A6sp- LAATSTE LES van het jaar KOL

Bienvenidos

LESSONUP:
Meld je aan via de link in magister (bij je eerste les Spaans van dit schooljaar)


1 / 50
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 50 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Bienvenidos

LESSONUP:
Meld je aan via de link in magister (bij je eerste les Spaans van dit schooljaar)


Slide 1 - Diapositive

Metas / Objetivos (doelen)
Leesvaardigheid:  
  • Je verbetert je lees- en toetsvaardigheid met het oog op het Centraal Schriftelijk Eindexamen, ERK-niveau B2. 

Slide 2 - Diapositive

Programa
OPCIONES 
  • Quiz
  • Tekst oefenen
  • einde presentatie: TIPS voor het CSE (o.a. over vraagsoorten)

Tip: er staat een 'poster leesvaardigheid antwoordstructuur' op teams.

Slide 3 - Diapositive

¿Qué sabes de España?

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

¿Cuáles son los 4 idiomas oficiales en España?

timer
2:00

Slide 6 - Question ouverte

La capital de España se llama

timer
0:10

Slide 7 - Question ouverte

Slide 8 - Diapositive

¿Qué hecho histórico español está presentado en este cuadro?

timer
1:00

Slide 9 - Question ouverte

26 april 1937 werd het Baskische dorp Gernika verwoest door een aanval van de van nationalistisch, nazistisch en franquistische militairen, geholpen door de Italiaanse fascisten tijdens de Spaanse Burgeroorlog (1936 – 1939)

Haz click aquí
Als reactie op het bombardement schilderde Pablo Picasso zijn meest controversiële werk ooit genaamd Guernica. Het is een immens groot schilderij van 349 × 776 cm. Het schilderij van Picasso is in Nederland niet zo bekend, maar in Spanje kent iedereen het schilderij. Je zou kunnen zeggen dat het De Nachtwacht is van Spanje. Na de Tweede Wereldoorlog (1939-’45) maakt het schilderij een rondreis over de hele wereld. Het groeide uit tot een symbool van protest tegen oorlog en het vermoorden van onschuldige burgerslachtoffers. 

Slide 10 - Diapositive

¿Por qué hay en España, sobre todo
en el sur de España, edificios árabes?

Slide 11 - Question ouverte

¿Qué es el Camino de Santiago?

Slide 12 - Question ouverte

¿Qué desayunan los españoles?
(er zijn meer antwoorden goed)
A
B
C
D

Slide 13 - Quiz

Escribe 4 pintores famosos
españoles.

Slide 14 - Question ouverte

¿Qué problema tienen los
jóvenes españoles,
después de terminar su carrera?

Slide 15 - Question ouverte

¿Qué “tradición” se relaciona con
España que otros países no tienen?

Slide 16 - Question ouverte

Hoe komt het dat de Spaanstalige wereld overwegend katholiek is?

Slide 17 - Question ouverte

  ¿LIST@S? 
¡EMPEZAMOS!

Slide 18 - Diapositive

Wat betekent:
tampoco
A
weinig
B
echter
C
evenals
D
ook niet

Slide 19 - Quiz

Wat betekent:
por lo tanto
A
dus
B
vanwege
C
daarom
D
tenminste

Slide 20 - Quiz

Wat betekent:
sin embargo
A
echter
B
zonder tegenspraak
C
ongetwijfeld
D
als gevolg van

Slide 21 - Quiz

Wat betekent:
por ejemplo
A
terwijl
B
daarom
C
bijvoorbeeld
D
met andere woorden

Slide 22 - Quiz

Wat betekent:
a pesar de que
A
hoewel
B
ondanks
C
evenals
D
helaas

Slide 23 - Quiz

Vertaal in het Nederlands:
hay que

Slide 24 - Question ouverte

Hoe vertaal je "sirve mejor" in onderstaande zin?

¿Qué titulo sirve mejor para el texto?

Slide 25 - Question ouverte

Vertaal in het Nederlands:
se dice

Slide 26 - Question ouverte

Vertaal in het Nederlands:
párrafo

Slide 27 - Question ouverte

Vertaal in het Nederlands:
objetivo

Slide 28 - Question ouverte

FIN DEL QUIZ

Slide 29 - Diapositive

CSE training


Lees tekst 5 en 11 van het examen 2018
Beantwoord de vragen in de quizlet

Slide 30 - Diapositive

19. Uit het interview met de Spaanse schrijfster Naiara Domínguez zijn vier vragen weggehaald.
Zet deze op de juiste plaats door achter de nummers 1 tot en met 4 op het antwoordblad de juiste letter te plaatsen.

Slide 31 - Question ouverte

41. Je houdt van krokante pizza’s en wilt er zelf eentje bakken.
Geeft de tekst een tip over toppings voor een krokante pizza?
Zo ja, schrijf de eerste twee woorden op van de zin waarin deze tip staat. Zo nee, schrijf op ‘nee’.

Slide 32 - Question ouverte

Slide 33 - Lien

Evaluación

Slide 34 - Diapositive

Hoe kijk jij aan tegen het CSE Spaans?

Slide 35 - Question ouverte

Wat heb je nodig om voor het CSE Spaans een voldoende te halen?

Slide 36 - Question ouverte

Kan je docent je daarbij helpen?
Hoe?

Slide 37 - Question ouverte

Wat ga jij doen om je optimaal voor te bereiden?

Slide 38 - Question ouverte

FIN DE LA CLASE 

gracias por tu atención

Slide 39 - Diapositive

Algemene tips CSE
  • Je mag op je opgaven en in de teksten schrijven/markeren. Doe dit! Het helpt je om gerichter te lezen.
  • Je hebt ongeveer 3 minuten per punt.
  • Je hoeft het examen niet in chronologische volgorde te maken. Begin met de teksten die je het meeste aanspreken/ waar je de meeste punten verwacht te halen. Zorg er wel voor dat je alles (bij de juiste vraagnummers) invult.
  • Wees zuinig met woorden opzoeken in het woordenboek. Schrijf de woorden die je opzoekt op in de kantlijn.
  • Zorg dat je in ieder geval altijd titels, ondertitels en tussenkopjes begrijpt. Hetzelfde geldt voor de vragen  + de (korte) antwoordmogelijkheden.

Slide 40 - Diapositive

OBSERVACIONES GENERALES 1

  • 150 minuten > 3 minuten p/vraag
  • Open vraag  In het Nederlands beantwoorden!
                    - 2 punten: 2 aspecten
                    - wat/waarom? achterliggende gedachte!
  • Geef exact aantal voorbeelden dat gevraagd wordt
  • Examen is opgebouwd in moeilijkheidsgraad
  • Sla je tekst (toch) over? Altijd controleren of je overal antwoord hebt ingevuld!

Slide 41 - Diapositive

OBSERVACIONES GENERALES 2

Woordenboek alleen als ‘t ECHT nodig is!
Bij multiple-choice woorden let op: zij staan in alfabetische volgorde zodat je makkelijker kan zoeken. Voorbeeld:
                    ¿Qué palabra falta en la línea 48?
                          A adaptarse
                          B engañar
                          C escapar
                          D limitarse

Slide 42 - Diapositive

TIPOS DE TEXTOS

  • Artículos de fondo (Achtergrondartikel)
  • Carta al director (Brief naar de redactie)
  • Entrevistas (Interviews)
  • Texto con huecos / opción múltiple (Gatentekst /meerkeuze-invul)
  • Texto largo con una pregunta  (Lange tekst met 1 vraag)  
  • Texto para escanear (scannen)
  • Textos cortos / folletos, etc. (Korte teksten / brochures, enz.)


Slide 43 - Diapositive

TIPOS DE PREGUNTAS

  • Gesloten vragen (abcd/gaten)
  • Waar / niet waar. Beweringenvragen (leveren relatief weinig punten op)
  • Open vragen (antwoorden in het Nederlands).
  • Open vragen: Zo ja/zo nee. Bijv. 'noteer de eerste twee woorden van de zin...'
  • Precies het aantal voorbeelden geven dat gevraagd wordt (nooit meer!)


Slide 44 - Diapositive

¿QUÉ QUIERE EL CITO?

  • 1. GROTE LIJN zien in het verhaal
  • 2. SIGNAALWOORDEN
                       a. herkennen
                       b. analyseren (weten wat de functie van zo’n signaalwoord is)
  • 3. EXPERTS. Bij interviews meningen van deze mensen snappen en weergeven
  • 4. VOORBEELDEN herkennen en weergeven
  • 5. SCANNEN van een tekst met maar één of twee vragen

Slide 45 - Diapositive

COMENTARIOS PRÁCTICOS

  • Denk goed na: Kort oriënteren op de tekst -> vraag lezen -> strategie bepalen. 
  • Denk goed na: WEL/ NIET de gehele tekst lezen?
  • TIPS: 
1. Lees de vraag eerst zonder de opties. 
2. Lees daarna de tekst en bedenk hoe je de vraag zou beantwoorden. 
3. Kies het antwoord (bij multiple-choice).
4. Zoek VISUEEL herkenbare woorden (¨ ¨, schuingedrukt, enz.)

Slide 46 - Diapositive

Correctievoorschrift
3.2 indien een vraag gedeeltelijk juist is beantwoord, wordt een deel van de te behalen scorepunten toegekend in overeenstemming met het beoordelingsmodel; [ ER WORDEN ECHTER GEEN HALVE PUNTEN TOEGEKEND ]

3.3 indien een antwoord op een open vraag niet in het beoordelingsmodel voorkomt en dit antwoord op grond van aantoonbare, vakinhoudelijke argumenten als juist of gedeeltelijk juist aangemerkt kan worden, moeten scorepunten worden toegekend naar analogie of in de geest van het beoordelingsmodel;

3.4 indien slechts één voorbeeld, reden, uitwerking, citaat of andersoortig antwoord gevraagd wordt, wordt uitsluitend het eerstgegeven antwoord beoordeeld;

3.5 indien meer dan één voorbeeld, reden, uitwerking, citaat of andersoortig antwoord gevraagd wordt, worden uitsluitend de eerstgegeven antwoorden beoordeeld, tot maximaal het gevraagde aantal;

3.6 indien in een antwoord een gevraagde verklaring of uitleg of afleiding of berekening ontbreekt dan wel foutief is, worden 0 scorepunten toegekend tenzij in het beoordelingsmodel anders is aangegeven;

Slide 47 - Diapositive

Vakspecifieke regels
1 Open vragen dienen in het Nederlands beantwoord te worden, tenzij uit de vraagstelling blijkt dat het antwoord in de vreemde taal mag of moet staan. Indien toch de vreemde taal is gebruikt, worden aan het antwoord 0 scorepunten toegekend.

2 Met taalfouten wordt in de beoordeling geen rekening gehouden.

Slide 48 - Diapositive

Vraagsoorten
Bestudeer de Syllabus examentraining en/of Libro de referencia voor een overzicht van de vraagsoorten die je op het CSE kunt verwachten.

Leer de Spaanse vragen uit je hoofd, zodat je tijdens het examen begrijpt wat er wordt gevraagd. 

Enkele slides over vraagsoorten uit eerdere lessen vind je hieronder:

Slide 49 - Diapositive

werkwijze gatentekst, syll. p.26
  1. Lees de tekst intensief en bepaal per alinea het alineathema.
  2. Noteer de belangrijkste informatie zowel voor als na het gat.
  3. Vertaal de informatie in eigen woorden.
  4. Lees de antwoordopties en bepaal wat ze exact betekenen.
  5. Streep de foutieve antwoordopties weg, let daarbij op: 
  • concordantie (geslacht en getal, en werkwoordsvervoeging)
  • verbanden (signaalwoorden).
                        -> Welke van deze 5 punten doe jij al?
Gatentekst werkwijze: zie ook libro de ref. p.47

Slide 50 - Diapositive