heb de doelen van deze les behaald.
-Ik kan voorspellen waar een tekst over gaat.
- Ik ken de betekenis van de woorden van deze week.
-Ik kan meepraten over het nieuwsonderwerp van deze week.
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Sondage