1.2

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 4

Welkom!

Telefoon in de tas :)

Planning

-  Huiswerk check 1 t/m 5

- Nieuws

- Herhaling 1.1

- Uitleg 1.2

- Aan de slag!

Dagopening

Het weer in Brazilië 

Artikel lezen 

Huiswerk check 

1.1 opdrachten:

1 t/m 5 

Klaar? Nakijken casus + leren voor de toets

Toets bespreken

1. Alles van je tafel
2. Tel je punten bij elkaar op. 
3. Klopt het niet? Aan het einde van de les naar mij toe komen.

Daarna toets klassikaal

bespreken.

Wat zijn de vijf klimaatfactoren?

De zonkracht is een maat voor de hoeveelheid uv-straling in het zonlicht die de aarde bereikt.

1. Waar
2. Niet waar

Hoe verder van de zee af hoe minder invloed de zee heeft op temperatuur en neerslag, waarom is dit zo?

1.2 De zon als motor: temperatuur

Temperatuur 

De temperatuur meet je op de schaal van Celsius met een thermometer.

--> isothermen = lijnen tussen plaatsen met gelijke temperatuur op een weerkaart.

Het weer = De toestand van de atmosfeer op een bepaald moment in een bepaald gebied

Atmosfeer = Luchtlaag om de aarde. Heet ook dampkring.

Zonkracht = De zonkracht is een maat voor de hoeveelheid uv-straling in het zonlicht die de aarde bereikt en heeft een waarde tussen 1 (zeer weinig uv-straling) tot 8 (Maximale hoeveelheid uv-straling). Heet ook wel uv-index

Uv- straling = Ultraviolette straling, een onderdeel van zonlicht (zonnestraling)

Bewolkingsgraad = Het percentage van de hemel dat met wolken is bedekt.

1.2 De zon als motor: temperatuur

Zoninvalshoek en breedteligging

   De zon warmt de lucht op via het aardoppervlak.

- Daarom: Elke 1.000m hoger is 6°C kouder

• De zoninvalshoek verschilt:

- Hoge breedte        Groter oppervlak verwarmen           kouder

- Lage breedte      Kleiner oppervlak verwarmen              warmer

• Lage breedte      Zonnestraal legt een iets kortere weg af door de atsmosfeer      bots op minder deeltjes      warmer  

Het weer = De toestand van de atmosfeer op een bepaald moment in een bepaald gebied

Atmosfeer = Luchtlaag om de aarde. Heet ook dampkring.

Zonkracht = De zonkracht is een maat voor de hoeveelheid uv-straling in het zonlicht die de aarde bereikt en heeft een waarde tussen 1 (zeer weinig uv-straling) tot 8 (Maximale hoeveelheid uv-straling). Heet ook wel uv-index

Uv- straling = Ultraviolette straling, een onderdeel van zonlicht (zonnestraling)

Bewolkingsgraad = Het percentage van de hemel dat met wolken is bedekt.

1.2 De zon als motor: temperatuur

Seizoenen

    De seizoenen ontstaan doordat de aardas scheef staat.

• In de tropen is de zoninvalshoek het hele jaar groter dan op de rest van de aardbol.
•      Altijd warm
•      Seizoenen nauwelijks merkbaar 

Het weer = De toestand van de atmosfeer op een bepaald moment in een bepaald gebied

Atmosfeer = Luchtlaag om de aarde. Heet ook dampkring.

Zonkracht = De zonkracht is een maat voor de hoeveelheid uv-straling in het zonlicht die de aarde bereikt en heeft een waarde tussen 1 (zeer weinig uv-straling) tot 8 (Maximale hoeveelheid uv-straling). Heet ook wel uv-index

Uv- straling = Ultraviolette straling, een onderdeel van zonlicht (zonnestraling)

Bewolkingsgraad = Het percentage van de hemel dat met wolken is bedekt.

De zon als motor: luchtdruk en wind

Luchtdruk en wind 

Luchtcirculatiesysteem:

- plaats waar lucht opstijgt: lagedrukgebied / minimum (L)

- plaats waar lucht daalt: Hogedrukgebied / maximum (H)

      Wind: verplaatst lucht over het aardoppervlak van hoge- naar lagedrukgebieden.

Het weer = De toestand van de atmosfeer op een bepaald moment in een bepaald gebied

Atmosfeer = Luchtlaag om de aarde. Heet ook dampkring.

Zonkracht = De zonkracht is een maat voor de hoeveelheid uv-straling in het zonlicht die de aarde bereikt en heeft een waarde tussen 1 (zeer weinig uv-straling) tot 8 (Maximale hoeveelheid uv-straling). Heet ook wel uv-index

Uv- straling = Ultraviolette straling, een onderdeel van zonlicht (zonnestraling)

Bewolkingsgraad = Het percentage van de hemel dat met wolken is bedekt.

Aan de slag! 

1.2  

Opdrachten: 2 t/m 6

Eerste vijf minuten in stilte

Klaar? Nakijken paragraaf 1 + 2