vragen

vraag 59a blz. 31
waarom lopen lijnen na bepaalde tijd horizontaal?
1 / 28
suivant
Slide 1: Question ouverte
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs.

Éléments de cette leçon

vraag 59a blz. 31
waarom lopen lijnen na bepaalde tijd horizontaal?

Slide 1 - Question ouverte

vraag 39: teken a t/m c en maak foto

Slide 2 - Question ouverte

teken van vraag 39 d t/m f

Slide 3 - Question ouverte

vraag 41

Slide 4 - Question ouverte

vraag 59b blz. 31
leg uit welke lijn grootste reactiesnelheid weergeeft

Slide 5 - Question ouverte

vraag 59c blz. 31
geef mogelijke oorzaak voor verschil tussen lijn I en lijn II

Slide 6 - Question ouverte

wat vond je van de les?

Slide 7 - Question ouverte

23 mL = ? L

Slide 8 - Question ouverte

25 L = .... cm3

Slide 9 - Question ouverte

270 m3 = .... L

Slide 10 - Question ouverte

Bereken de pH van een salpeterzuuroplossing van 0,20 M

Slide 11 - Question ouverte

Wat is de pH van een zwavelzuuroplossing van 0,030 M

Slide 12 - Question ouverte

vraag 14 c.Bereken pH van 0,10 M HF-oplossing. 7,9% van het HF is geïoniseerd.

Slide 13 - Question ouverte

vraag 15c. Hoeveel gram azijnzuur is per liter opgelost als 2,4% van het azijnzuur in ionen is gesplitst?
pH = 3,13

Slide 14 - Question ouverte

Ans lost 5,00 gram natriumwaterstofcarbonaat op tot 500 mL oplossing. 2,4% van de waterstofcarbonaationen is omgezet in hydroxide-ionen. Wat is pH?

Slide 15 - Question ouverte

Bereken mbv tabel 49 en Kz om welk zuur het gaat als er 0,20 mol van een onbekend zuur is opgelost in 1,0 L.
[H+] = 0,000133 M

Slide 16 - Question ouverte

vraag 26 b
Bereken pH van 400 mL oplossing waarin 2,00 g BaO is opgelost

Slide 17 - Question ouverte

Bereken de pH als 75,0 mL van 0,2 M zoutzuur aan 25,0 mL 1,0 M salpeterzuur wordt toegevoegd.

Slide 18 - Question ouverte

vraag 34 bananenolie

Slide 19 - Question ouverte

vraag 35 bananenolie

Slide 20 - Question ouverte

vraag 36 bananenolie

Slide 21 - Question ouverte

Benzeencarbonzuur C6H5COOH is werkzaam als conserveringsmiddel als pH onder de 4,5 ligt. Hoeveel g oplossen in 5,0 L water om pH van 4,0 te krijgen?

Slide 22 - Question ouverte

Welke 2 isomeren ontstaan er bij de additie van waterstofbromide aan
2-methylpent-2-een?

Slide 23 - Question ouverte

oefenopgave (eindexamen) 31 en 32

Slide 24 - Question ouverte

vraag 33

Slide 25 - Question ouverte

vraag 34

Slide 26 - Question ouverte

vraag 35

Slide 27 - Question ouverte

vraag 36 en 37

Slide 28 - Question ouverte