Domein 3 Kaarten en Routes

• Rekenen
• MBO
• Studiejaar 4

Meten en meetkunde

Kaarten en schaal

Leerdoelen

aan het einde van deze les:

* kan ik routes volgen op een plat vlak

* weet ik hoe ik moet werken met aanzichten en symmetrie

Herhaling:Schaal

Met een schaal kun je bepalen hoe groot een afstand of lengte in werkelijkheid is.

Een schaal wordt altijd weergegeven in een verhouding. bijv. 1 : 200.000

1 : 200.000

1 cm op de kaart is 200.000 cm in het echt.

1 cm op de kaart is 20.000 dm in het echt

1cm op de kaart is 2.000 m in het echt

1cm op de kaart is 200 dam in het echt

1cm op de kaart is 20 hm in het echt

1cm op de kaart is 2 km in het echt

De schaal van deze toren is

1 : 5072

Hoe hoog is het schaalmodel van deze toren?

modelbouw (cm)	1		?
werkelijkheid (cm)	5072

634 m = ...... cm

De schaal van een miniatuurtrein is 1 : 150.
De miniatuurtrein is 11 cm lang. Wat is de werkelijke lengte van de trein?

1. 165 m
2. 16,5 m
3. 1,65 m
4. 1650 m

De afstand van Harlingen naar de Vuurduin op Vlieland is in werkelijkheid 27 km. Je meet op de kaart een afstand van 18 cm. Wat is de schaal op de kaart?

1. 1 : 15.000
2. 1: 45.000
3. 1 : 150.000
4. 1 : 450.000

Routes

Routebeschrijving

In een routebeschrijving wordt beschreven hoe je op een bepaalde plaats kunt komen. Er worden soms windrichtingen gebruikt in een routebeschrijving. Je kunt windrichtingen aflezen op een windroos.

sophiastraat

Probeer het nu eens zelf....

Jolein stapt uit bij de bushalte op Sint Jorisbrug. Ze loopt naar het Nieuwekerksplein. Welke route moet Jolein volgen?

route C

Aan de slag:

Lees theorie 3 en maak de opdrachten 5,6,7

Bladzijden; 98,99, 100, 101

Aanzichten en symmetrie

Symmetrie & aanzicht

Symmetrie: men spreek van symmetrie bij een object als twee helften van het object elkaar spiegelbeeld zijn.

Aanzicht: een aanzicht is een bepaalde kant van waaruit je een voorwerp kunt bekijken. In de wiskunde gebruiken we drie aanzichten: het bovenaanzicht, het rechter- of linkerzijaanzicht en het vooraanzicht.

Een gebouw of voorwerp is symmetrisch als de ene helft het spiegelbeeld is van de andere helft.

Welk van de
afbeeldingen
is a-symmetrisch?

1. 
2. 
3. 
4. 

Vanaf welke windrichting zie je dit aanzicht van het gebouw?

Vragen?

Wat heb je vandaag geleerd tijdens de rekenles dat je nog niet wist?

Zijn er tips en/of tops voor de docent?

Zijn er lesinhoudelijke tips of tops?

Bedankt

en

tot volgende

week!