Formuleren 1a: trappen, samentrekking, congruentie, beknopte bijzin

Welkom
Pak je laptop alvast en zorg dat je startklaar bent.  

                                                    Nederlands vwo 4
timer
3:00
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 19 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Welkom
Pak je laptop alvast en zorg dat je startklaar bent.  

                                                    Nederlands vwo 4
timer
3:00

Slide 1 - Diapositive

timer
15:00

Slide 2 - Diapositive

Formuleren
  • Ik kan de vergelijkende trap correct gebruiken. 
  • Ik kan een (foutieve) samentrekking herkennen (en verbeteren). 
 

Slide 3 - Diapositive

Wat is goed?
Hij is groter als mij / Hij is groter dan ik/ Hij is groter dan mij 

Hij is het meest groot/ Hij is het grootst

Slide 4 - Diapositive

Wat is goed?
Hij is groter als mij / Hij is groter dan ik/ Hij is groter dan mij 

Hij is het meest groot/ Hij is het grootst

Slide 5 - Diapositive

Vergelijkende trap
  • gelijk = als: 
Hij is net zo oud als ik (ben).
  • vergrotend = dan: 
Hij is ouder dan ik (ben).
  • overtreffend = st(e) erachter: 
Hij is het oudst van allemaal.
  • of: eindigend op st of sch: 
Dat is het meest logische wat ik vandaag hoorde. 



Slide 6 - Diapositive

Vergelijkende trap: mij of ik?
  • Zij is beter in wiskunde dan ik/mij. 
  • Zij heeft meer punten gehaald dan ik/mij.
  • Zij heeft meer vertrouwen in hem dan ik/mij.
  • Hij koos eerder voor haar dan ik/mij.

Slide 7 - Diapositive

Vergelijkende trap: mij of ik?
  • Zij is beter in wiskunde dan ik (ben). 
       (zij is beter in wiskunde)
  • Zij heeft meer punten gehaald dan ik (heb gehaald). 
       (zij heeft meer punten gehaald)

In deze twee zinnen gaat het om het onderwerp en dan gebruik je 'ik' (hij/zij etc.).

Slide 8 - Diapositive

Vergelijkende trap: mij of ik?
Hierin maakt de betekenis het verschil 
  • Zij heeft meer vertrouwen in hem dan ik (heb). (zij of ik vertrouw)
  • Zij heeft meer vertrouwen in hem dan (in) mij. (zij vertrouwt hem of mij)

  • Hij koos eerder voor haar dan ik (koos). (hij of ik koos )
  • Hij koos eerder voor haar dan (voor) mij. (hij koos haar of mij)

Hierbij gaat het om het lijdend voorwerp dat wordt vergeleken en in dat geval gebruik je 'mij' (hem/haar etc.). 

Slide 9 - Diapositive

Opdracht
  • H5 P1: maak opdracht 9 en 10 van de taak die klaarstaat
  • Klaar? Neem de theorie door van samentrekking
  • Meer oefenen? Boek jaar 3!
timer
10:00

Slide 10 - Diapositive

Samentrekking
Wat is hier uit de zin weggelaten? (samengetrokken)
  • Ik eet regelmatig een portie bitterballen, maar nooit kroketten.
  • Ik hoop dat Willem zijn rijbewijs haalt en dan naar Parijs kan rijden.
  • Kees is geslaagd en Piet gezakt voor het eindexamen.

Slide 11 - Diapositive

Samentrekking

  • Ik eet regelmatig een portie bitterballen, maar ik eet nooit kroketten.
  • Ik hoop dat Willem zijn rijbewijs haalt en ik hoop dat Willem dan naar Parijs kan rijden.
  • Kees is geslaagd voor het eindexamen en Piet gezakt voor het eindexamen.

Slide 12 - Diapositive

Samentrekken mag:
Weglating van gelijke delen
In een samengestelde zin mag je een zinsdeel of een werkwoord dat verschillende keren voorkomt, samentrekken zodat het nog maar één keer voorkomt als het om dezelfde soort zinnen gaat (hoofdzinnen / bijzinnen).

Slide 13 - Diapositive

Regels voor samentrekken

Het weggelaten deel moet aan vier eisen voldoen:
(1) dezelfde grammaticale functie (onderwerp, lijdend voorwerp, koppelwerkwoord enz.);
(2) dezelfde betekenis;
(3) hetzelfde getal (enkelvoud of meervoud);
(4) dezelfde plaats ten opzichte van de persoonsvorm.



Slide 14 - Diapositive

Hoe vind je de fout?
De nieuwe brug is af en daarom vandaag door de minister geopend.

Zoek weggelaten deel: de nieuwe brug is 
Betekenis: Het gaat om dezelfde brug
Getal: beide ev (zowel de nieuwe brug als is)
Gramm.functie: 
'de nieuwe brug' is in beide delen ow
is = kww en is = hww => mag niet samengetrokken worden

Slide 15 - Diapositive

Verbeteren
Fout:
De nieuwe brug is af en daarom vandaag door de minister geopend.
Goed:
De nieuwe brug is af en is daarom vandaag door de minister geopend.  
                                           

Slide 16 - Diapositive

Opdracht
  • H5 P1: maak opdracht 14 en 16
  • Klaar? Oefen extra met spelling: werkwoorden, leestekens en hoofdletters
  • Meer oefenen? Boek jaar 3!
timer
10:00

Slide 17 - Diapositive

vragen bespreken

Slide 18 - Diapositive

Huiswerk
  • H5: P1 minimaal opdracht 9, 10, 14, 16  (de rest die klaarstaat bespreken we de volgende les)
  • 15 november Dagen van gras uit

Slide 19 - Diapositive