5.2 Tangens berekenen

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Welkom

Paragraaf  H5.2 Tangens berekenen

Leg voor je open:

blz. 233

Lesdoelen

• Je leert hoe we de zijden van een rechthoekige driehoek noemen. 
• Je leert wat we bedoelen met de tangens 
• Je leert een hoek uit te rekenen met de tangens

Welke zijde is de schuine zijde van de driehoek?

1. DE
2. DF
3. EF

Theorie C Namen van rechthoekszijden

Welke zijde is de schuine zijde van

ΔABC

1. AB
2. AC
3. BC
4. AB en AC

Welke zijde is de overstaande rechthoekszijde van B?

∠

1. BC
2. AC
3. AB

Welke zijde is de aanliggende rechthoekszijde van B?

∠

1. BC
2. AC
3. AB

Welke zijde is de aanliggende rechthoekszijde van E?

∠

1. DE
2. EF
3. DF

Welke zijde is de aanliggende rechthoekszijde van D?

∠

1. DE
2. EF
3. DF

Bereken het
hellingspercentage.

1. ​50​​11​​⋅100=22
2. ​11​​50​​=5
3. ​50​​11​​=0,22
4. ​11​​50​​⋅100=454

Welke zijde is de overstaande rechthoekszijde van P?

∠

1. PR
2. PQ
3. QR

Welke zijde is de aanliggende rechthoekszijde van P?

∠

1. PR
2. PQ
3. QR

Zelf oefenen

Maak som 17, 18 en 19

Theorie Tangens

Tangens

Tangens

Teken deze driehoek na in jouw schrift.

Alle aantekeningen die in deze les staan, neem je over in jouw schrift.

Tangens

• Wat voor soort driehoek is dit?

• Hoe heet de gele zijde? 

• Hoe noem je de groene zijdes?

Dit is een rechthoekige driehoek.

De gele zijde is de schuine zijde.

De groene zijdes zitten aan de rechte hoek vast, daarom heten zij rechthoekszijdes

Tangens

• Schuine zijde

• Overstaande rechthoekszijde 

• Aanliggende rechthoekszijde

Als je vanuit hoek C kijk, dan is :

• zijde AC de schuine zijde (ligt tegenover de rechte hoek).
• zijde AB de overstaande rechthoekszijde (ligt tegenover hoek C)
• zijde BC de aanliggende rechthoekszijde (ligt aan hoek C en de rechte hoek vast)
  

De formule van Tangens

De schuine zijde doet bij tangens dus niet mee

Voorbeeld tangens berekenen

Bereken de tangens
van D

∠

1. 1,077
2. 0,929
3. 0,684
4. 1,452

Bereken de tangens
van B

∠

1. 0,75
2. 0,6
3. 1,333
4. 1,667

Bereken de tangens
van L

∠

1. 1,455
2. 0,688

Zelf oefenen:

Maak som 21, 22, 23, 24, 26, 27, 28

Uitlegvideo

Achter deze slide vind je uitlegvideo over paragraaf 5.2. Als het niet lukt om de opdrachten te maken, geef dan niet op, maar kijk deze video.