H15 Kaarten en routes 2F vo

• Rekenen
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 4

H15 Kaarten en routes 2F VO

Herhaling vorige les

Doelen van deze les

• Je weet wat een schaal is.
• Je kunt de werkelijke afstand berekenen door gebruik te maken van de schaal.
•  Je kunt de schaal bij een kaart uitrekenen.

Schaal

Kaarten en plattegronden zijn meestal op schaal getekend. 

De schaal van een kaart is de verhouding tussen een afstand op de kaart en die afstand in werkelijkheid. 

1 : 200.000

afstand op de kaart

afstand in werkelijkheid

Schaal

Hoeveel kilometer is 1 cm in de werkelijkheid? 

1 : 200.000 

1 cm op de kaart = 200.000 cm in het werkelijkheid. 

200.000 cm -> km

2 km.

Schaal uitrekenen

Stap 1: Meet de afstand op de plattegrond. 

• Het huis is op de plattegrond 6 cm breed.
  

Stap 2: Reken de werkelijke maat om naar centimeters. 

•  9 m = 900 cm

Stap 3: Reken de schaal uit. 

•  6 cm op de plattegrond is in werkelijkheid 900 cm. 

6 cm : 900 cm

1 cm : 150 cm

: 6

: 6

Wat is de schaal van de kaart?

De afstand van de parkeerplaats naar de kiosk is in werkelijkheid 510 m.

Stap 1

   Meet de afstand op de kaart
   Stel afstand =  8,5 cm.

Stap 2

8,5 cm kaart is in werkelijkheid 510m.

510 m = 51.000 cm

51.000 cm : 8,5 cm = 6.000

De schaal is 1 : 6.000.

De schaal van de kaart is 1 : 6.000.

Een kaart heeft een schaal van:
1 : 50.000
dit betekent dat 1 cm op de kaart =

1. 50 km
2. 0,5 km
3. 5 km
4. 5000 m

50.000 : 100.000 = 0,5

schaal: 1:25000
2 cm op de kaart
hoeveel km in het echt?

1. 0,5
2. 5
3. 50
4. 500

de schaal is 1:18
het model is 37 cm lang.
Wat is de werkelijke lengte in meters?

1. 666 m
2. 666 cm
3. 6,66 m
4. 2 m

Klassikaal of individueel?

Maak opdracht 3 t/m 7 uit je boek

Herhaling vorige les

Doelen van deze les

• Je weet welke windrichtingen er zijn.
• Je kunt in een routebeschrijving windrichtingen gebruiken.
• Je kunt de lengte van een route uitrekenen. 

Routebeschrijving

In een routebeschrijving wordt beschreven hoe je op een bepaalde plaats kunt komen. Er worden soms windrichtingen gebruikt in een routebeschrijving. Je kunt windrichtingen aflezen op een windroos.

Plaatsbepaling

Je staat bij bushalte aan de Boslaan.

 

1. Vertrek in noordoostelijke richting.
2. Neem de tweede straat rechts.
3. Neem vervolgens de tweede
   straat links.

In welke straat sta je nu?

Klassikaal of individueel?

Maak opdracht 8 t/m 12 uit je boek.

Klassikaal of individueel?

Maak opdracht 13 en 14 uit je boek

Doelen van deze les

• Je weet wat het aanzicht van een gebouw of voorwerp is. 
• Je weet wat kijklijnen zijn.

Van welke plek heeft Sanne
de foto 1 genomen?

1. a
2. b
3. c
4. d

Van welke plek heeft Sanne
de foto 3 genomen?

1. a
2. b
3. c
4. d

Van welke plek heeft Sanne
de foto 5 genomen?

1. a
2. b
3. c
4. d

Kijkhoek en kijklijnen

Kijkhoek

De hoek tussen de kijklijnen 

Kijklijnen

De lijnen waartussen kan kijken

Kijklijnen en kijkhoek

De kijklijnen van Marloes teken je vanaf het middelpunt van haar ogen, langs de zijkant van de deur. 

De hoek tussen de lijnen is haar kijkhoek.

Ze ziet dus 6 en een halve klasgenoot

Waar zijn de kijklijnen goed getekend?

1. Bij A
2. Bij B
3. Bij C
4. Bij geen een van allen

Klassikaal of individueel?

Maak opdracht 15 t/m 18 uit je boek.