A6sp3 - Periode 4 - les 1, lange zinnen / open vragen - GSE (2-04-2024)

Bienvenidos

LESSONUP:
Meld je aan via de link in magister (bij je eerste les Spaans van dit schooljaar)


1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Bienvenidos

LESSONUP:
Meld je aan via de link in magister (bij je eerste les Spaans van dit schooljaar)


Slide 1 - Diapositive

Programa
INFO / DEBERES 
  • INFO: nog 2 lessen tot het examen
  • Algemene tips CSE
  • Lange zinnen / hoofdzin en bijzin (texto 6 del examen 2018-1)
  • Open vragen (in examen 2018-2)
  • ¿Terminado? Trabajar en 2018-2 texto 6-7
REFLEXIÓN + DEBERES

Slide 2 - Diapositive

Metas / Objetivos (doelen)
Leesvaardigheid:  
  • Je verbetert je lees- en toetsvaardigheid met het oog op het Centraal Schriftelijk Eindexamen, ERK-niveau B2. 

Slide 3 - Diapositive

Algemene tips:
  • Je mag op je opgaven en in de teksten schrijven/markeren. Doe dit! Het helpt je om gerichter te lezen.
  • Je hebt ongeveer 3 minuten per punt.
  • Je hoeft het examen niet in chronologische volgorde te maken. Begin met de teksten die je het meeste aanspreken/ waar je de meeste punten verwacht te halen. Zorg er wel voor dat je alles (bij de juiste vraagnummers) invult.
  • Wees zuinig met woorden opzoeken in het woordenboek. Schrijf de woorden die je opzoekt op in de kantlijn.
  • Zorg dat je in ieder geval altijd titels, ondertitels en tussenkopjes begrijpt. Hetzelfde geldt voor de vragen  + de (korte) antwoordmogelijkheden.

Slide 4 - Diapositive

OBSERVACIONES GENERALES 1

  • 150 minuten > 3 minuten p/vraag
  • Open vraag  In het Nederlands beantwoorden!
                    - 2 punten: 2 aspecten
                    - wat/waarom? achterliggende gedachte!
  • Geef exact aantal voorbeelden dat gevraagd wordt
  • Examen is opgebouwd in moeilijkheidsgraad
  • Sla je tekst (toch) over? Altijd controleren of je overal antwoord hebt ingevuld!

Slide 5 - Diapositive

OBSERVACIONES GENERALES 2

Woordenboek alleen als ‘t ECHT nodig is!
Bij multiple-choice woorden let op: zij staan in alfabetische volgorde zodat je makkelijker kan zoeken. Voorbeeld:
                    ¿Qué palabra falta en la línea 48?
                          A adaptarse
                          B engañar
                          C escapar
                          D limitarse

Slide 6 - Diapositive

TIPOS DE TEXTOS

  • Artículos de fondo (Achtergrondartikel)
  • Carta al director (Brief naar de redactie)
  • Entrevistas (Interviews)
  • Texto con huecos / opción múltiple (Gatentekst /meerkeuze-invul)
  • Texto largo con una pregunta  (Lange tekst met 1 vraag)  
  • Texto para escanear (scannen)
  • Textos cortos / folletos, etc. (Korte teksten / brochures, enz.)


Slide 7 - Diapositive

TIPOS DE PREGUNTAS

  • Gesloten vragen (abcd/gaten)
  • Waar / niet waar. Beweringenvragen (leveren relatief weinig punten op)
  • Open vragen (antwoorden in het Nederlands).
  • Open vragen: Zo ja/zo nee. Bijv. 'noteer de eerste twee woorden van de zin...'
  • Precies het aantal voorbeelden geven dat gevraagd wordt (nooit meer!)


Slide 8 - Diapositive

¿QUÉ QUIERE EL CITO?

  • 1. GROTE LIJN zien in het verhaal
  • 2. SIGNAALWOORDEN
                       a. herkennen
                       b. analyseren (weten wat de functie van zo’n signaalwoord is)
  • 3. EXPERTS. Bij interviews meningen van deze mensen snappen en weergeven
  • 4. VOORBEELDEN herkennen en weergeven
  • 5. SCANNEN van een tekst met maar één of twee vragen

Slide 9 - Diapositive

COMENTARIOS PRÁCTICOS

  • Denk goed na: Kort oriënteren op de tekst -> vraag lezen -> strategie bepalen. 
  • Denk goed na: WEL/ NIET de gehele tekst lezen?
  • TIPS: 
1. Lees de vraag eerst zonder de opties. 
2. Lees daarna de tekst en bedenk hoe je de vraag zou beantwoorden. 
3. Kies het antwoord (bij multiple-choice).
4. Zoek VISUEEL herkenbare woorden (¨ ¨, schuingedrukt, enz.)

Slide 10 - Diapositive

Correctievoorschrift
3.2 indien een vraag gedeeltelijk juist is beantwoord, wordt een deel van de te behalen scorepunten toegekend in overeenstemming met het beoordelingsmodel; [ ER WORDEN ECHTER GEEN HALVE PUNTEN TOEGEKEND ]

3.3 indien een antwoord op een open vraag niet in het beoordelingsmodel voorkomt en dit antwoord op grond van aantoonbare, vakinhoudelijke argumenten als juist of gedeeltelijk juist aangemerkt kan worden, moeten scorepunten worden toegekend naar analogie of in de geest van het beoordelingsmodel;

3.4 indien slechts één voorbeeld, reden, uitwerking, citaat of andersoortig antwoord gevraagd wordt, wordt uitsluitend het eerstgegeven antwoord beoordeeld;

3.5 indien meer dan één voorbeeld, reden, uitwerking, citaat of andersoortig antwoord gevraagd wordt, worden uitsluitend de eerstgegeven antwoorden beoordeeld, tot maximaal het gevraagde aantal;

3.6 indien in een antwoord een gevraagde verklaring of uitleg of afleiding of berekening ontbreekt dan wel foutief is, worden 0 scorepunten toegekend tenzij in het beoordelingsmodel anders is aangegeven;

Slide 11 - Diapositive

Vakspecifieke regels
1 Open vragen dienen in het Nederlands beantwoord te worden, tenzij uit de vraagstelling blijkt dat het antwoord in de vreemde taal mag of moet staan. Indien toch de vreemde taal is gebruikt, worden aan het antwoord 0 scorepunten toegekend.

2 Met taalfouten wordt in de beoordeling geen rekening gehouden.

Slide 12 - Diapositive

Tekst 6: frases largas (1)
  • In lange zinnen zijn vaak bijzinnen/tussenzinnen verwerkt.
  • Voorbeeld 1: Het boek, dat daar op tafel ligt, is van mij. Je kunt de tussenzin weglaten en houdt toch nog een complete zin over.

  • Voorbeeld 2: Ik ga naar de stad om inkopen te doen. Je kunt de bijzin vervangen door één woord: Daarom.

  • Soms wordt er  extra info gegeven na een komma (of tussen komma’s). 
  • Voorbeeld 3: De spreker van vanavond, Juan Fernández, directeur van het bedrijf, zal iedereen versteld doen staan.
  • Je kunt de schuingedrukte zinsdelen weglaten en je houdt toch nog een complete zin over. 

Slide 13 - Diapositive

Tekst 6: frases largas (2)
Ga naar VWO 2018-1, tekst 6, alinea 5. Zin 1 (r. 29-33): 
Para tratar de elucidar la respuesta, un equipo de científicos heterógeneo, formado por psicólogos, expertos en robótica y en ciencias de la computación, realizó un experimento en el que en lugar de niños usaron un robot humanoide, Daniel San, capaz de imitar el comportamiento de un bebé.
Onderstreep alleen de hoofdzin. Negeer de overige woorden en zinsdelen.
Wat hou je over?
Bekijk daarna welke info je uit de bijzinnen nog nodig hebt.

-> Doe alinea 5 en 6 op deze manier +  noteer de signaalwoorden die je tegenkomt + vertaling.
-> Maak daarna vraag 23.                 Klaar? Werk in groepjes verder aan examen 2018-2, tekst 7.

Slide 14 - Diapositive

Tekst 4, 6, 8: open vragen
Ga naar VWO 2018-2.
Maak in de volgende teksten de open vragen en formuleer je antwoord zo correct mogelijk.
  • tekst 4 vraag 14 (2p) en 16 (1p)
  • tekst 6 vraag  23 (1p)
  • tekst 8 vraag 33 (1p), Let op: lees de tekst vanaf het begin, anders is het moeilijk om het antwoord te vinden.
Ga daarna naar het correctiemodel en vergelijk je antwoorden met het correctiemodel. 
-> Hoeveel punten zou je hebben behaald? Wat kan beter qua formulering?

Klaar? Werk in groepjes verder aan examen 2018-2, tekst 7.

Slide 15 - Diapositive

Lectura
Examen 2018-2
Werk verder aan tekst 7.
  • Overleg met elkaar over de tekst en de antwoorden, stel vragen.
  • Maak aantekeningen in de kantlijn. 
  • Toon je resultaat aan de docent, noteer je leerpunten.
timer
10:00
Welke woorden zoek je wel/niet op?

Slide 16 - Diapositive

1. Hoe ga je te werk bij lange zinnen?
2. Wat is er nodig om open vragen beter te beatnwoorden?

Slide 17 - Question ouverte

Deberes
Hacer: 
Afmaken tekst 7 CSE vwo 2018-2, 

Estudiar: 
herhaal de signaalwoordenlijst (op teams)

Slide 18 - Diapositive

Toetsen en opdrachten, zie studiewijzer!!!
Tussentoets, 4 maart 2024: examenvocabulaire (voc. temático p.1-10) + leesvaardigheid

Toetsweek: 
  • spreek- en gespreksvaardigheid (dus incl. vraaggesprek, improvisatie): 1) een foto beschrijven, 2) een autobiografie presenteren, 3) een vraaggesprek met de docent

Opdrachten: zie bovenaan studiewijzer
  • Examen VWO 2019-2 incl. reflectie -> entregar 12-3-2024 -> 
  • Vocab-dossier oef. 27-32  -> entregar 28-2-2024
  • Glosario (minimaal 45 woorden, zie studiewijzer) -> entregar 12-3-2024


Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

werkwijze gatentekst, syll. p.26
  1. Lees de tekst intensief en bepaal per alinea het alineathema.
  2. Noteer de belangrijkste informatie zowel voor als na het gat.
  3. Vertaal de informatie in eigen woorden.
  4. Lees de antwoordopties en bepaal wat ze exact betekenen.
  5. Streep de foutieve antwoordopties weg, let daarbij op: 
  • concordantie (geslacht en getal, en werkwoordsvervoeging)
  • verbanden (signaalwoorden).
                        -> Welke van deze 5 punten doe jij al?
Gatentekst werkwijze: zie ook libro de ref. p.47

Slide 21 - Diapositive

VWO 2018-2, texto 6-7 (incl. resumir)
  1. Werken in tweetallen, maar beide leerlingen schrijven zelf.
  2. GEEN COMPUTER, alléén woordenboek en papier. Je schrijft handmatig.
  3. Je onderstreept de belangrijkste zinnen in tekst 6. 
  4. Je vertaalt deze zinnen. 
  5. Je neemt deze zinnen als basis voor een samenvatting in het Nederlands en voegt indien nodig meer informatie uit de tekst toe om er een complete samenvatting van te maken.
  6. Daarna maak je de vragen van tekst 6 + je noteert bij iedere vraag jouw motivatie om voor dat specifieke antwoord te kiezen. Verwijs daarbij naar tekstgedeeltes en regelnummers.
  7. Daarna maak je tekst 7 op dezelfde manier. Onderstrepen, samenvatten, vragen maken.
  8. Laat je werk aan de docent zien.
  9. Daarna de vragen nakijken, reflectie schrijven. IMPORTANTE: Denk hardop, maak notities.


       

Slide 22 - Diapositive

het zelfvertrouwen (p.1)
A
el bienestar
B
el dopaje
C
la autoestima
D
la convivencia

Slide 23 - Quiz

gezellig zijn (p.1-2)
A
tener verguënza
B
pelearse con
C
ser acogedor
D
caer bien

Slide 24 - Quiz

verslechteren (p.2)
A
descargar
B
reprochar
C
mejorar
D
empeorar

Slide 25 - Quiz

de aanrijding (p.2)
A
el peatón
B
la pantalla
C
la acera
D
el atropello

Slide 26 - Quiz

de file (p.2)
A
el volante
B
el freno
C
las afueras
D
la caravana

Slide 27 - Quiz

de traan (p.1-3)
A
el alma
B
el lanzamiento
C
la telebasura
D
la lágrima

Slide 28 - Quiz

de muis (p.3)
A
el sudor
B
el enlace
C
el disfraz
D
el ratón

Slide 29 - Quiz

zwanger (p.3)
A
embarazada
B
herida
C
devastada
D
enamorada

Slide 30 - Quiz

Vocab temático p.5:

de aardbeving
A
la ola
B
la escasez
C
el terremoto
D
a tierra

Slide 31 - Quiz

Vocab temático p.4:

uitgeput zijn

A
estar resfriado
B
estar embarazada
C
estar devastado
D
estar agotado

Slide 32 - Quiz

Vocab temático p.5:

ontslagen worden

A
suspender un examen
B
aprobar un examen
C
estar en paro
D
ser despedido

Slide 33 - Quiz

Hoe ga je te werk bij een gatentekst?

Slide 34 - Question ouverte