19 juni - Herhaling grammatica

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b, k, t, havo
• Leerjaar 1

Lezen

Herhaling grammatica

Leerdoelen

Je kunt de volgende onderdelen in een zin vinden:

• persoonsvorm
  
• onderwerp
• gezegde
• lijdend voorwerp
• meewerkend voorwerp
• bijwoordelijke bepaling

Lesprogramma

1. Gezamenlijk herhalen


2. Zelfstandig werken
3. Nabespreken


4. Les gezamenlijk afsluiten

1. Gezamenlijk herhalen

1.  Herhaling vorige les
2. Uitleg nieuwe lesstof
3. Zelfstandig aan de slag op de Chromebook
4. Nabespreken
5. Les afsluiten

00:44

Hoe vind je de persoonsvorm?

01:30

Wat is het werkwoordelijk gezegde in onderstaande zin:

Gisteren heb ik veel films kunnen kijken.

1. heb
2. kunnen
3. heb kijken
4. heb kunnen kijken

02:02

Wat is het onderwerp in onderstaande zin:

Gisteren heb ik veel films kunnen kijken.

1. veel films
2. gisteren
3. ik
4. heb

02:51

Wat is het lijdend voorwerp in onderstaande zin:

Gisteren heb ik veel films kunnen kijken.

1. veel fims
2. films
3. ik
4. heb

03:30

Wat is het lijdend voorwerp in onderstaande zin:

Hij mailt zijn collega de documenten.

1. hij
2. mailt
3. zijn collega
4. de documenten

03:31

Wat is het meewerkend voorwerp in onderstaande zin:

Hij mailt zijn collega de documenten.

1. hij
2. mailt
3. zijn collega
4. de documenten

bijwoordelijke bepaling

bijwoordelijke bepaling

De zin: 

Jan-Hein en ik gaan onze moeder voor haar verjaardag een mooi boek geven.

persoonsvorm

werkwoordelijk gezegde

onderwerp

lijdend voorwerp

meewerkend voorwerp

bijwoordelijke bepaling

Jan-Hein en ik

gaan

gaan

onze moeder

voor haar verjaardag

een mooi boek

geven

2. Zelfstandig werken

1.  Herhaling vorige les
2. Uitleg nieuwe lesstof
3. Zelfstandig aan de slag op de Chromebook
4. Nabespreken
5. Les afsluiten

tegenwoordige tijd

Iets dat nu, op dit moment, gebeurt of wordt gedaan.

Voorbeeld: Ik ga naar huis. Ik maak mijn huiswerk.

Wat? Wat gaan we doen?	We gaan oefenen met grammatica. We gaan werken aan oefenmateriaal grammatica: opdracht 1 t/m 10 . Classroom > Nederlands > oefenmateriaal grammatica. Basis -> geef bij alle opdrachten de persoonsvorm, het werkwoordelijk gezegde en het onderwerp aan.
Hoe? Hoe gaan we dit aanpakken?	Dat gaan we doen door zelfstandig in stilte te werken. Dit doe je op jouw Chromebook.
Hulp? Bij wie kun je hulp vragen?	Tijdens het zelfstandig werken kun je op fluistertoon hulp vragen aan je buurman/buurvrouw. Komen jullie er samen niet uit? Steek dan je hand op en mevrouw Martens komt helpen.
Tijd? Hoelang hebben we daar de tijd voor?	Je gaat 10 minuten zelfstandig werken.
Uitkomst? Wat doen we met de uitkomst?	Tijdens het nabespreken gaan we controleren hoe goed we de besproken onderdelen in een zin kunnen vinden.
Klaar? Wat mag je doen als je klaar bent?	1. Extra opdracht maken. 2. Werk aan ander oefenmateriaal.

3. Nabespreken

1.  Herhaling vorige les
2. Uitleg nieuwe lesstof
3. Zelfstandig aan de slag op de Chromebook
4. Nabespreken
5. Les afsluiten

Wat heb ik vandaag geleerd?

Lars fietst in een kwartier naar het centrum van de stad.

Boos gooide Tirza de deur dicht.

4. Les gezamenlijk afsluiten

1.  Herhaling vorige les
2. Uitleg nieuwe lesstof
3. Zelfstandig aan de slag op de Chromebook
4. Nabespreken
5. Les afsluiten

Hoe heb ik vandaag meegedaan?

Huiswerk maandag 26 juni

Oefenmateriaal grammatica

Opdracht 1 t/m 10