blok 5 week 1 les 2
hij verft
A
tt
B
vt
C
vd
1 / 17
La durée de la leçon est: 15 minÉléments de cette leçon
hij verft
A
tt
B
vt
C
vd
Slide 1 - Quiz
hij verft in vt
Slide 2 - Question ouverte
hij verft in vd
Slide 3 - Question ouverte
wij overhoorden
A
tt
B
vt
C
vd
Slide 4 - Quiz
wij overhoorden in tt
Slide 5 - Question ouverte
wij overhoorden in vd
Slide 6 - Question ouverte
jij zet in
A
tt
B
vt
C
vd
Slide 7 - Quiz
jij zet in
vt:
vt:
Slide 8 - Question ouverte
jij zet in
vd:
vd:
Slide 9 - Question ouverte
luiden
t.t Waarom.........de klok steeds?
t.t Waarom.........de klok steeds?
Slide 10 - Question ouverte
herhalen
t.t De juf ..........de zin nog één keer.
t.t De juf ..........de zin nog één keer.
Slide 11 - Question ouverte
hebben
v.t. ...........jij de brief al gepost?
v.t. ...........jij de brief al gepost?
Slide 12 - Question ouverte
schaden
v.t. Roken..........de gezondheid van de patiënt.
v.t. Roken..........de gezondheid van de patiënt.
Slide 13 - Question ouverte
klappertanden
Heb jij wel eens...........van de kou?
Heb jij wel eens...........van de kou?
Slide 14 - Question ouverte
vermenigvuldigen
Heb jij de som goed............?
Heb jij de som goed............?
Slide 15 - Question ouverte
vermenigvuldigen
De...............som
De...............som
Slide 16 - Question ouverte
scheren
Het.............schaap had het koud.
Het.............schaap had het koud.
