Les 2 - §4.2

• Natuurkunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 4

H4 Elektriciteit

§4.1 Stroomkringen

§4.2 Elektrische energie

§4.3 Elektrische energie opwekken

§4.4 Elektrische energie vervoeren

§4.5 Elektrische energie gebruiken

Leerdoelen

• Na deze weet je hoe je vermogen moet uitrekenen.
• Je weet hoe je elektrische energie moet uitrekenen
• Je kunt de capaciteit van een batterij/accu uitrekenen.

Maken

• Probeer op zijn minst de volgende opdrachten goed te maken: 18, 19, 20, 21
• Vind je het onderwerp lastig, maak dan meer opdrachten.
  
• Kijk deze opdrachten na.
  
• Bepaal welke opdrachten je besproken wilt hebben?

Elektrisch vermogen 

Geeft aan hoeveel elektrische energie een spanningbron per seconde levert.

• Als de spanning verdubbeld dan verdubbeld het vermogen ook.
• Hetzelfde geldt ook voor de stroomsterkte
• P = U x I

Chemische en elektrische energie

• Hybride auto's hebben beide motoren.

Elektrisch vermogen berekenen

Elektrisch energie berekenen

Rekenen met de formule: P = U x I

Een chromebook werkt op 15V en 3,0 A. Wat is het vermogen?

Gegevens:

Formule:

Berekening

Gevraagd:

Check:

P = 15 x 3 

P = U x I

U = 15 V

P = 45 V

I = 3,0 A

P in Watt

I = 15 V

U = 3,0 A

Je chromebook werkt op 3,0 A en 15 V. Bereken het vermogen.

De capaciteit van een batterij

Deze batterij heeft een capaciteit van 1800 mAh en levert een stroomsterkte van 0,2 A.

• Na hoeveel uur is de batterij leeg?

De capaciteit van een batterij

Deze batterij heeft een capaciteit van 1800 mAh en levert een stroomsterkte van 0,2 A.

• Na hoeveel uur is de batterij leeg?

C=I⋅t

De capaciteit van een batterij

Deze batterij heeft een capaciteit van 1800 mAh en levert een stroomsterkte van 0,2 A.

• Na hoeveel uur is de batterij leeg?
• I = 0,2 A = 200 mA

C=I⋅t

De capaciteit van een batterij

Deze batterij heeft een capaciteit van 1800 mAh en levert een stroomsterkte van 0,2 A.

• Na hoeveel uur is de batterij leeg?
• I = 0,2 A = 200 mA

t=​I​​C​​=​200​​1800​​=9h

De capaciteit van een batterij

EXAMENOPGAVEN

t=​I​​C​​=​410​​1200​​=2,9h

R=​I​​U​​=​0,410​​(3,2)​​

Uit welke twee onderdelen bestaat een dynamo?

1. spoel en magneet
2. magneet en batterij
3. batterij en kern
4. spoel en batterij