Herhaling bronnenonderzoek ICT Word

Herhaling bronnenonderzoek ICT Word
1 / 53
suivant
Slide 1: Diapositive
AtelierSecundair onderwijs

Cette leçon contient 53 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Herhaling bronnenonderzoek ICT Word

Slide 1 - Diapositive

Bij een onderzoeksopdracht denken veel leerlingen onmiddellijk aan
experimenteren en observeren, enquêtes afnemen en mensen interviewen om
data te verzamelen. Dat 'actieve' werk, het praktijkonderzoek, hoort er
regelmatig bij, maar voor je hieraan start doe je onderzoek naar wat al over je
onderwerp geweten is. Dit doe je aan de hand van een literatuuronderzoek.

Slide 2 - Diapositive

Doel
Literatuuronderzoek verwijst naar kennis die er al is over jouw
onderzoeksonderwerp.

• Je krijgt inzichten uit verschillende invalshoeken.
• Praktijkvoorbeelden die anderen hebben onderzocht, kunnen je eigen
onderzoek versterken en je helpen een onderzoeksmethode te bepalen.
• Inzicht in het onderwerp helpt je je onderzoek af te bakenen: welke
aspecten ga je vragen in enquêtevragen of interviewvragen?

Slide 3 - Diapositive

Hou er rekening mee dat literatuuronderzoek dient om de informatie die voor
jouw onderzoek relevant is kritisch te bespreken en te verwerken. Het doel is
niet een eenvoudige opsomming of bondige samenvatting van de beschikbare
gegevens!

Slide 4 - Diapositive

Stappenplan
  1. Voorbereiding
  2. Literatuur verzamelen
  3. Literatuur verzamelen in een theoretisch kader
  4. Citeren of parafraseren
  5. Verwijzen naar bronnen.

Slide 5 - Diapositive

1. Voorbereiding

Slide 6 - Diapositive

Vertrek vanuit je onderzoeksvraag. Wat was jullie onderzoeksvraag?

Slide 7 - Carte mentale

Onderzoeksvraag
Vertrek vanuit je onderzoeksvraag, hier draait je hele onderzoek om.
Splits je onderzoeksvraag op in deelvragen.

Slide 8 - Diapositive

Deelvragen
Je kan je onderzoeksvraag opsplitsen door:
• Het onderwerp definiëren
Bv. Wat zijn de belangrijkste typen slaapproblemen en hun
onderscheidende kenmerken?
• Het onderwerp af te bakenen
Bv. Welke slaapproblemen ondervinden jongeren?
Bv. Welke slaapproblemen ondervinden jongeren van 16 tot 18 jaar?
• Het onderwerp plaatsen in het vakgebied
Bv. Welke onderzoeken werden reeds naar slaapproblemen bij jongeren
gedaan?
Andere aspecten van de onderzoeksvraag belichten
Bv. Welke factoren dragen bij aan het ontstaan van slaapproblemen?

Let op: hou steeds het doel van je onderzoek in gedachte!

Slide 9 - Diapositive

2. Literatuur verzamelen (en beoordelen)

Slide 10 - Diapositive

Betrouwbare bronnen
Belangrijk is dat je op zoek gaat naar
betrouwbare en representatieve bronnen. Bij voorkeur zoek je academische
teksten. Maar soms kan je een online bron raadplegen als deze betrouwbaar
genoeg is. Wees hier extra op je hoede.

Slide 11 - Diapositive

Literatuur beoordelen
Beoordeel de literatuur eerst op relevantie en kwaliteit.

1. Ga na of je bron representatief is, dus bruikbaar voor jouw
onderzoeksvraag. Lees in deze fase oriënterend: enkel de titels,
tussentitels ...
✓ Sluit de bron aan bij je onderzoeksvraag?
✓ Bespreekt de bron geen uitzonderlijke casus, overbodig voor jouw
onderzoek?
✓ Is de informatie voor de bon niet te algemeen?

Slide 12 - Diapositive

2. Ga na of je bron representatief is, dus bruikbaar voor jouw
onderzoeksvraag. Lees in deze fase oriënterend: enkel de titels,
tussentitels ...
✓ Sluit de bron aan bij je onderzoeksvraag?
✓ Bespreekt de bron geen uitzonderlijke casus, overbodig voor jouw
onderzoek?
✓ Is de informatie voor de bon niet te algemeen?

Slide 13 - Diapositive

Informatie in boeken
Als je aan boeken denkt, dan kan je waarschijnlijk meteen een aantal nadelen
opsommen.
✓ De informatie in boeken is bijvoorbeeld minder vlot bereikbaar dan die op
het internet.
✓ Je moet er een verplaatsing naar de bib voor over hebben, terwijl anders
enkele drukken op de knop volstaan.
✓ Informatie in boeken kan ook sneller verouderd zijn: om ze up-to-date te
houden moet er een herdruk gebeuren.

Slide 14 - Diapositive

Toch moet je er rekening mee houden dat niet-digitale bronnen ook voordelen
hebben.
✓ Boeken worden meestal gepubliceerd door gerenommeerde uitgeverijen en
zijn geschreven door experts.
✓ Hierdoor hebben ze vaak een hogere betrouwbaarheid dan sommige online
bronnen, waar de kwaliteit van de informatie sterk kan variëren.
✓ Boeken hebben bovendien een redactioneel proces ondergaan voordat ze
worden gepubliceerd. Ze worden zorgvuldig beoordeeld, bewerkt en
gecontroleerd op feitelijke nauwkeurigheid voordat ze beschikbaar worden
gesteld aan het publiek, waardoor de kans op fouten relatief klein is. 

Slide 15 - Diapositive

Bibliotheekbezoek
Je verzamelde al enkele bronnen tijdens het bibliotheekbezoek aan de Hogeschool in november. Deze zijn automatisch academisch.

Slide 16 - Diapositive

Online bronnen zoeken
Het aantal websites is zo groot dat slechts een klein percentage
dezelfde strenge controleprocedure ondergaat.
Het is dus heel belangrijk om zelf kritisch aan de slag te gaan.

Slide 17 - Diapositive

Zoekstrategieën
  • Kijk naar je deelvragen.
  • Leid sleutelwoorden af.
Bv.  Wat zijn de belangrijkste typen slaapproblemen en hun
onderscheidende kenmerken? -- Sleutelwoorden: type slaapproblemen kenmerken

Slide 18 - Diapositive

Online bron gevonden?
Stel jezelf steeds de vragen: 
Klopt het wat hier staat?
Kan ik deze informatie zomaar overnemen?

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Checklist - verkort
✓ Wie is de zender (auteur / maker)?
Is de zender een expert in het onderwerp? Heeft hij autoriteit?
✓ Is de bron objectief of subjectief?
Staan in de bron vooral feiten of meningen?
✓Van wanneer dateert de bron?
Is de bron nog actueel? Is de bron ooit aangepast?
✓ Bevat de bron verwijzingen naar andere bronnen?
Is er een wetenschappelijke bronnenlijst? Zijn die andere bronnen betrouwbaar?
✓ Is de bron relevant voor mijn opdracht?

Slide 22 - Diapositive

3. Literatuur verwerken in een theoretisch kader

Slide 23 - Diapositive

Wanneer je de informatie hebt gevonden, start je aan je literatuurstudie. Dit kan
je beschouwen als een theoretisch kader om je onderzoek te ondersteunen.

In een theoretisch kader presenteer je relevante begrippen, definities, modellen
en theorieën met betrekking tot jouw onderzoeksonderwerp.

Voor de structuur van een theoretisch kader bestaan geen vaste regels. In dit
geval volg je de onderzoeksvraag en de deelvragen. Per deelvraag verwerk je de
informatie die je hebt gevonden.

Slide 24 - Diapositive

Voorbeelden literatuur
✓ Wat is het probleem en hoe wordt het onderzoek aangepakt?
✓ Welke kernbegrippen staan centraal en hoe worden deze begrippen
gedefinieerd?
✓ Welke theorieën en modellen worden door de auteur gebruikt?
✓ Wat zijn de resultaten en conclusies van het onderzoek?
✓ Wat zijn de sterke en zwakke punten van het onderzoek?
✓ Hoe verhoudt dit artikel zich tot andere publicaties met betrekking tot het
onderzoeksgebied? Bevestigt het, weerlegt het of voegt het toe aan de
bestaande literatuur?
✓ Hoe kan dit onderzoek voor mijn eigen onderzoek worden gebruikt?

Slide 25 - Diapositive

4. Citeren of parafraseren

Slide 26 - Diapositive

Plagiaat
Wanneer je een bron gebruikt, is het belangrijk deze altijd op een correcte manier te vermelden. Doe je dat niet, dan pleeg je plagiaat.
Er bestaan verschillende systemen om dit te doen, wij gebruiken het APA-systeem. Dit is één van de meest gebruikte systemen in het wetenschappelijk onderzoek. 

Slide 27 - Diapositive

Citaat
Parafrase
een letterlijk overgenomen passage uit een publicatie
een weergave in eigen woorden van een passage uit een publicatie.

Slide 28 - Question de remorquage

Stichting OER (2006) concludeert in haar onderzoek dat bewustwording bij docenten, een homogene boodschap, voorlichting en discussieteams voor een instellingsbreed plagiaatbestrijdingsbeleid erg belangrijk zijn.
A
Citaat
B
Parafrase

Slide 29 - Quiz

Flankpijn kan worden gedefinieerd als “pijn tussen de ribbenboog en de bekkenkam” (Vrooman & Van Balken, 2021, p. 12).

A
Citaat
B
Parafrase

Slide 30 - Quiz

Wanneer parafraseren en wanneer citeren?

Slide 31 - Diapositive

“Slaap is van groot belang voor de lichamelijke en geestelijke gezondheid” (Meerlo & Havekes, 2021).

A
Citaat
B
Parafrase

Slide 32 - Quiz

De kans op conflicten tussen twee landen neemt toe naarmate de onderlinge economische afhankelijkheid groeit. Er zijn drie mogelijke gevolgen wanneer twee landen belangen delen. Steevast ontstaat bij een of meerdere partijen de vrees dat de partner onevenredig veel baat heeft bij de relatie, het samenwerkingsverband zal verbreken, of met een andere partij in zee zal gaan (Friedman, 2015).

A
Citaat
B
Parafrase

Slide 33 - Quiz

Trainee Ahmed Yassine werkte als freelance journalist, maar maakte de overstap naar het onderwijs. Over zijn beweegredenen voor de overstap zegt hij het volgende: “Veel 1-op-1 contact hebben, met de jeugd bezig zijn, en echt een relatie kunnen opbouwen met mensen, dat vind ik belangrijk” (Saidi, 2021).

A
Citaat
B
Parafrase

Slide 34 - Quiz

Uit onderzoek van Jawara (2021) blijkt dat er veel behoefte is aan informatie over tweetalige opvoeding.
A
Citaat
B
Parafrase

Slide 35 - Quiz

Je laat zien dat je de inhoud van de tekst goed begrijpt.
A
Citaat
B
Parafrase

Slide 36 - Quiz

Je pleegt geen plagiaat.
A
Citaat
B
Parafrase

Slide 37 - Quiz

De originele formulering is zo perfect dat je het niet beter of anders zou kunnen schrijven.
A
Citaat
B
Parafrase

Slide 38 - Quiz

Je eigen stem blijft overheersen in je eindwerk.
A
Citaat
B
Parafrase

Slide 39 - Quiz

De betekenis van de tekst is niet veranderd.
A
Citaat
B
Parafrase

Slide 40 - Quiz

Je wil de mening van een professional neerschrijven.
A
Citaat
B
Parafrase

Slide 41 - Quiz

De tekst is in andere woorden uitgedrukt.
A
Citaat
B
Parafrase

Slide 42 - Quiz

Je wilt de exacte definitie van een begrip gebruiken.
A
Citaat
B
Parafrase

Slide 43 - Quiz

Samengevat
Een parafrase is een weergave in eigen woorden van een passage uit een publicatie. Parafraseren heeft steeds de voorkeur.

Citeren is het letterlijk overnemen van een tekst. Je doe je slechts om drie redenen:
1. Je wilt een begrip definiëren.
2. Parafraseren zou de kwaliteit van de oorspronkelijke tekst of het idee zou verminderen.
3. Je gebruikt een citaat om bewijsmateriaal te leveren of een argument te ondersteunen.


Let op: in beide gevallen moet je de bron vermelden!

Slide 44 - Diapositive

Stappenplan parafraseren
Volg het stappenplan om te parafraseren
                Stap 1: Lees het stukje tekst meerdere keren zodat je begrijpt wat er staat.
                Stap 2: Noteer de kernwoorden.
                Stap 3: Doe de oorspronkelijke tekst weg en schrijf de tekst in jouw eigen woorden. Gebruik de kernwoorden als kapstok.
                Stap 4: Vergelijk jouw versie met de oorspronkelijke versie. Ga na of er nog veel zinnen in dezelfde woorden staan.
                Stap 5: Maak aanpassingen waar nodig.
                Stap 6: Vermeld de bronnen op een juiste manier.
Enkele tips:
      1. Verander de volgorde van de informatie.
      2. Gebruik zoveel mogelijk synoniemen. De website synoniemen.net kan je hierbij helpen.
      3. Wijzig de zinsstructuur.
      4. Maak van een lange zin meerdere kortere zinnen


Slide 45 - Diapositive

Wat moet je vermelden in de tekst zelf als je citeert of parafraseert?

Slide 46 - Question ouverte

Opmerking parafraseren
Let op:
  • Gebruik geen je- of we-vorm. Als het moet, maak je de zinnen PASSIEF!
  • Maak samengestelde zinnen, lees deze telkens goed na!

Slide 47 - Diapositive

5. Verwijzen naar bronnen

Slide 48 - Diapositive

Verwijzen en bronvermelding
Wanneer je iets uit een bron haalt, moet je hiernaar verwijzen in je tekst en in een bronnenlijst achteraan je tekst. Dit doe je wanneer je een letterlijk citaat uit een werk haalt, en ook wanneer je iets in je eigen woorden parafraseert of vertaalt. Dit doe je om plagiaat te vermijden, om zelf bronnen terug te vinden en om anderen op het juiste spoor te zetten.

Slide 49 - Diapositive

"Alhoewel ouders niet perse de veroorzakers zijn van gedragsproblemen, kunnen zij wel een
belangrijke rol spelen bij de preventie en vermindering ervan."
Foolen, N. (2012). Wat werkt bij gedragsproblemen en gedragsstoornissen.

Slide 50 - Question ouverte

Er is veel behoefte aan informatie over tweetalige opvoeding (Jawara, 2021).

Slide 51 - Question ouverte

Cocaïne breekt je weerstand en vitamines af. Neem vitamines en eet stevige, gezonde maaltijden (Druglijn, 2023).

Slide 52 - Question ouverte

Waaraan merk je dat er autisme in het spel is?
Je merkt sociale en communicatieve beperkingen.
Je vindt het moeilijk om emoties en interesses aan te voelen en onder woorden te brengen.
Je hebt een neiging om altijd eerlijk te zijn, ook als dit sociaal ontactisch of ongepast is

Slide 53 - Question ouverte