6.1 Lading, stroom en spanning

• Natuurkunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

6.1 Lading, stroom en spanning

Stroomkring

Bestaat uit:

• Spanningsbron die energie levert
• Geleiders (draden) die stroom geleiden
• Apparaten die energie omzetten

Lading

• Geheel aantal keer Q = 1,602e-19 C (eenheid Coulomb)
• Plus en Min
• Gelijk stoot elkaar af, ongelijk trekt elkaar aan
• Ionen zijn atomen met een elektron overschot of tekort
• Een zout bestaat uit een binding van pos. en neg. ionen
• In metaal bewegen de vrije elektronen = stroom

Stroom

• Jullie hebben in havo-3 veel geoefend met schakelingen
• en serie en parallel schakelingen van weerstanden
• maar ook van batterijen (spanningsbronnen)
• PHET Simulatie: let op de richting van stroom en elektronen
• Stroom I is lading per tijd: I = Q / t

Stroom 2

• Een spanningsmeter meet tussen twee punten, stroom gaat niet door de meter
  
• Een stroommeter meet door een draad, stroom gaat door de meter

Opgaven 1, 2, 4

De lamp boven je bureau geeft licht. Dit kan alleen als de lamp is aangesloten                    een stopcontact. Er staat dan een spanning van 230 V                      de aansluitpunten van de lamp. De lamp staat                         spanning. Er loopt een elektrische stroom                      de lamp.

door

onder

op

over

De staaf wordt positief, de doek negatief. Elektronen zijn verplaatst van

1. doek naar staaf
2. staaf naar doek

De positief geladen staaf raakt de knop. De blaadjes gaan uit elkaar omdat ze allebei gelijke lading hebben. Welke?

1. positief
2. negatief

Batterijen van ieder 1,5 V zijn geschakeld. Wat is de spanning tussen A en B?

1. 0,0 V
2. 1,5 V
3. 3,0 V
4. 4,5 V

Batterijen van ieder 1,5 V zijn geschakeld. Wat is de spanning tussen A en C?

1. 0,0 V
2. 1,5 V
3. 3,0 V
4. 4,5 V

Batterijen van ieder 1,5 V zijn geschakeld. Wat is de spanning tussen A en D?

1. 0,0 V
2. 1,5 V
3. 3,0 V
4. 4,5 V

Batterijen van ieder 1,5 V zijn geschakeld. Wat is de spanning tussen A en E?

1. 0,0 V
2. 1,5 V
3. 3,0 V
4. 4,5 V

Batterijen van ieder 1,5 V zijn geschakeld. Wat is de spanning tussen A en F?

1. 0,0 V
2. 1,5 V
3. 3,0 V
4. 4,5 V

Toets op afstand

• Zet jullie webcam aan.
• Set jullie microfoon aan.
• Maak een account op ClassMarker (zie email)
• Zorg dat dit in orde is om morgen te testen.

Huiswerk

Maak opgaven 3, 6 en 7

en kijk deze zelf na met de uitwerkingen in de classroom.