Kaarten en Routes

Rekenen H10
Meten in de praktijk
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenMBOStudiejaar 4

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Rekenen H10
Meten in de praktijk

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
aan het einde van deze les:

* Kan ik plattegronden lezen
kan ik een schaal berekenen
* kan ik routes volgen op een plat vlak
* weet ik hoe ik moet werken met aanzichten en symmetrie

Slide 2 - Diapositive

Schaal
Met een schaal kun je bepalen hoe groot een afstand of lengte in werkelijkheid is.

Een schaal wordt altijd weergegeven in een verhouding. bijv. 1 : 200.000

Slide 3 - Diapositive

Een schaal wordt altijd weergegeven in een verhouding. bijv. 1 : 200.000.

Wat betekent dit?

Slide 4 - Question ouverte

1 : 200.000
1 cm op de kaart is 200.000 cm in het echt.

1 cm op de kaart is 20.000 dm in het echt
1cm op de kaart is 2.000 m. in het echt
1cm op de kaart is 200 dam in het echt
1cm op de kaart is 20 hm in het echt
1cm op de kaart is 2 km in het echt

Slide 5 - Diapositive

Wat is de afstand van London naar Brighton in het echt?
kaart
(cm)
1
4
echt
(cm)
1.900.000

Slide 6 - Diapositive

Wat is de lengte van de locomotief in werkelijkheid?
kaart (cm)
1
11
werkelijkheid (cm)
150

Slide 7 - Diapositive

De schaal van deze toren is
1 : 5072
Hoe hoog is het schaalmodel van deze toren?
1
?
5072
634 m = ...... cm

Slide 8 - Diapositive

De schaal van een miniatuurtrein is 1 : 150.
De miniatuurtrein is 11 cm lang. Wat is de werkelijke lengte van de trein?
A
165 m
B
16,5 m
C
1,65 m
D
1650 m

Slide 9 - Quiz

De afstand van Harlingen naar de Vuurduin op Vlieland is in werkelijkheid 27 km. Je meet op de kaart een afstand van 18 cm. Wat is de schaal op de kaart?
A
1 : 15.000
B
1: 45.000
C
1 : 150.000
D
1 : 450.000

Slide 10 - Quiz

Routes

Slide 11 - Diapositive

Routebeschrijving
In een routebeschrijving wordt beschreven hoe je op een bepaalde plaats kunt komen. Er worden soms windrichtingen gebruikt in een routebeschrijving. Je kunt windrichtingen aflezen op een windroos.

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Probeer het nu eens zelf....

Slide 14 - Diapositive

Jolein stapt uit bij de bushalte op Sint Jorisbrug. Ze loopt naar het Nieuwekerksplein. Welke route moet Jolein volgen?

Slide 15 - Diapositive

10.3 Aanzichten en doorsneden

Slide 16 - Diapositive

Geef de uitleg van symmetrie en aanzicht

Slide 17 - Question ouverte

Symmetrie & aanzicht
Symmetrie: men spreek van symmetrie bij een object als twee helften van het object elkaar spiegelbeeld zijn.

Aanzicht: een aanzicht is een bepaalde kant van waaruit je een voorwerp kunt bekijken. In de wiskunde gebruiken we drie aanzichten: het bovenaanzicht, het rechter- of linkerzijaanzicht en het vooraanzicht.

Slide 18 - Diapositive

Welk van de
afbeeldingen
is a-symmetrisch?
A
B
C
D

Slide 19 - Quiz

Vanaf welke windrichting zie je dit aanzicht van het gebouw?

Slide 20 - Diapositive

Vanaf welk punt is
de foto van het
Muiderslot gemaakt?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 21 - Quiz