Grammatica herhaling blok 5 (3TL)

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Lesdoelen Grammatica blok 5

• Je kunt een zin in zinsdelen verdelen
• Je kunt in een zin het werkwoordelijk gezegde (wwg), Onderwerp (ond), 

       lijdend voorwerp (lv), meewerkend voorwerp (mv) en de bijwoordelijke   

       bepaling (bwb) en de bijvoeglijke bepaling (bvb) benoemen.

• Je kunt de woordsoorten: ww, lw, znw, bnw, vz, het pers. vnw, bezit. vnw, wederkerend,  

       wederkerig vnw benoemen

• Kun je hoofdzinnen en bijzinnen onderscheiden
• Je herkent voegwoorden

• Kun je nevenschikkende en onderschikkende zinnen van elkaar onderscheiden
• Kun je de woordsoorten vragend, aanwijzend en betrekkelijk voornaamwoord benoemen.
  

Die vrouw betaalde mijn zus een flink bedrag voor haar oude schoenen.

Benoem het zinsdeel: mijn zus

Die vrouw betaalde mijn zus een flink bedrag voor haar oude schoenen.

Wat is in deze zin het lijdend voorwerp (lv)?

Die vrouw betaalde mijn zus een flink bedrag voor haar oude schoenen.

Wat is in deze zin de bijvoeglijke bepaling (bvb) en waarbij hoort die?

Deze week vindt voor de vijfenzeventigste keer de avondvierdaagse plaats.

Benoem het zinsdeel: Deze week

Deze week vindt voor de vijfenzeventigste keer de avondvierdaagse plaats.

Benoem het wwg (werkwoordelijk gezegde).

Deze week vindt voor de vijfenzeventigste keer de avondvierdaagse plaats.

Benoem het zinsdeel "voor de vijfenzeventigste keer".

Is de zin enkelvoudig of samengesteld?

Mijn moeder lust geen koffie als er geen melk in zit.

1. Samengesteld
2. Enkelvoudig

Is de zin enkelvoudig of samengesteld?

Na afloop van het concert wachtten wij de zangeres op bij de uitgang van de zaal.

1. Samengesteld
2. Enkelvoudig

Is de zin enkelvoudig of samengesteld?

Nadat we gegeten hadden, gingen we een potje voetballen.

1. Samengesteld
2. Enkelvoudig

Dat museum gaat een jaar dicht en het moet verbouwd worden

Wat is het voegwoord in deze zin? En is het nevenschikkend of onderschikkend?

Dat museum gaat een jaar dicht, omdat het verbouwd moet worden.

Wat is het voegwoord in deze zin? En is het nevenschikkend of onderschikkend?

Is jullie hond bang voor vuurwerk of heeft hij daar geen last van?

Wat is het voegwoord in deze zin? En is het nevenschikkend of onderschikkend?

Noem de vier
nevenschikkende
voegwoorden

Als je geen gehoorschade wilt oplopen, moet je bij een concert oordoppen in doen.

Het eerste deel van de zin is een?

1. Hoofdzin
2. Bijzin

Ik ga met mijn ouders een dagje weg, als ik een goed rapport heb

Het voegwoord als is:

1. Nevenschikkend
2. Onderschikkend

Voornaamwoorden

Welk vnw is in de onderstaande zin het woordje "wat"?

Wat heb jij voor je vriendin gekocht?

1. Vragend vnw
2. aanwijzend vnw
3. betrekkelijk vnw
4. bezittelijk vnw

Welk vnw is in de onderstaande zin het woordje "wie"?

Weten jullie wie de nieuwste president van dat land is?

1. Vragend vnw
2. aanwijzend vnw
3. betrekkelijk vnw
4. bezittelijk vnw

Welk vnw is in de onderstaande zin het woordje "die"?

De hond die in het hok ligt slaapt.

1. Vragend vnw
2. aanwijzend vnw
3. betrekkelijk vnw
4. bezittelijk vnw

Welk vnw is in de onderstaande zin het woordje "dat"?

Mijn ouders hebben een schilderij gekocht, Dat hangt nu bij ons aan de muur.

1. Vragend vnw
2. aanwijzend vnw
3. betrekkelijk vnw
4. bezittelijk vnw

Welk vnw is in de onderstaande zin het woordje "wie"?

De voetballer voor wie een afscheidsfeest was georganiseerd, is ziek.

1. Vragend vnw
2. aanwijzend vnw
3. betrekkelijk vnw
4. bezittelijk vnw

Huiswerk voor volgende les