Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
La durée de la leçon est: 40 min
Éléments de cette leçon
Een ogenblik!
Alles over het oog!
Slide 1 - Diapositive
Ogen van een...?
A
Kikker
B
Krokodil
C
Slang
D
Kat
Slide 2 - Quiz
Ogen van een...?
A
snoek
B
hagedis
C
slang
D
weer een krokodil
Slide 3 - Quiz
Ogen van een...)
A
Kat
B
Walvis
C
Specht
D
Uil
Slide 4 - Quiz
Bouw ogen
Ogen van dieren zijn zo gebouwd hoe we ze nodig hebben.
Bijvoorbeeld hebben nachtdieren andere ogen als mensen. Hebben sommige dieren geen oogleden omdat dat het niet nodig is.
Slide 5 - Diapositive
Oog van de mens
I'm watching you!
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Wat doet de iris?
A
De iris kan de pupil groter of kleiner maken.
B
De iris zorgt dat licht gebroken wordt.
C
De iris zorgt voor de bloedtoevoer in het oog
D
De iris beschermt het oog tegen de buitenwereld
Slide 8 - Quiz
Waar zit het hoornvlies?
A
Aan de achterkant van het oog
B
In het netvlies
C
Aan de voorkant van het oog
D
Rond de oogzenuw
Slide 9 - Quiz
Wat vind je niet in de blinde vlek?
A
Zintuigcellen
B
Netvlies
C
Bloed
D
aanhechting oogzenuw
Slide 10 - Quiz
In het netvlies zitten 2 soorten zenuwcellen die licht opvangen. Welke uitspraak klopt?
A
De kegeltjes vangen grijstinten op.
B
De staafjes vangen kleuren op.
C
De kegeltjes heb je nodig in het donker
D
De staafjes heb je nodig in het donker.
Slide 11 - Quiz
Weet ik veel! Nou ja nu wel!
-
Slide 12 - Diapositive
Katten
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Wat ziet een bij?
Een bij heeft 5 ogen: 2 facetogen en 3 mini-ogen. Mannetjesbijen hebben wel 7500 facetten per facetoog. Een bij ziet vooral groen,blauw en ultraviolet. Ook kan een bij cirkels, kruizen en stervormen zien.