Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Woordsoorten les 5 en 6
Woordsoorten
1 / 24
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2,3
Cette leçon contient
24 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
30 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Woordsoorten
Slide 1 - Diapositive
Woordsoorten
Werkwoord
Zelfstandig naamwoord
Lidwoord
Bijvoeglijk naamwoord
Voorzetsel
Bijwoord
Slide 2 - Diapositive
Werkwoord
Zegt iets wat iemand doet of wat er gebeurt
Een werkwoord kan je vervoegen
Gaan: ga, gaat, gaan, ging, gingen, gegaan
Ken
jij het borstbeeld van Ronaldo?
Kunstenaar Emanuel Santos
heeft
het bronzen beeld g
emaakt
.
Slide 3 - Diapositive
Welke werkwoorden staan in deze zin?
Ik word morgen 16 jaar.
Slide 4 - Question ouverte
Welke werkwoorden staan in deze zin?
Heb ik een goed cijfer voor de toets gehaald?
Slide 5 - Question ouverte
Zelfstandig naamwoord
Een mens, dier, plant of ding
Een naam
Herkennen: verkleinwoord, enkelvoud/meervoud en lidwoord
tante, tijger, paardenbloem, frisdrankglas, september
Sam, Leiden, Arnhem, OBC Elst
Slide 6 - Diapositive
Wat zijn de zelfstandige naamwoorden in deze zin?
Heb ik een goed cijfer voor de toets?
Slide 7 - Question ouverte
Wat zijn de zelfstandige naamwoorden in deze zin?
Melissa en Anna hebben het huiswerk in hun agenda geschreven.
Slide 8 - Question ouverte
Lidwoord
Staat voor het zelfstandig naamwoord
De, het en een
Bepaald: de, het
Onbepaald: een
Slide 9 - Diapositive
Wat zijn de lidwoorden in deze zin?
Wil jij het antwoord geven van de opdracht?
Slide 10 - Question ouverte
Wat zijn de lidwoorden in deze zin?
Vind je het erg als ik de opdracht niet maak?
Slide 11 - Question ouverte
Bijvoeglijk naamwoord
Vertelt iets over het zelfstandig naamwoord
Staat meestal voor het zn
Dat is een
leuke
film. Ik heb een
nieuw
huis gekocht.
Staat soms achter het zn
Die film is
leuk
. Het huis is
nieuw
.
Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord:
zegt van welk materiaal iets gemaakt is
Een
gouden
oorbel, een
plastic
emmer
Slide 12 - Diapositive
Wat zijn de bijvoeglijke naamwoorden in deze zin?
Een aardige agent bood wel aan om me naar mijn warme huis te brengen.
Slide 13 - Question ouverte
Wat zijn de bijvoeglijke naamwoorden in deze zin?
Tijdens de saaie les geschiedenis zei de docent dat de toets moeilijk is.
Slide 14 - Question ouverte
Voorzetsel
Een (kort) woord dat de plaats, tijd of oorzaak aangeeft
Kan vaak voor de kast / pauze worden geplaatst
Zijn boek lag
op
de kast.
We hebben Nederlands
na
de pauze.
Ik gleed uit
door
de sneeuw.
Slide 15 - Diapositive
Welke voorzetsels staan in deze zin?
Ga jij morgen naar het schoolfeest?
Slide 16 - Question ouverte
Welke voorzetsels staan in deze zin?
Morgen ga ik met jou een film kijken om tien uur.
Slide 17 - Question ouverte
Voorzetseluitdrukking
Een groep woorden met tenminste een voorzetsel
Wordt samen als voorzetsel gebruikt
Kan je vaak vervangen door 1 woord
Grammatica begrijp je het beste
met behulp van
voorbeelden.
In verband met
de vergaderingen, hadden jullie minirooster.
Slide 18 - Diapositive
Welke voorzetseluitdrukking staan in deze zin?
Er wordt uitgelegd door middel van een LessonUp.
Slide 19 - Question ouverte
Bijwoord
Zegt iets over een hele zin
Waarom
zijn bananen krom?
Zegt iets over een werkwoord
De leerlingen zaten in de pauze
buiten.
Zegt iets over een bijvoeglijk naamwoord
Dat huis is
erg
mooi.
Slide 20 - Diapositive
Bijwoord
Zegt iets over een ander bijwoord
Dat huis is
heel
erg mooi.
Geeft extra informatie over tijd, plaats of omstandigheden
Toen
woonde ik
daar
Mijn zus heeft het
altijd
koud.
Slide 21 - Diapositive
Welk bijwoord staat in deze zin?
Zij woont in het huis hiernaast.
Slide 22 - Question ouverte
Welk bijwoord staat in deze zin?
Dat vind ik een bijzonder mooie film.
Slide 23 - Question ouverte
Aan de slag
Maken
Grammatica les 5 opdracht 3, 4, 5, 13, 14
Grammatica les 6 opdracht 4, 5, 7, 9, 11, 12, 13
Slide 24 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
bijwoord
Juin 2022
- Leçon avec
32 diapositives
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2
bijwoord
Mars 2022
- Leçon avec
34 diapositives
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2
Grammatica woordsoorten - De brug les 3
Novembre 2022
- Leçon avec
18 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Les 10 - Grammatica woordsoorten
Mars 2022
- Leçon avec
17 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Woordsoorten: wat zijn het en hoe herken je ze?
Avril 2023
- Leçon avec
16 diapositives
Woordsoort benoemen deel 1
Mars 2023
- Leçon avec
16 diapositives
Woordsoorten TW 5_ leerjaar 1
Juin 2023
- Leçon avec
37 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo g, t, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-3
Woordsoorten
Novembre 2023
- Leçon avec
32 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1