quiz H1 en H2

• Wiskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Quiz...

H1

Bij welke van de grafieken hoort de formule y=-2x+4?

1. de groene grafiek
2. de rode grafiek
3. de blauwe grafiek
4. de paarse grafiek

Welke stelling hoort niet bij de volgende
functies: f:y=0,5x+3 en g:y=0,5x+2?

1. Deze grafieken lopen evenwijdig
2. De richtingscoëfficiënt van de grafiek bij f is 0,5
3. Het snijpunt met de y-as van de grafiek bij g is (0,2)
4. het snijpunt met de y-as van de grafiek bij f is (3,0)

De lijn k gaat door de punten A(2,22) en B(12,7) en de lijn l gaat door de punten C(4,3) en D(20,43).
Stel van de lijnen k en l de formule op en bereken de coördinaten van het snijpunt S van de lijnen k en l.

Opstellen formules voor de lijnen k en l

y=ax+b

door A (2,22) geeft

22=-1,5*2+b

b=25

k:y=-1,5x+25

y=ax+b

door C(4,3) geeft
3=2,5*4+b

b=-7

l:y=2,5x-7

a=​12−2​​7−22​​=−​10​​15​​=−​2​​3​​=−1​2​​1​​

a=​20−4​​43−3​​=​16​​40​​=​4​​10​​=2​2​​1​​

Berekenen snijpunt van de lijnen k en l

-1,5x+25=2,5x-7

-4x=-32

x=8

y=2,5*8-7=13

snijpunt S (8,13)

{

Gegeven:      4x + y = 13   Geef de oplossing van dit

                        x  - 2y = 1      stelsel in de vorm (x,y)
                                               vb antwoord: (4,3)

Uitwerking

     4x+ y = 13          *2                8x  + 2y =26

        x- 2y=1                                     x - 2y=1

Als je beide vergelijkingen bij elkaar optelt, houd je over:

9x=27, dus x=3

invullen in de tweede vergelijking geeft:
3-2y=1

-2y=-2, dus y=1. De oplossing van het stelsel: (3,1)

{

{

Gegeven:
Gevraagd: de grafiek van f heeft 2 nulpunten, bereken
met de GR het rechternulpunt. Rond af op 2 decimalen vb: 2,36

f(x)=3x​2​​+2x−4

H2

Wat voor soort stijgen/dalen is er op het interval
vb: afnemende daling

⟨2,3⟩

Gegeven: de grafiek hiernaast
Gevraagd: de hellinggrafiek

1. 
2. 
3. 

Gegeven: f(x)=
Bereken het differentiequotiënt van f(x) op [-2,3].
Geef je antwoord als kommagetal.

−1​2​​1​​x​2​​+5x+4

Gegeven:
Hierin is s de afgelegde afstand in meter na t seconden.
Benader de snelheid op t=5 in m/s. Neem
en rond af op 2 decimalen. Bijvoorbeeld: 0,66m/s

s=−1+√​(4t+1)​​​

Δt=0,01

Gegeven:

De bijbehorende grafiek snijdt de y-as in punt A.
Stel de formule op van de lijn k die de grafiek raakt in A.

y=​x​2​​+2​​(3x−6)​​

Bereken de afgeleide van:

Voorbeeldantwoord: f'(x)=3x+5

f(x)=(3x−1)(2x+2)