ga naar lessonup.app en log in met de code linksonder
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4
Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Elektriciteit
ga naar lessonup.app en log in met de code linksonder
Slide 1 - Diapositive
6.1 Lading, stroom en spanning
Slide 2 - Diapositive
Wat weet je nog van vorig jaar?
Slide 3 - Carte mentale
Lading
Symbool: Q
Eenheid: C (Coulomb)
Plus en Min
Geheel aantal keer de elementaire lading e = -1,602 x 10-19 C
Een elektron heeft lading e = - 1,602 x 10-19 C
Gelijke lading stoot elkaar af, ongelijke lading trekt elkaar aan
Slide 4 - Diapositive
Lading
Ionen zijn atomen met een overschot of tekort aan elektronen
Een zout bestaat uit een binding van positieve en negatieve ionen
In metaal bewegen de vrije elektronen. Dat is stroom.
Slide 5 - Diapositive
Stroom
De stroomsterkte I (eenheid: Ampère) is de hoeveelheid lading die per seconde passeert:I = Q/t
De stroom I loopt van plus naar min. Vergelijk met water dat naar beneden stroomt (nooit omhoog).
Slide 6 - Diapositive
Spanning
Er kan alleen stroom lopen als er spanning is.
Vergelijking: er kan alleen water stromen als er een hoogteverschil is.
Spanning wordt veroorzaakt door een spanningsbron, bijv. een batterij.
Een batterij werkt als een soort pomp. Net zoals water door een pomp omhoog wordt gepompt en daarna naar beneden stroomt.
In de spanningsbron wordt de de stroom (normaal gesproken) van - naar + (van laag naar hoog) gepompt.
Buiten de spanningsbron gaat de stroom van + naar - (van hoog naar laag).
Slide 7 - Diapositive
Spanning
Symbool: U
Eenheid: V (Volt)
AA batterij: 1,5 V
Stopcontact: 230 V
Hoogspanningskabels: 50 kV = 50.000 V
Slide 8 - Diapositive
Stroomkring
Bestaat uit:
Spanningsbron die elektrische energie levert
Geleiders (draden) die stroom geleiden
Apparaten die elektrische energie omzetten (in bijv. licht of warmte).
Slide 9 - Diapositive
Stroom en spanning
Een spanningsmeter meet de spanning tussen twee punten, stroom gaat niet door de meter.
Een stroommeter meet de stroomsterkte door een draad, stroom gaat wel door de meter.
Slide 10 - Diapositive
Opgaven 1, 2, 4
Slide 11 - Diapositive
De lamp boven je bureau geeft licht. Dit kan alleen als de lamp is aangesloten een stopcontact. Er staat dan een spanning van 230 V de aansluitpunten van de lamp. De lamp staat spanning. Er loopt een elektrische stroom de lamp.
timer
1:00
door
onder
op
over
Slide 12 - Question de remorquage
De staaf wordt positief, de doek negatief. Elektronen zijn verplaatst van
A
doek naar staaf
B
staaf naar doek
Slide 13 - Quiz
De positief geladen staaf raakt de knop. De blaadjes gaan uit elkaar omdat ze allebei gelijke lading hebben. Welke?
A
positief
B
negatief
Slide 14 - Quiz
Batterijen van ieder 1,5 V zijn geschakeld. Wat is de spanning tussen A en B?
A
0,0 V
B
1,5 V
C
3,0 V
D
4,5 V
Slide 15 - Quiz
Batterijen van ieder 1,5 V zijn geschakeld. Wat is de spanning tussen A en C?
A
0,0 V
B
1,5 V
C
3,0 V
D
4,5 V
Slide 16 - Quiz
Batterijen van ieder 1,5 V zijn geschakeld. Wat is de spanning tussen A en D?
A
0,0 V
B
1,5 V
C
3,0 V
D
4,5 V
Slide 17 - Quiz
Batterijen van ieder 1,5 V zijn geschakeld. Wat is de spanning tussen A en E?
A
0,0 V
B
1,5 V
C
3,0 V
D
4,5 V
Slide 18 - Quiz
Batterijen van ieder 1,5 V zijn geschakeld. Wat is de spanning tussen A en F?
A
0,0 V
B
1,5 V
C
3,0 V
D
4,5 V
Slide 19 - Quiz
Wat heb je deze les geleerd?
Slide 20 - Question ouverte
Wat heb je uit deze les nog niet begrepen
Slide 21 - Question ouverte
Noem iets dat je graag de volgende les zou willen leren